Preek over Psalmen 115:1

2000-07-02 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Een appèl mogen doen op Gods eergevoel

Liturgie:

1.

Naar aanleiding van de doop wil ik vanmorgen preken over Gods eergevoel, en hoe u daarop een beroep kunt doen. Om dat duidelijk te maken ga ik eerst in op ons eigen menselijke eergevoel. Hoe sterk mensen door eergevoel gedreven kunnen worden is de afgelopen week wel gebleken: Nederland aasde op de eer van het Europees kampioenschap voetbal, en veel mensen waren zeer teleurgesteld dat die eer hun neus voorbij ging. Het verlies tegen Italië werd als pijnlijk ervaren omdat het 'onze eer te na' was. Maar ga ook eens na hoe sterk je eigen eergevoel kan zijn. Waarom vinden we het zo erg om beledigd te worden? Omdat onze eer in het geding is! Heel velen van ons kunnen zich wat voorstellen bij de uitdrukking 'de eer aan jezelf houden'. Kortom: onze 'eer' is belangrijk. Ze heeft te maken met wat je waard bent. Voor een deel hangt dat samen met wat je presteert. Maar ten diepste gaat het om wie je bent. Je werpt als mens een zeker gewicht in de schaal. Je eergevoel is, dat je je van dat gewicht bewust bent. En omgekeerd bewijzen mensen jou eer als ze jouw gewicht erkennen.

2.

Niet toevallig gebruik ik het woord 'gewicht'. In de bijbel is dat het woord voor 'eer'! En het zal u vast niet verbazen dat er vaak wordt gesproken over de eer, het gewicht van God. Want als er nu iemand gewicht in de schaal werpt, dan is Hij het! En als iemand recht van spreken heeft als Hij zich beledigd of te kort gedaan voelt, dan Hij! En als iemand het verdient dat wij zijn gewicht honoreren, dan wel God! Vandaar, dat het in deze preek kan gaan over Gods eergevoel. Want Hij is zich ten volle bewust van zijn unieke gewicht. Ook voor God is eergevoel een zeer belangrijke drijfveer. Daar is Hij God voor!

3.

Wat dat te maken heeft met de doop, en waarom wij op dat eergevoel van Hem een appèl kunnen doen? Kijk daarvoor eens naar het begin van psalm 115. Zie goed dat niet mensen worden opgeroepen om Gods naam eer te geven. Nee, de HERE zelf wordt aangesproken: "geef uw naam eer." Dat betekent: "HERE, denk aan uw eer! Zorg ervoor dat U geëerd wordt!" Hier wordt de HERE opgeroepen gevoelig te zijn voor zijn eer. Blijkens vers 2 is dat nodig: het gevaar dreigt dat in de mensenwereld tekort wordt gedaan aan de plek die God inneemt, dat men verachtelijk over Hem doet. Heel herkenbaar in onze tijd: veel mensen denken dat God erg weinig gewicht in de schaal werpt, of zelfs helemaal geen gewicht. Een gelovige is iemand die dat erg vindt. Die gelooft heilig dat God meer gewicht in de schaal werpt dan wij allemaal bij elkaar. En dus is dit bij uitstek de roep van een gelovige: "HERE, doe daar wat aan! Laat het uw eer te na zijn dat de mensen gering van U denken!" En zo wordt God aangesproken op zijn eergevoel.

4.

Hoe bereikt God dat de mensen zijn gewicht erkennen? Ik noem grofweg twee manieren: door zijn grootheid te laten zien in de natuur en in de geschiedenis. Eerst: de natuur. Calvijn heeft gezegd: de natuur is het theater van Gods glorie. Daarin laat de HERE zien wat Hij voorstelt. Wij mensen zitten op de tribune en kijken toe en roepen "Oooooooh!!" en "Niet te geloven!!" Gelovigen lopen zo rond in de natuur; ze vergapen zich aan de demonstraties van Gods grootheid. Daarnaast komt God op voor zijn eer in de geschiedenis. Ook wat dat betreft weer twee dingen. Ten eerste: God kan rake klappen uitdelen. Daarmee laat Hij de wereld zien dat Hij niet over zich laat lopen. Vgl. Ezechiël 28:22: de HERE zal de stad Sidon een lesje leren en zo 'zich verheerlijken', zijn gewicht tonen. Dat is een voor de hand liggen de manier om zich te profileren: mensen die zich aan Hem niet storen een elsje leren. De andere manier is liefelijker: God kan ook tonen wat Hij waard is door zijn goedheid te demonstreren. Zie Jesaja 40:5: God zal zijn heerlijkheid tonen in de terugkeer van zijn volk uit Babel. Dan toont Hij zijn onvoorstelbare charme; ook een manier om mensen zover te krijgen dat zij Hem erkennen als een God die bepaald gewicht in de schaal werpt.

