Preek over Hosea 11:8, 9

2000-08-20 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Gods heilige liefde

Liturgie:

1.

God lijdt aan zijn liefde voor zijn volk. Dat laat Hosea zien, ongelukkig in de liefde voor zijn vrouw als hij is. Hier, in Hosea 11, hetzelfde verhaal, maar in andere beelden. Nu zien we voor ogen hoe een vader van zijn kinderen houdt, terwijl dat die kinderen niets van Hem moeten hebben. Ook hier weer krijgen we een tekening van een zekere weerloosheid aan de kant van de HERE. In zijn liefde wordt Hij kwetsbaar, kwetsbaar voor teleurstelling. Liefde die niet beantwoord wordt maakt machteloos. Tegenover die ontwapenende toewijding van de HERE staat het kille, onverschillige, harde optreden van het volk Israël. Afschuwelijk is dat. Het maakt ook kwaad: zo reageer je niet op liefde! Die kwaadheid wordt ook heel duidelijk uitgesproken in Hosea 11:5. Ineens is daar de boze reactie: "Willen ze niet? Willen ze dan echt niet? Dan zoeken ze het maar uit! Dan moet Assur hun koning zijn." Hier wordt gezinspeeld op de politieke situatie van die tijd. Assur was de toenmalige zeer agressieve wereldmacht. Israël dacht door een slim diplomatiek spel aan de greep van Assur te kunnen ontkomen. Hosea kondigt evenwel aan, dat dat een ijdele hoop is: in werkelijkheid zal Assur dit volkje verslinden. De HERE had niets liever gedaan dan zijn volk daarvoor behoeden. Als Hij echter merkt dat het niets van Hem moet hebben, dan komt het tot die boze reactie: "Laat Ássur dan maar koning zijn over jullie." Het zal betekenen dat de tijden van verdrukking zoals ze ooit in Egypte hadden meegemaakt, terugkeren. Vandaar vers 5: "Zal hij niet naar het land Egypte terugkeren? Ja, Assur zal zijn koning zijn."

2.

Het is in onze tijd niet populair om te spreken over de boosheid, de toorn van God. Veel christenen stellen zich God voor als een God die zo genadig is, dat je voor zijn boosheid niet bang hoeft te zijn. Die voorstelling is echter niet alleen onbijbels, maar zal ons uiteindelijk ook beroven van contact met Gods liefde. Liefde kan niet zonder boosheid. Als je echt van iemand houdt, kun je kwaad op die ander worden, bijvoorbeeld als die ander stom bezig is, of jouw liefde niet honoreert. Het zou goed zijn als wij meer gingen beseffen, dat de Here God zo intens liefheeft, dat Hij zich juist daarom af en toe kan opwinden over ons en ons de mantel kan uitvegen. Schrik maar eens van Hem; besef maar eens dat Hij echt tegenover je kan komen te staan. Want de teleurstelling over zijn volk - zou die er heden ten dage niet meer zijn?!

3.

Toch is dat gelukkig niet het hele verhaal. Ware het dat wel, dan zag het er somber voor ons uit. Want dan zou er niets meer liggen achter Gods teleurstelling over ons. Maar lees nu vers 8 en 9 van Hosea 11. Daar is van een opmerkelijke ommekeer sprake. De HERE spreekt daar uit dat het toch niet tot een totale prijsgave van zijn geliefde zal komen. Adama en Zeboïm zijn de namen van steden die dicht bij Sodom en Gomorra lagen en samen met hen verwoest, ondersteboven gekeerd zijn (Deut. 29:23); dat was het lot van Adama en Zeboïm. En wat zegt de HERE nu, geconfronteerd met zoveel afkerigheid en goddeloosheid bij Israël? Dat hetzelfde lot toepasselijk zou zijn? "Mijn hart keert zich ondersteboven in Mij." Er vindt inderdaad een omkering plaats, maar niet in die zin dat de steden van Israël ondersteboven worden gekeerd, maar zo dat in Gód alles op zijn kop komt te staan. Zijn woede delft het onderspit; zijn geweldige erbarmen wint het.

4.

Buitengewone dingen worden hier gezegd. Een ondersteboven keren in God zelf - op wat een tumult wijst dat. Het duidt op een verschuiving van het drama dat in de wereld speelt. Het drama verplaatst zich naar het hart van God. Daarin gebeuren de meest ongewone dingen. Het rommelt er enorm. Tegen alle verwachting en redelijkheid in beëindigt Hij de relatie met zijn volk niet, maar brengt zijn teleurgestelde liefde een nieuwe golf van erbarmen te weeg. En daarin is Hij God. "Want Ik ben God en geen mens, heilig in uw midden." Het woord heilig verwijst naar het goddelijke, het geduchte van God, de hoogspanning waarbij wij uit de buurt moeten blijven, datgene waarin God ons eindeloos te boven gaat. Hosea mag de onwaarschijnlijke boodschap brengen dat God heilig is in zijn liefde. Zijn liefde is het die alles ondersteboven keert - in God zelf. Er vindt in het hart van de HERE een aardverschuiving plaats. Het loopt uit op een machtig betoon van erbarmen.

5.

Dat vieren wij aan het avondmaal. Wij vieren hier niet de kleffe vriendelijkheid van een God die niet kwaad is te krijgen. Wij zitten hier aan tafel als mensen die wat te vrezen hebben van een God, die zo hartstochtelijk liefheeft dat Hij kwaad op ons kan zijn. Maar wat wij te vieren hebben, is dat het drama zich verplaatst heeft - van ons naar God. Het is binnenin God gaan woeden. En de uitkomst is, dat een geweldige aardverschuiving heeft plaatsgevonden. Zijn Zoon heeft de toorn gedragen, en over ons golft het erbarmen. Heilige liefde is dat.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.