Preek over Jesaja 44:21, 22

2001-02-18 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Bekering

Liturgie:

1.

De mensen tot wie de profeet zich troostend richt, zijn niet enkel beklagenswaardig. Ze worden ook op hun verantwoordelijkheid aangesproken. Enerzijds ziet God hen in hun kwetsbaarheid en hulpbehoevendheid; anderzijds neemt Hij hen serieus als mensen die Hij ter verantwoording kan roepen. Dat is belangrijk; het zegt wat over hoe wíj door God worden aangesproken. Hij ziet ons nooit enkel als slachtoffers, maar ook als mensen die keuzes maken. Let daarom op de dubbele boodschap voor de Israëlieten die zich vertwijfeld afvragen of God hen soms vergeten is. Enerzijds zegt de HERE heel bemoedigend: "Gij wordt door Mij niet vergeten!" Anderzijds doet Hij een appèl op ze: "Keer weer tot Mij, want Ik heb u verlost." Keer weer tot Mij kun je ook vertalen met: bekeer u tot Mij. Daarmee valt het woord dat in de Bijbel zo vaak gebruikt wordt om mensen aan te spreken op hun relatie tot God. Het heeft betrekking op de richting, het doel dat je in je leven kiest. Daarop spreekt God ook ons aan, steeds weer, in welke omstandigheden we ons ook bevinden. Hij roept ons op: "Richt je op Mij!" In de Bijbel wordt als de harde kern van de zonde gezien, dat een mens zich niet richt op God, maar op andere machten of op zichzelf. Ik denk dat dat laatste heden ten dage in onze samenleving de meest voorkomende gerichtheid is van mensen die zich niet op God richten: het op zichzelf gericht zijn. Het griezelige is, dat je ook in je ethiek en je religiositeit op jezelf gericht kunt zijn. In je ethiek: iets voor een ander doen om er zelf een ´goed gevoel´ aan over te houden... En zelfs ook in je godsdienstigheid: in God geloven met het oog op hoe jíj je voelt. Dan krijg je een godsdienstigheid waarbij God jouw dienaar is, degene die tot taak heeft jou een fijn leven te bezorgen. Door zulke godsdienstigheid - die in wezen bepaald wordt door egocentriciteit - worden wij als christenen bedreigd. God die er voor óns is - kerkdiensten die in ónze behoeften moeten voorzien - een geloof dat óns een goed gevoel geeft. Het is ons behoorlijk vertrouwd aan het worden. Maar is dat nog gerichtheid op God? Waar de HERE mensen voortdurend toe oproept is: jezelf ondergeschikt maken aan Hem. Heel concreet: het Onze Vader bidden. Dat wil zeggen: dat je hart in de eerste plaats naar het belang van Gód uitgaat - Úw naam, Úw Koninkrijk, Úw wil. Pas daarna óns belang: ons dagelijks brood, onze schulden vergeven, ons niet in verzoeking leiden. De woorden ik en mij komen in het Onze Vader al helemaal niet voor. Dit is de echte godsdienst, en de echte kerkdienst: niet wij in het midden en God die ons dienstwillig terzijde staat, maar God in het midden en wij die zijn Koninkrijk zoeken. De oproep "Bekeer u tot Mij!", zou ons daarom wel eens veel dieper kunnen raken en scherper corrigeren dan we op het eerste gezicht zouden denken. Ze vraagt radicale omkeer, weg uit de egocentrische levenshouding, ook uit de religieuze egocentrische levenshouding. Tot die keuze roept Hij ons op, in welke omstandigheden we ons ook bevinden. De Israëlieten waren er beklagenswaardig aan toe. Toch was de oproep aan hen terzake. Ze waren in wezen niet op God gericht in hun ellende. De Here Jezus laat zien wat de bedoeling is. Doodsbenauwd bad Hij in de hof van Gethsemane om uitredding, maar zijn laatste woord was "Úw wil geschiede".

2.

Maar kunnen wíj zo bidden? Nee; dat kunnen we niet. Zó als Jezus Zoon van God was, zo zijn wij niet Gods kinderen. Dat is onze zondigheid. Het bijzondere is nu echter, dat God de relatie tot ons daarop niet laat spaak lopen. Let op oorzaak en gevolg in vs. 22. Niet: "Keer weder tot Mij, dan zal Ik u verlossen." Maar: "Keer weder tot Mij, want Ik heb u verlost." Gods verlossing gaat aan de menselijke bekering vooraf. Gods vergeving gaat aan de menselijke bekering vooraf. Prachtig staat het er: "Ik vaag uw overtredingen weg als een nevel en uw zonden als een wolk." Bedenk, dat zonden iets heel duurzaams hebben. Een belediging, een diefstal, bedrog: je kunt het tientallen jaren onthouden. Vergeving is dat God aan de zonden dat effect ontneemt. Ze verliezen hun duurzaamheid, en daarmee schrompelen ze in. Heerlijk is dat! En nog wonderlijker is dus, dat God daarbij niet wacht op onze bekering. Nee, als dat zo was zou Hij nooit vergeven. Het indrukwekkende is, dat God vergeeft nog vóór wij ons bekeerd hebben. En dan klinkt de oproep: "Richt je op Mij!" Je moet ontdekt hebben hoe goed God is, hoe vergevend, om te leren afzien van jezelf.

3.

Daarom is het avondmaal zo´n belangrijk moment in de eredienst. Het wordt door menigeen onderschat. Dat heeft waarschijnlijk ermee te maken dat wij zo makkelijk het grootse van Gods vergeving afhalen door oorzaak en gevolg om te draaien, als was het avondmaal voor ´bekeerde´ mensen. Alsof wij al ´bekeerd´ waren, wij met die zo hardnekkige egocentrische instelling... Nee, het is veel imposanter. God nodigt ons aan tafel om ons duidelijk te maken dat Hij over de brug komt voor wij over de brug komen. Zijn genade is onvoorwaardelijk. Zo vaagt Hij al onze zonden weg. Ze verschrompelen; ze hebben geen duurzaamheid meer. Geloof dat! En durf dan toch eindelijk afzien van jezelf en je ten dienste stellen van God, even onvoorwaardelijk.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.