Preek over De tien geboden 9

2001-05-13 v.m.

Ds. M. de Jong

Het negende gebod: De Waarheid beleven en doorgeven

Liturgie:

1. Vals getuigenis

Geliefden in onze Here Jezus Christus. Niemand zal het gevaar van een vals getuigenis ontkennen. Wanneer een vals getuigenis gewoon wordt, weet je niet meer wat en wie je geloven kunt. Het wordt onduidelijk waarvan je nog kunt uitgaan. Zonder waarheid wordt het leven onzeker, ja onleefbaar. Waar blijven we als we iemand niet meer op zijn woord kunnen geloven. De enige leugen die door de beugel kan is de leugen om bestwil. Een leugen om een goed doel te bereiken. Daarom is deze noodleugen min of meer te verontschuldigen. Maar dan moeten we van deze nood natuurlijk geen deugd maken. Over het belang van waarheid wordt in onze samenleving niet getwist. We kunnen niet zonder waarheid. Het is zaak je aan de waarheid te houden. Iedereen zou dat moeten doen! Maar hoe doe je dat? We luisteren naar de genade van het negende woord. Tegenover de leugenachtige, valse getuige staat de betrouwbare. In het negende woord maakt God het ons mogelijk een betrouwbaar getuige te zijn. En met dit woord nodigt Hij ons uit om dat dan ook daadwerkelijk te zijn. Dat houdt in dat wij de Waarheid (met een hoofdletter) beleven en doorgeven. Daarmee is het thema van het negende gebod gegeven: de Waarheid beleven en doorgeven.

2. De waarheid in de rechtspraak.

Het negende woord raakt in de eerste plaats de rechtspraak. Vals getuigen of meineed plegen is uit de boze (ja, daarmee wordt de satan bedoeld!). Voor een Israëliet was deze waarschuwing wel op zijn plaats. Want hij kon regelmatig bij een rechtszaak betrokken worden. In Israël werd immers recht gesproken in de poort. De plaats waar iedereen in en uitging. Ook was de rol van getuigen daar veel groter. Een getuige kon iemand maken en breken. Denk bijvoorbeeld maar aan de processen rond Naboth en Jezus. Het belang van de getuige werd ook nog eens onderstreept bij de straf. De getuige, die de aanklacht ondersteunde, moest zélf met de uitvoering van de doodstraf beginnen. Déze getuige wierp bij een steniging altijd de eerste steen. In Nederland gaat het met de rechtspraak iets anders. Daar staat de rechtspraak veel verder van ons af. Hoogstzelden zullen we als getuige worden opgeroepen. En misschien komt u als getuige nooit in een rechtbank. Dat neemt niet weg dat ook in Nederland de waarheid voor de rechtspraak wezenlijk is. Maar er is meer waarheid dan alleen de waarheid in de rechtspraak. Het vals getuigenis bij de rechtspraak is slechts het topje van de ijsberg. Er is veel meer leugen en waarheid dan die voor het gerecht. Wat dat betreft past dit negende woord in het rijtje van de geboden. Steeds blijkt dat wat in de geboden genoemd wordt niet meer dan de kern is. Zo valt bij het vijfde gebod veel méér te eren dan vader en moeder alleen. En bij het zesde gaat het om méér vormen van doodslag dan moord alleen. Het zevende raakt méér dan alleen het breken van de echt. Het achtste, tenslotte, draait om méér dan alleen het bezit en eigendom van een ander. En zo gaat het negende vérder dan alleen het getuigenis in de rechtszaal. De Here heeft hier het voorbeeld van de rechtspraak genomen omdat het er juist in de rechtspraak op aankomt de waarheid te spreken. Maar er is méér, het negende woord raakt ál ons spreken.

3. De waarheid in ons spreken.

Alles wat u zegt of juist niet zegt valt daaronder. Daarbij kan o.a. gedacht worden aan roddel, kwaadspreken, lichtvaardig oordelen, laster, opzettelijk liegen, het verdraaien van iemands woorden, onbezonnen beloften, vooroordelen, ongehoord veroordelen, loze beweringen, valse beschuldigingen, onjuiste voorstellingen van zaken, voor je beurt spreken, maar ook valse leer en valse profetie. Voordat je het weet ben je blijkbaar een leugenachtig getuige. Wie niet op zijn spreken let, is zomaar onbetrouwbaar door hele leugens en halve waarheden. Daarvoor worden we bijvoorbeeld in het boek Spreuken gewaarschuwd. We hebben een aantal spreuken die betrekking hebben op ons spreken gelezen. Je zou ze eigenlijk één voor één een tijdje bij je moeten hebben. Ze overdenken, op je laten inwerken en ze proeven. Ik breng een paar nog weer even in herinnering. Ze spreken voor zich. Een knots en een zwaard en een scherpe pijl, zo is iemand die al valse getuige optreedt tegen zijn naaste (Spreuken 25:18)Een woord, in juiste vorm gesproken, is als gouden appelen op zilveren schalen (Spreuken 25:11)Met de tong kunnen we bouwen en breken, heel maken en kapot maken. Ja, ons spreken (en ook ons zwijgen) gaat nog veel verder. Door ons spreken kunnen we mensen behouden, en mensen verloren laten gaan. De macht van het woord reikt ver, veel verder dan wij vaak beseffen. Het is onmogelijk om voor elke, mogelijke situatie aanwijzingen te geven. Wel wil ik hier en nu een vuistregel aanreiken voor ons spreken over een ander. Wie iets over een ander wil gaan vertellen, houdt zich aan de volgende regel. Het zijn drie stappen, waarin de volgorde niet gewijzigd mag worden. 1. over iemand praten met God. 2. iets goeds over de ander vertellen. 3. daarna alles wat verder gezegd moet worden.Als we hier nu eens mee zouden beginnen of verdergaan, dan zou er al veel gewonnen zijn. Maar er valt, naar aanleiding van het negende gebod, nog meer over ons spreken te zeggen. We sluiten daarvoor aan bij wat de bijbel over waarheid zegt.

