Preek over Catechismus 44
2007-06-03 n.m.
Ds. A. van der Dussen
Pas een eerste begin...
Liturgie:
♪ E198
♪ Psalm 136:1, 2, 3, 4
Jacobus1:13-15 en 4:1-10
♪ Gezang 285:4
♪ Psalm 51:5
♪ Gezang 288:1, 3, 4, 8
1. Kwade aandriften
In deze vragen en antwoorden laat de Catechismus zich pessimistisch uit over de mate waarin wij goede werken kunnen doen. Vanmiddag wil ik u graag iets vertellen over bijval voor die stelling van buiten de kerk. Lange tijd heerste buiten de kerk optimisme over het menselijk vermogen om het goede te doen. Maar langzamerhand komen er steeds meer denkers die hun verwachtingen bijstellen. In een boek van een niet-christelijke geleerde trof ik zelfs een hoofdstukje aan onder de titel: "Geneigd tot alle kwaad"! (Kinneging, Geografie van goed en kwaad, hoofdstuk 9) Vanwaar dit pessimisme? Omdat men weer meer aandacht heeft voor wat men noemt de "kwade aandriften" in ons hart (a.w. 128). Daarmee ben ik terug bij de Catechismus. Want die benadert het onderwerp via het tiende gebod, Gij zult niet begeren. De stelling van de Catechismus is deze: "Onze begeertes zijn te vaak op het verkeerde gericht en te weinig op het goede. Daardoor doen wij minder het goede dan God zou willen." Kortom: ook de Catechismus houdt zich bezig met onze 'kwade aandriften'. Ik ga er nader op in.
2. Begeren
Antwoord 113 is verrassend. Het gaat namelijk helemaal niet in op concrete begeertes waar het gebod van spreekt:
Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf enzovoorts.
In plaats daarvan past de Catechismus dit gebod toe op alle voorgaande van de tien geboden. Het gebod om niet te begeren houdt volgens deze uitleg in, dat wij geen afgoden mogen begeren (het 1e gebod), en niet mogen begeren te vloeken (het 3e gebod), of te liegen (het 9e gebod). Met andere woorden: het tiende gebod laat zien dat het in al die vorige niet alleen om je daden gaat, maar ook om de begeerte achter die daden. Foute daden beginnen met foute begeertes. Omgekeerd ook: goede daden beginnen met goede begeertes. Zo legt zondag 44 het tiende gebod uit als een verbod op elke verkeerde neiging, en als een oproep om met heel je hart je zinnen te zetten op het goede. Tja, dan is het geen wonder dat antwoord 114 gering denkt van onze prestaties. Eigenlijk is het nog complimenteus, als er gezegd wordt dat er een begin is van een ernstig 'voornemen' om naar alle geboden van God te leven. Kennelijk zijn de kwade aandriften' het in de bekeerden dus wel aan het verliezen!
3. Jacobus
Het is vruchtbaar om op deze wijze naar het kwaad te kijken. Jacobus doet dat ook. Indringend beschrijft hij in 1:13-15 het proces van zondigen: de verleiding komt door de begeerte, die lokt en meesleept; is de begeerte eenmaal bevrucht, dan baart ze de zonde. In 4:1-10 schetst hij een beklemmend beeld van de chaos die in het menselijk hart kan heersen: allerlei hartstochten vallen in je hart over elkaar heen. Dat vraagt erom je hart te 'zuiveren', vers 8. Het stukje eindigt met een merkwaardige oproep om niet te hoog van de toren te blazen:
Weeklaag, wees treurig en laat uw tranen vloeien. Laat uw lachen veranderen in droefheid en uw vreugde in somberheid. Verneder u voor de Heer, dan zal Hij u verheffen.
Dit is natuurlijk niet van toepassing op mensen die al gauw van zichzelf denken dat ze het niet goed doen. Dit is veel meer een uitbrander aan het adres van mensen die tevreden zijn over zichzelf. Het is veelbetekenend, dat dit staat in een brief die zoveel aandacht heeft voor goede werken en die meer een praktische instelling heeft dan dat ze zo diep graaft. Je zou kunnen zeggen: Jacobus schrijft hier als realist, en niet als idealist. En dat is nu precies wat in onze tijd aan het terugkomen is: realisme.