5.

Merkt u: Gods eergevoel drijft Hem tot belangrijke daden: tot zijn scheppingswerk, zijn oordelen, en zijn reddingen. In psalm 115 gaat het nauwelijks over het eerste, wel over het tweede en vooral over het derde. Op het eerste wordt slechts gezinspeeld in vers 15. Wat het tweede betreft: zie vers 8. Lees niet over de dreiging heen: mensen die meer gewicht toekennen aan afgoden dan aan de HERE zullen dat weten. Dat is zijn eer te na! De HERE is een naijverig God! Maar vooral het derde komt in psalm 115 naar voren: dat God bewerkstelligt dat mensen Hem eren door de demonstratie van zijn goedheid. Zie vers 1: het gaat om zijn goedertierenheid en zijn trouw. Die mogen de mensen niet kleineren! In het Nieuwe Testament loopt dat uit op de komst van Christus: de ultieme demonstratie van Gods unieke grootheid is de zending van zijn Zoon in onvoorstelbare liefde en genegenheid. Concreet is zo de verwachting in psalm 115, dat de HERE zal zegenen, allen die de HERE vrezen, kleinen zowel als groten. (vers 13)

6.

En daarmee zijn wij bij de doop. God wil ook de kleintjes zegenen! Zijn motief: zijn eer! Zo bewijst Hij wie Hij is: God, een God van goedertierenheid en trouw. Niet te geloven eigenlijk: dat de grote God zijn gewicht bewijst door zich met zo'n klein mensje bezig te houden. Een even grote demonstratie als de schepping van de Niagarawatervallen…. Aan die kleine mensenkinderen bewijst God de wereld Wie Hij is. Zo troeft Hij de spotters af: "Je zult eens zien wat Ik van dit mensje maak, en hoe Ik ervoor zorg!!" En nu is ook duidelijk wat ik bedoel met dat appèl op Gods eergevoel. Gods verbindt zijn eer aan het welzijn van deze kinderen. Daar mag je Hem op aanspreken. Het is zijn eer te na dat het met hen niet goed gaat. Wat een gebedsmotivatie!

7.

Nog één ding. Psalm 115 begint nadrukkelijk met een afwijzing: "Niet ons, o HERE, niet ons, maar uw naam geef eer." Wat wil dat zeggen? Niet dat onze eer niet interessant zou zijn. Dat is zij wel: ook wij mensen werpen een zeker gewicht in de schaal. Dat was Gods bedoeling toen Hij ons schiep! Waar het om gaat is dat het ten overstaan van God ongepast is om aandacht te vragen voor ons gewicht. Vergelijk dat met het mopje van de muis die samen met een olifant over een bruggetje loopt en vol trots zegt: "Wat stampen we lekker hè!" Belachelijk…. Zo belachelijk doen mensen vaak. Ze zijn vervuld van hun eigen gewicht en duwen God opzij: "Kijk mij eens!" Ook in de vorm van het aanspraak maken op zijn hulp: "Ik verdien toch zeker…!" Psalm 115 doorziet dat als belachelijk. Dan verlies je alle proporties uit het oog. Die kindjes zouden verdienen dat God hen zegent en voor ze zorgt? Daarmee zou Hij hun gewicht honoreren?? Onzin. Ze zijn even broos en onbeduidend als wij allemaal, als je ze plaats op de schaal van dit heelal. Nee, als het daarom gaat zal er niks van ze terechtkomen. Gods goede zorg voor hen mag je slechts afbidden vanwege zijn eer. Het komt zijn eer te na als die schepseltjes uit zijn goedertierenheid zouden vallen. De enige grond die wij hebben om zijn zegen af te smeken is dat Hij er zijn naam aan verbindt.

8.

Ik vat het samen. Het gaat er in het geloof om dat wij rekenen met Gods eergevoel. Je kunt Hem niet straffeloos negeren: dat is zijn eer te na. Leef dat die kleintjes voor. Anderzijds: wat God waard is, dat bewijst Hij toch het allermeest in de ontferming van zijn Zoon over ons mensen. De kinderen bij Jezus op schoot: voorwaar, een imposant theater van zijn glorie. Zo wil Hij de eeuwigheid ingaan: als een God van ontferming. Ontleen daaraan de moed om aanhoudend bij Hem te pleiten op zijn trouw en ontferming, in Christus onze Heer.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.