4. Waarheid in de bijbel.

In de bijbel is waarheid toch ook alles wat klopt met de feiten, zult u zeggen. Wie waarheid spreekt, ook in de bijbel, die beschrijft een situatie of persoon zoals die werkelijk is. Maar dit beeld van de waarheid past niet bij wat de bijbel ons vertelt. Neemt u bijvoorbeeld maar de twee vroedvrouwen in Egypte; Sifra en Pua. Zij doodden de Israëlitische jongetjes die geboren werden, niet. En toen Farao daarnaar vroeg, vertelden ze hem dat de Hebreeuwse vrouwen zo sterk zijn, dat ze al gebaard hadden voordat zij erbij kwamen. En wat dacht u van de geschiedenis van Rachab die de verspieders verstopte. Zij zette de mannen van Jericho met een leugen op het verkeerde spoor. In beide verhalen vertellen de vrouwen een verhaal wat niet klopt met de feiten. Toch worden ze door de Here geprezen en gezegend. Waarheid in de bijbel blijkt niet bepaald te worden door de overeenstemming met de feiten. Maar hoe zit het dan wel met de waarheid? Laat ik het zo zeggen; waarheid in de bijbel is je houden aan de héilsfeiten. In de bijbel wordt waarheid gesproken en gedaan waar men op het heil van de naaste bedacht is. Waarheid houdt daarin verband met vastheid, betrouwbaarheid. Het betekent vóór alles: doen wat je zegt. Leugen is dan het tegenovergestelde. Het is een spreken, waarop je níet kunt vertrouwen. Nog scherper: Jezus Christus is de waarheid. Waarheid is vol van Jezus, vol van genade. Een betrouwbaar getuige zoekt het heil van zijn naaste. Hij is er niet op uit om iemand AF TE MAKEN. Op HEEL MAKEN is zijn getuigenis gericht. Een vals getuige is iemand die Jezus Christus buiten beschouwing laat. Een waarachtig, betrouwbaar getuige zal Christus belijden. Dat getuigen begint met beleven (hoe zou je anders getuige kunnen zijn?). "Ik stond erbij en keek ernaar." "Ik heb het zelf gezien en gehoord." Een getuige heeft zélf de waarheid van Christus ervaren. Daar ligt een probleem. Want zoveel ervaring is er, zo lijkt het, op dit moment niet. Ook kunnen wij vandaag geen getuige van Jezus Christus leven, sterven en opstanding meer zijn. Wel kunnen we getuige zijn van de kracht van Jezus opstanding (Fil.3). Vandaag kunnen we getuige van het werk van de Geest van Jezus Christus zijn. En op dat werk kunnen we ons zomaar verkijken. Zie in dat verband wat Paulus van zichzelf zegt in 2Cor. 13. Hij is zelf zwak, zoals Christus zwak is geweest. Onder andere Paulus zwakke optreden en eenvoudige spreken vormen daarvan een illustratie. Ook zwákheid kan de Geest van Jezus uitwerken in het leven van christenen. Stelt u zichzelf eens op de proef, of u wel in het geloof bent, onderzoekt u zelf! Dit zelfonderzoek heeft geen andere bedoeling dan te zoeken naar de Waarheid in ons leven. In het geloof valt in dat opzicht heel wat te beleven, als je er maar oog voor hebt. Na het beleven valt er pas iets door te geven. Paulus neemt dan geen blad voor de mond. Wij zouden dat ook niet moeten doen. Er valt zoveel te zeggen van Gods werk aan ons. Laten we daarvan spreken en getuigen in opvoeding, evangelisatie en zending. Zo roept het negende woord ons op ons te houden aan de bijbelse waarheid. Niet leven bij de feiten, maar bij de heilsfeiten, bij het heilsfeit bij uitstek: Jezus Christus. Zijn werk aan ons door zijn Geest mogen we beleven en doorgeven. Zo zoeken we het heil voor onze naaste in heel ons spreken. En we mogen dat doen met een geruststellende belofte: We vermogen niets tégen de waarheid, maar wel vóór de waarheid. (2Cor.13)

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. de Jong een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.