Preek over Ezechiël 37:1-14

2000-06-11 v.m.

Ds. A. van der Dussen

De Geest doet leven

Liturgie:

1.

Ooit heb ik in Zwitserland een vitrine gezien met honderden doodskoppen erin: een griezelig gezicht. Zoiets griezeligs ziet Ezechiël: een veld, bezaaid met doodsbeenderen, stukken van geraamtes. Waarop slaat dat? Niet op letterlijk dode mensen. Zie vs 11: het visioen verbeeldt de troosteloze toestand van het volk Israël. Ze leven nog wel, maar ze hebben geen leven. Ballingschap: niet in eigen land. Contact met God afgesneden: de tempel is verwoest. "Hoop doet leven!" zeggen we. Waar geen hoop is, geen doorzicht, heb je geen leven.

2.

Het is in deze situatie dat de Geest ter sprake wordt gebracht: vs 14. Het visioen verduidelijkt hoe we Hem ons voor moeten stellen: als levensadem, 5, 6, 8, 9, 10, maar ook als wind, vs 9. Pinksteren heeft te maken met: doen herleven, vs 14! Concreet: terugkeer van Israël naar het eigen land en herstel van de relatie tot God. Dan wordt leven weer leven! Zo blijkt dat de zending van de Geest geen minder belangrijk aanhangsel aan het christelijk geloof is, maar behoort tot de kern. Dit gedeelte is Pasen en Pinksteren op één dag.

3.

Het Pinksterfeest bepaalt ons bij onze eigen menselijke doodsheid. Zo'n visioen is nodig om het ons te onthullen. Het leven kan gewoon doorgaan, en toch lijden aan de dorheid van totale hopeloosheid. In zekere zin kun je zeggen: waar het onze wereld aan ontbreekt, is Gods Geest. Neem de wereld om ons heen: wat een leegheid is waar te nemen. Alles draait om het EK, om het grote geld. Best leuk, zo'n groot sportevenement, maar wat armzalig als het het één en het al wordt. In feite demonstreert het hopeloosheid: waar leven mensen voor? Het grenzeloze materialisme van onze tijd maskeert verveling en wanhoop. Steeds meer mensen leven zonder waarden, zonder bestemming. Wat breken er duistere krachten los bij de voetbalvandalen: vreselijke gewelddadigheid, een totaal verlies van beschaving. Zo gezien dienen we niet te gering te denken van de presentie van de Geest in ons christelijk leven. Let even op de tegenhanger van de dorre doodsbeenderen.

4.

In psalm 35:9,10 staat: Mijn ziel juicht in de HERE, jubelt in zijn verlossing; al mijn beenderen zeggen: Here, wie is als Gij.Hier geen doodsheid en verdorring. Hier vreugde over Gods nabijheid. Hier de zinvolheid van een leven dichtbij de Here. Dat is dus de Geest, als je als christen je verheugt in God en bij Hem hoop hebt en in die zin als mens floreert. Nog eens: denk niet te gering van zijn aanwezigheid. Je ziet de Geest bezig, juist in contrast met het afgrijselijke wat je ziet in een wereld waar Hij afwezig is... Maar ook binnen de kerk en in het christelijk leven kan doodsheid optreden. Mensen hebben soms absoluut geen doorzicht meer. Echte betrokkenheid op de Schepper ontbreekt niet zelden. De kerken zijn soms een toneel van verwarring en verlegenheid. Ook dan: leegte... O, wat kan het ontbreken aan dat rijke, inhoudelijke leven waarin wij mensen dichtbij God leven en gericht zijn op zijn Koninkrijk.

5.

Pinksteren is: nieuwe schepping. Bij de schepping blies God in de dode materie, Genesis 2:7.. Op de Pinksterdag doet Hij het weer. Hij alleen kan het. Aan de profeet wordt gevraagd: "Kunnen deze beenderen herleven?" Het antwoord lijkt voorspelbaar: natuurlijk niet. Dood is dood. Er is geen houden aan met de samenleving, met de kerk. Maar de profeet houdt het open: "Here HERE, Gij weet het." De profeet weet van het wonder van de Geest, van God adem, van de wind. En zo staat Israël wonderbaarlijk op uit de dood, hervindt het zijn oriëntatie op Gods rijk. Niets minder dus is het werk van de Geest dan de opstanding uit de doden. Dat betekent, dat we pas Pinksteren kunnen vieren als we van onze eigen doodsheid overtuigd zijn...

6.

Wat mogen we van de Geest verwachten? Ik zou zeggen: in de kern terugkeer naar God en zijn rijk en dan ook een leven in nieuwe hoop. Het hervinden van de nabijheid van God, met alle perspectief van dien, en soms ook daadwerkelijke heling van gebrokenheid (genezing). Een leven dat weer zin krijgt door de betrokkenheid op onze Schepper. O, stel je toch voor dat mensen weer met Hem bezield worden! Dan houdt het op, het platte materialisme, het geweld, de richtingloosheid.

7.

Hoe hebben we de Geest te verwachten? In Ezechiël 37 is het de profeet die Hem roept. Is dat niet een verwijzing naar Christus? Volgens het Nieuwe Testament is het Christus het die de Geest over ons oproept. Dat is gegrond in zijn verzoening. Alleen langs die weg hebben we de Geest te verwachten. Híj roept Hem voor ons, nadat Hij heeft weggedaan wat tussen God en ons instond. Laat Hem toe dat te doen. Laat ook in dat opzicht Jezus Heer zijn over uw leven. Verwacht van Christus de levendmakende Geest! En verzwijg voor de wereld niet de boodschap dat het de Geest is die levend maakt, de Geest van Jezus Christus, door Hem geroepen en uitgestort om deze wereld tot nieuw leven te brengen.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.