Preek over De tien geboden 1

2000-10-29 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Het eerste gebod: Kiezen

Liturgie:

1.

Zijn hier mensen die een hekel aan regels hebben? Hen nodig ik uit om een experiment te doen. Trek je de komende week nou eens niks van regels aan. Doe alsof ze er niet zijn. o Heb je zin om ongemanierd te zijn? Doen. o Geen zin om naar school te gaan? Blijf thuis. o Geen zin om eten te koken? Niet doen; laten ze het maar uitzoeken. o Behoefte om ergens tegenaan te trappen (letterlijk)? Waarom niet? o Val iemand de komende week gerust in de rede; geef rechts geen voorrang; ruim helemaal niets op. En stimuleer vooral je vrienden en familie om eveneens lak te hebben aan alle regels.Het zal niet meevallen om helemaal zonder regels te leven, maar probeer het op zijn minst. Maak er met elkaar maar een zootje van. Als dat experiment slaagt, dan beloof ik u dat u volgende week naar de kerk komt met de reactie: "Dominee, alstublieft, niet nog eens zo'n waardeloze preek. Want een leven zonder regels dat is niet te harden." God wist dat al. Niet voor niets begint Hij de tien geboden met te zeggen: "Ik ben de Heer, jullie God. Ik heb je uit Egypte gehaald, uit dat slavenoord." (Exodus 20:2) In Egypte hadden de Israëlieten geen leven. Toen heeft Hij ingegrepen. Maar de kans is groot dat ze het leven nu zelf gaan bederven, voor elkaar en voor Hem, en er zelf een zootje van gaan maken. Dat is niet de bedoeling. Daarom staat dit voorop: Denk eraan: Ik heb het goede met jullie voor. Laat je nooit wijsmaken dat Ik met al die regels het voor jullie vergal. Als dat zo was, had ik niet zoveel moeite gedaan om jullie uit Egypte te halen!

2.

God geeft dus regels omdat Hij ons een goed leven gunt. Tien stuks. Weinig eigenlijk: tien maar! Nou ja, dan is het ook te onthouden. Je hebt ook maar tien vingers. Vandaag de eerste: Houd er geen andere goden op na. Ik ben er immers! (Exodus 20:3)

3.

Andere goden. Bestaan die dan? Nee, maar je kunt ze wel maken. Er is zelfs een speciale afgodenfabriek! Calvijn spreekt zelfs van een werkplaats waar voortdurend afgoden gemaakt worden. Waar die zich bevindt? Schrik niet: dat bent uzelf. Wij maken die goden waarvan de HERE God zegt: Houd ze er niet op na! Ik ga dat uitleggen aan de hand van Mattheüs 6:24-34. In vers 24 noemt Jezus twee heren die we kunnen dienen: God en Mammon. God kennen we, maar wie is Mammon? Zijn naam betekent waarschijnlijk dat waarop je vertrouwt, en Jezus denkt bij hem concreet aan je bezittingen. Het is heel menselijk dat je op je bezittingen vertrouwt. Zo is het erg prettig als je geld op de bank hebt staan. Dat heet een achterdeurtje. Als de nood aan de man komt, kun jij wegkomen, dankzij je geld. Nu sparen straks een leuke pensioentijd! En als je een beetje slim belegt, kun je daarnaast je kinderen nog aan een goede opleiding helpen. Daar is toch niks mis mee? Nou, zegt Jezus, wat Ik zie is dat mensen uiteindelijk niets anders meer weten. Uiteindelijk houdt maar één vraag ze bezig: Wat zullen we eten? Wat zullen we drinken? Waarmee zullen we ons kleden? (vers 31) Dat is wel waar. Heel veel mensen om ons heen kunnen over niet zo heel veel andere dingen meer nadenken. Alles draait om geld en geld verdienen. Het is erg belangrijk voor ze. Soms het belangrijkste. Er zijn mensen die liever een baan hebben die goed betaalt dan een leuke baan. Er zijn mensen die zo hard werken om maar veel te verdienen, dat ze het er voor over hebben hun huwelijk op de klippen te laten lopen. In Amerika gaat driekwart van de jongeren die nu studeren ervan uit dat ze ooit miljonair worden (ND 11-8-2000). Kijk, zegt Jezus, dat bedoel Ik. Mensen gaan zoveel van geld verwachten dat het steeds belangrijker voor ze wordt. Op een gegeven moment laten ze er alles voor. Dan heeft het geld ze in hun macht. Dan is het geld hun heer geworden.

4.