1. AANSLUITING MET VORIGE CATECHESEDIENST
Wanneer we het hebben over de betekenis van de kerk voor de wereld om ons heen, is het goed om hierop te letten. We praten in het kader van Open gemeente veel over onze houding. Dat is prima, maar vergeet daarbij niet na te denken over onze boodschap. Catechismus zondag 44 is wat dat betreft van centraal belang. Denk niet dat je met dit 'pessimisme' niet kunt aankomen in de wereld. Natuurlijk, het is misschien wat overdreven geformuleerd. Maar kijkend naar de kern van de zaak vallen hier inderdaad beslissingen. In het scherpe licht van de Bijbel heeft de christelijke kerk oog voor de enorme rol die de begeerten en hartstochten in het hart van een mens spelen. Durf die achterkant van ons leven te benoemen. Wees niet bang dat je mensen kopschuw maakt. Het zou wel eens zo kunnen zijn, dat voor mensen dingen juist op hun plaats vallen. Lang genoeg is de wereld bevangen geweest door een dwaas idealisme. Er is ontvankelijkheid voor realisme. En wat perspectiefrijk klinkt het dan, als antwoord 115 ons de weg van het gebed wijst. Deze zondag loopt uit op de oproep om toch vooral te bidden om de genade van de Heilige Geest. Want Hij kan en wil ons hart vernieuwen, zodat de kwade aandriften plaats maken voor een verlangen naar vernieuwing. Is dat niet de nederigheid die Jacobus bedoelt? Geen gearriveerdheid over je christelijke vorderingen, maar eerbiedig op de knieën gaan, vanuit een diep besef dat alleen God zelf ons kan bevrijden van onze kwade aandriften.AmenMorgengebed van Gregorius van Nazianze (329-390)Bij het ochtendgloren geef ik aan mijn God de hand,dat ik geen duistere daad stel of koester,maar dat ik U bovenal de dag opdraag,onberoerd blijvend, en meester van de hartstochten.Ik schaam mij dat ik op mijn oude dagnog zo slecht ben,en ik aan uw tafel deelneem.Zo weet ik mij gestuwd, mijn Christus,houdt Gij mij in het rechte spoor.De volgende notitie is aan de kerkgangers uitgereiktCATECHESEDIENST VAN NGK EINDHOVEN OP ZONDAGMIDDAG 3 juni 2007Onderwerp: Pas een eerste begin... (Heidelberger Catechismus zondag 44)Schriftlezing: Jacobus 1:13-15 en 4:1-10Zondag 33 wil het hebben over de bekering en stelt dan de vraag: "Wat zijn goede werken' ? Antwoord 91 zegt: "Dat zijn daden die verricht worden volgens de Wet van God." Dan volgt in zondag 34-43 een bespreking van die wet, de tien geboden. Zondag 44 maakt vervolgens de balans op: hoeveel komt er van die goede werken terecht? Aansluitend bij het 10e gebod ("Gij zult niet begeren") is het antwoord: minder dan je lief is. Vandaar het thema van deze dienst: Pas een eerste begin... Let er op, dat het woord 'bekering' in vraag 114 terugkomt.
2. SAMENVATTING ZONDAG 44
Vraag en antwoord 113Wat eist het tiende gebod Gods van ons?Dat zelfs de minste neiging of gedachte die in strijd is met een van Gods geboden, nooit in ons hart mag opkomen,maar dat wij met ons gehele hart alle zonden verafschuwen en alle gerechtigheid liefhebben.Vraag en antwoord 114Kunnen zij die tot God bekeerd zijn, deze geboden volkomen houden? Nee. Ook in de allerheiligsten is, zolang zij in dit leven zijn, pas een eerste begin van deze gehoorzaamheid aanwezigMaar wel beginnen zij met een ernstig voornemen niet alleen naar enkele, maar naar alle geboden van God te leven.Vraag en antwoord 115Waarom laat God ons de Tien Geboden zo streng prediken, wanneer toch niemand ze in dit leven kan volbrengen?Allereerst, opdat wij ons leven lang onze zondige aard steeds beter leren kennen en met des te groter begeerte de vergeving van zonden en de gerechtigheid in Christus zoeken.Vervolgens, opdat wij ons zonder ophouden beijveren, en God bidden om de genade van de Heilige Geest, om steeds meer naar het beeld van God vernieuwd te worden, tot wij na dit leven de beloofde volmaaktheid bereiken.
3. GESPREKSVRAAG
Jan Veenhof vindt dat antwoord 114 geen recht doet aan het werk van de Heilige Geest. "De .. uitspraak van de Catechismus blijft onder het niveau, waarop Paulus de mens-in-Christus plaatst. Die mens is niet aan de zonde, de aanvechting en de strijd ontheven. ... Niettemin kan en mag hij in zijn leven de veelvuldige vrucht van de Geest gaan vertonen." (Vrij Gereformeerd, 254) Wat vindt u van Veenhofs stelling?
Amen
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.