Preek over De tien geboden 2

2000-12-03 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Het tweede gebod: De lege troon

Liturgie:

1.

Laat mij deze preek met een compliment beginnen. U hoort vaak in de kerk dat u iets niet goed doet - maar dan moet u het ook horen als u het wel goed doet! Is er geen compliment op z´n plaats als het gaat over uw gehoorzaamheid aan het tweede gebod? "Maak geen godenbeelden!", heeft de HERE God gezegd. Eerlijk is eerlijk: dat komt u stipt na. Er is in deze kerk geen godenbeeld te bekennen. En hadden de Israëlieten nog wel eens stiekem een godenbeeldje in hun huis staan (Deut.27:15) - bij u ben ik ze nog nooit tegengekomen. Prima! U zegt misschien verlegen: "Zo knap is dat nu ook weer niet; we worden ook niet in de verleiding gebracht om een beeld van God te maken en daaraan te offeren en het te kussen" Dat is waar; op dit punt maakt onze omgeving het ons gemakkelijk. In de tijd van het oude Israël was dat anders. Alle volkeren rondom Israël vereerden hun goden aan de hand van beelden. Ze vonden het bespottelijk dat de Israëlieten het zonder beeld deden. Geen wonder dat die de neiging kregen om ook een beeld van hun god te maken. Maar wij weten dat dat heel primitief is. We geloven dan nog wel in God, maar zo dom dat we een beeld van Hem maken zijn we al lang niet meer. Met andere woorden: het tweede gebod heeft zijn werk gedaan. We hebben het begrepen, we hebben het in praktijk gebracht. Het is uitgewerkt, afgedaan. En misschien moeten we daarom vaststellen dat de tijd gekomen is om het tweede gebod te schrappen. Want als niemand van ons enige behoefte heeft om een beeld van God te vervaardigen, waarom zou ik u dan nog keer op keer moeten oproepen om dat toch vooral niet te doen?

2.

Hopelijk krijgt u nu een onbehaaglijk gevoel. Want het is natuurlijk niet te vertrouwen dat wij zo gemakkelijk van een van de tien geboden af zouden komen. Er klopt iets niet, als het ons zo weinig moeite kost dit gebod te volbrengen, en als we op dit punt applaus krijgen van een wereld die aan God noch gebod doet. Hebben we het wel goed begrepen? Ervaren we nog hoe zonderling het is: God dienen zonder beelden?

3.

Laten wij een denkbeeldig bezoek brengen aan de tempel van Salomo. Een majestueus gebouw. Er worden volop offers gebracht. Er is veel te zien. Maar het draait om de achterste ruimte: het heilige der heiligen. Hoe zou dat eruit zien? We mogen er niet in; slechts één keer per jaar gaat de hogepriester naar binnen. Dit stuk van de tempel is niet voor gewone, zondige mensen! Daar woont God! We vragen aan de hogepriester: "Hoe ziet het er daar binnen uit?" Hij glimlacht, en zegt: "Donker. Heel donker." "En verder? Voel je daar iets van God? Die woont daar toch?" De hogepriester zegt: "Ja, Hij woont daar. En je ziet ook iets: de ark, met de cherubs daarop. Dat is een soort troon." Dat klinkt bijzonder. Een troon - de troon van God. "Zit God op die troon?" De hogepriester glimlacht weer. Hij zegt: "Die troon is leeg. Er zit niemand op." Vergelijk dat met een fotolijstje: je verwacht een foto te zien, maar het is leeg.

4.

Een lege troon; een leeg fotolijstje. Dat is echt een probleem. Altijd geweest en nog steeds. Eerst de oude oosterlingen. Die zeiden: "Wat heb je nu aan een lege troon?! Wij willen een god met wie je contact kunt maken. Wij geloven heus niet dat een door ons gefabriceerd beeld letterlijk goddelijk is. Maar wij geloven wel dat z´n beeld het middel is waardoor onze god bij ons woont. Hij wordt dan concreet. Hij is bij ons! We kunnen hem aanraken, en kussen, en eer bewijzen. Maar een lege troon, een heiligdom zonder beeld, dan is God niet bij je." Dat hebben ze de Israëlieten verweten: "Jullie zijn atheïsten. Jullie hebben geen god!"