Als het goed is weten we nu beter waarom wij zelf het zijn die goden maken. Het voorbeeld van het geld maakt dat duidelijk. Wanneer laat je iets een god voor je worden? Als je dit laat gebeuren: o het vraagt hoe langer hoe meer van je aandacht; o het gaat al het andere overheersen; o je voelt je er veilig bij; o het wordt een doel in je leven; o het krijgt macht over je. o Je krijgt zelf macht over je eigen leven, je hebt niemand anders meer nodig. Maar als het zo werkt, kunnen meer dingen god voor je worden. Bijvoorbeeld je werk. Sommige mensen vinden hun werk het allerbelangrijkste. Ze kunnen er niet buiten. Ze voelen er zich veilig bij. Het is hun hoogste doel. Het geeft ze een gevoel van onafhankelijkheid. Voor hun werk hebben ze alles over. Hun werk is hun god.

5.

En hoe zit het met wetenschap? En met je partner? En met wapens? En met Internet? En met televisiekijken? Om op het spoor te komen wat jouw god zou kunnen zijn, moet je dus deze vragen stellen: o Waarop vertrouw je? o Waarvoor heb je alles over? o Wat slurpt de meeste aandacht in jouw leven op? o Daarnaast moet je nagaan of je zonder die dingen kunt. Kun je nog een fiks bedrag weggeven? Kun je een week zonder televisie? Test jezelf uit!

6.

Dat moeten we thuis eens doen. Voor onszelf opzoeken wat een god zou kunnen worden voor onszelf. Heel eerlijk zijn. Is het de HERE? Is Hij het allerbelangrijkst? Voel je je ten diepste alleen bij Hem veilig? Heeft Hij je in zijn greep? Of is het iets of iemand anders? Ja, want besef dat je moet kiezen. Je kunt niet twee dingen het allerbelangrijkste vinden. &e kunt niet twee heren dienen." Dat is het eerste gebod, de eerste leefregel. God zegt: Ik alleen! Niks en niemand anders. Als het zo staat zijn we misschien minder christen dan we denken. Een mens heeft zo het gevoel dat het zich combineren laat. Twee ijzers in het vuur houden. Maar dan houd je jezelf voor de mal. Slechts één kan de allerbelangrijkste zijn. U moet kiezen.

7.

En waarom zou u God kiezen? Geld is veel concreter, toch? En je partner? En je werk? Ja. Misschien wel. Maar krijg je een goed leven als je daarvan je god maakt, je daar ten diepste veilig bij voelt, daar uiteindelijk alles voor over hebt? Jezus zegt van niet. Hij merkt op dat mensen die de Mammon dienen bekommerd leven. Ze zijn steeds bang dat het misloopt met hun geld. Ze liggen wakker als de koersen kelderen. Ze zijn eindeloos met zichzelf bezig. Dat is wrang. Je denkt dat je dankzij je geld alles hebt en kunt, maar in werkelijkheid word je opgedreven, ben je onvrij. Dan de HERE dienen. Hij wil je Vader zijn. Bij Hem kun je onbezorgd leven. Bij Hem krijg je een ander levensdoel: zijn Koninkrijk, vers 33. Dan leef je van jezelf af. Dan vind je het belangrijker om eerlijk te zijn dan om geld te verliezen. Jezus tekent hier heel vrije mensen. En dat is nou precies wat God met het eerste gebod voor heeft. Daarvoor heeft Hij zijn volk uit Egypte gehaald: om ze een onbezorgd leven te geven! Deze regel is niet voor niets de eerste. Wil je een goed leven hebben en niet de boel voor jezelf bederven? Laat dan vooral de HERE jouw God zijn. Durf van Hem afhankelijk te zijn. Geef de macht over je leven aan Hem. Ik heb gelezen van een marineofficier. Hij had een goeie baan, een fijne vrouw; hij maakte carrière. Maar hij had al vroeg in zijn leven door dat hij daar niet zijn laatste vertrouwen op moest stellen. Hij had in Indonesië in een jappenkamp gezeten. Hij beschrijft martelingen waar je onpasselijk van wordt. Maar wat zegt hij? Ik ben christen, heb me altijd gesteund gevoeld door de Heer. Op mijn zevende stond ik in Sjanghai 's morgens om halfzes in een duistere, lege kerk voor de dagelijkse mis. Ik voelde me alleen op de wereld. Ik hoorde een stem die zei: Gerard, je bent beslist niet alleen op de wereld. God is bij je. Sindsdien heb ik er altijd op vertrouwd dat het wel goed komt allemaal. Sorry voor de onbeholpen bewoordingen. (Interview met Gerard Brummer, 72 jaar oud, in de NRC van 13mei 2000)

8.

Dat is het: geen andere goden. Zo was Gerard Brummer opgewassen tegen een helse wereld, en tegen het plotselinge overlijden van zijn vrouw. Geen andere god kon het hem geven.Mensen: kies.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.