5.

En nu de moderne tijd. Die zegt in wezen hetzelfde: "Als de troon leeg is, ben je God kwijt." Het verschil met de oudheid is, dat men toen God niet kwijt wilde en daarom naar beelden greep, terwijl de moderne godloze samenleving accepteert dat Gods plaats leeg is. De moderne mensen zonder God zeggen: "Israël heeft de eerste stap in de goede richting gezet. Ze hebben begrepen dat die beelden onzin zijn. Alleen - nu moet je verder gaan. Nu moet je heel die troon weghalen. Want er zit natuurlijk niemand op. Nu moet je ook consequent atheïstisch zijn. En zo heeft de moderne tijd de beeldenstorm voltooid. Er waren nog een paar dingen heilig. Die zijn nu ook gesneuveld. De Bijbel, woord van God? Had je gedacht! Niks anders dan woorden van mensen over God. Het avondmaal? Gewoon: brood, wijn. Niks mee aan de hand. Jezus? Een genie dat zich vergist heeft. We rijden de lege troon het museum in en zetten hem neer naast oude godenbeelden uit Kanaän: "Kijk, dat dachten de mensen vroeger." Kortom: je hebt echt een probleem met zo´n beeldloze godsdienst. Óók in de kerk. Want steeds meer mensen hebben ook in de kerk een "leeg" gevoel. Mét dat de concrete verwijzingen naar God ontbreken, is het voor menigeen ook wel heel moeilijk om contact met God te maken. Kijk eens naar onze eigen kerk. We hebben het erg gezellig, maar ervaart de gemiddelde kerkganger onze kerkdienst als heilig, gevuld met Gods aanwezigheid? Ervaart echt iedereen de preek als een echte boodschap van God? Ervaart echt iedereen brood en wijn en water van avondmaal en doop als signalen van de levende God? Is die lege troon geen groter probleem dan we ons in eerste instantie realiseren?

6.

Zo gezien is het dus voor de hand liggend, die behoefte om beelden van God te hebben. Nee, geen beelden van afgoden, maar beelden waardoor Gód concreter aanwezig is, waardoor je Hem dichtbij kunt halen. Want nog eens: dat is de eigenlijke functie van een beeld van God. Daarmee haal je God dichterbij, is Hij concreter aanwezig, wordt de ruimte meer ´gevuld´, wordt God meer ´ingevuld´. En het moeilijke is dus dat de HERE daarvan niet wil weten en zegt: "Láát die ruimte leeg!" Eigenlijk zegt God: "Jullie moeten open laten wie Ik ben. Júllie moeten níet invullen wie Ik ben."

7.

Dat is nog steeds te veel gevraagd. Mensen vullen graag in wie God is, juist om het geloof concreet te maken. Zeg maar: ze gaan zelf de foto aanbrengen in het lijstje. Mag ik het zo zeggen: een beeld is iets - letterlijk - eerbiedwaardigs waarmee je God verbindt. Een paar voorbeelden. God is ingevuld als: welvaart, een variant op het oudoosterse thema vruchtbaarheid. Contact maken met God betekent: succes hebben. Dat beeld riep een reactie op. Er kwamen christenen die zeiden: nee, God is een God van de armen. Je kunt alleen maar contact maken met God als je arm bent! God is ingevuld als: mannelijk, strijdbaar, gewelddadig. Denk aan de kruistochten! Contact maken met God loopt via de strijd. Ook daarop kwam een reactie, waar wij volop mee te maken hebben. Tegenwoordig staan de foto´s in het lijstje in het teken van de vrouwelijkheid. God is nu vooral een heel vriendelijke, tere God. Hij huilt met ons mee. We worden in de watten gelegd in de kerk. Het gaat veel softer toe dan vroeger. God is ingevuld als blank. De reactie: God werd ingevuld als zwart. God is ingevuld als traditie, de gevestigde orde. Je maakt contact met God als je bedaard alles bij het oude laat. Reactie: God wordt ingevuld als jeugdig, swingend, revolutionair. Je maakt contact met God als je alles omver werpt. Treffend is het veelvoud van de beelden. Er is niet één enkelvoudig, maar een veelvoudig beeld van God. Dat kan ook niet anders als het aan ons is in te vullen wie Hij is. Wij pakken immers altijd iets dat ons aanspreekt. De foto´s in het lijstje corresponderen met wie wij zijn. En ergens komen wij daardoor vooral onszelf tegen. We vullen de ruimte met uitvergrotingen van waarden die wíj belangrijk vinden. En zo gebeurt er iets verschrikkelijks: juist wie beelden maakt om zo God dichtbij te halen, raakt Hem kwijt. Zou God ons juist daarom niet het tweede gebod gegeven hebben: om ons in het ware contact met Hem te brengen?

8.

Geen beelden, een lege troon, een leeg fotolijstje, dat houdt in: laat open wie God is. Laat het aan Hem over ons nabij te zijn en te bepalen wie Hij is. Veelzeggend is zijn naam. Als God Mozes antwoordt op de vraag "Hoe heet U nu eigenlijk? Wie bent U nou eigenlijk?", dan zegt Hij: "Ik ben die Ik ben." Dus: "Ik ben Ik." Niet met iets te vergelijken. God is geen man en Hij is geen vrouw; God is niet blank en Hij is niet zwart. God is geen welvaartsgod en geen armoedegod. God is geen wilde revolutionair en geen conservatief. God is God. We moeten het aan Hem over laten Wie Hij is. God vult zichzelf in. En als Hij dan verschijnt, dan raken we in verwarring. Het nieuwe Testament zegt: God verschijnt aan ons in Jezus - Zijn beeld bij uitstek! (Kolossenzen 1:15) Maar wat een vreemde verschijning. Niet in te passen in onze lijstjes. Ergens heel zwak (kruis), ergens heel sterk (opstanding). Ergens heel soft, ergens heel hard. Ergens heel beminnelijk, ergens angstaanjagend. En wat was het moeilijk om Hem te accepteren, juist doordat Hij zo anders was. Ja, dat zegt het tweede gebod: "God is anders." Daarom moet die troon leeg blijven. Elke menselijke invulling tast zijn God-zijn aan. Wij maken beelden in meervoud. God is één - enkelvoud.

9.

En zo vraagt het tweede gebod, dat wij eindelijk terugtreden en het aan God overlaten het fotolijstje inhoud te geven. God onvergelijkelijk groot laten zijn. Paulus zegt in Athene: "Hij is niet ver van een ieder van ons. Want in Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij." (Handelingen 17:27,28) Overweldigend is dat. Zo groot is God: dat Hij ons omgeeft, ons levenselement is. Vgl. psalm 139. Een beeld betekent: ik heb God. Het tweede gebod zegt: God heeft jou. Vertrouw je daaraan toe. Geef het uit handen om te bepalen wie God is. Geef het uit handen aan Hem. Durf het aan met een leeg fotolijstje, in het vertrouwen dat Hij daar doorheen zichzelf aan ons zal laten zien. Laten wij in de kerk alstublieft eerbiediger worden, veel eerbiediger, de ruimte niet vullen met onszelf. Laat deze ruimte leger worden. Ik beloof u: dan raken wij God niet kwijt, dán pas komt er ruimte voor Hem. God woont in het duister, óns licht staat Hem in de weg. God is onvergelijkelijk, ónze invullingen staan Hem in de weg. God bepaalt zelf de tijd, ónze haast staat Hem in de weg. God vraagt: overgave, totale overgave. Vertrouwen. En Hij zegt: "Let op Jezus. Híj is mijn Beeld. Héél anders. Daardoor - echt."

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.