Preek over Handelingen 28:1-10

2006-11-12 n.m.

Ds. A. van der Dussen

Uit de nacht de nieuwe dag instappen

Liturgie:

♪ E133
♪ Psalm 99:1, 2, 3, 4
Handelingen:28:1-10
♪ Gezang 449:1, 2, 3, 4, 5
♪ Gezang 381:1, 2, 3, 4, 5
Geloofsbelijdenis
♪ Psalm 103:8, 9

1. Negatief zelfbeeld

"Geheel en al onbekwaam tot iets goeds": kun je dat werkelijk van ons mensen zeggen? De ervaring leert anders. Er zijn mensen die niet geloven in God, die niet wedergeboren zijn, en die toch echt goede dingen doen. Het zijn aardige mensen, fijne mensen. Doet de Catechismus hun geen onrecht? Doet de Catechismus onszelf geen onrecht? Veel mensen tobben met een negatief zelfbeeld. Ze voelen zich een nul. Deze leer maakt het er niet beter op. Ik las ergens over een moeder van vijf kinderen. Ze was depressief en ging in therapie. Langzamerhand ging ze wat positiever tegen zichzelf aan kijken. Op een gegeven moment wilde ze zeggen dat ze ook een goede moeder was, maar ze keek omhoog en zei: "Dat mag niet." Je mag jezelf geen 'goede moeder' noemen. Als je 'geheel en al onbekwaam bent tot iets goeds' kun je geen goede moeder zijn... (Aleid Schilder en Jan Veenhof, Van Vrijmaking tot bevrijding, 183) Het moge duidelijk zijn: zó'n zondeleer doet geen recht aan mensen en bevordert een negatief zelfbeeld. Dat is slecht. Een genuanceerder beeld Is zo'n zondeleer bijbels? Er zijn teksten die in die richting wijzen. Bijvoorbeeld Romeinen 3:12

Heel de mensheid is verdorven
Er is geen mens die nog het goede doet,
Er is er zelfs niet één.

Toch is het beeld in de Bijbel genuanceerd. Onze Heer Jezus noemt ons enerzijds 'slecht' (Matteüs 7:11), maakt anderzijds onderscheid tussen 'goede en slechte mensen' (5:45; 22:10). Treffend is ook dat in Handelingen 28:1-10 lovend gesproken wordt over mensen die de God en Vader van onze Heer Jezus Christus niet kennen. Hun wordt zelfs 'menslievendheid' toegedicht (vers 2) - een deugd die in Titus 3:4aan God wordt toegeschreven! Vgl. Handelingen 28:7,10. In de Bijbel wordt dus volmondig erkend dat niet-wedergeboren mensen goede dingen kunnen doen. Laten we daaraan recht doen. Soms zijn mensen metterdaad te prijzen, ongeacht of ze christen zijn of niet. Soms ben je zélf te prijzen. Pas op voor een negatief zelfbeeld. Je mg best van jezelf zeggen: "Hé, daar en daar ben ik goed in. Dat en dat heb ik goed gedaan." Er kan reden zijn om van jezelf zeggen, in het besef dat je een onvolmaakt mens bent en veel fouten maakt: "En toch denk ik dat ik een goede moeder ben geweest!"

2. Een verduidelijking van de Catechismus

Blijft de vraag hoe de Catechismus het bedoelt, als hij zo stellig zegt dat wij mensen geheel en al onbekwaam zijn tot iets goeds. In de Dordtse Leerregels staat een commentaar op v/a 8 dat de zaak verheldert. Ik doel op III/IV 3:Alle mensen worden in zonde ontvangen en als kinderen des toorns geboren, niet in staat tot enig zaligmakend goed. ... Zij willen of kunnen niet terugkeren tot God ... zonder de genade van de Heilige Geest, die hen vernieuwt.Het gaat dus om het zaligmakend goed. Daartoe zijn wij niet in staat. Denk hierbij aan de definitie die Catechismus antwoord 6 van 'goed' geeft: De mens is in ware gerechtigheid en heiligheid geschapen, opdat hij * God zijn Schepper op de rechte wijze zou kennen, * Hem van harte liefhebben * en met Hem in de eeuwige zaligheid zou leven om Hem te loven en te prijzen. Ziedaar het goede' dat onbereikbaar voor ons is, tenzij wij een totaal nieuw begin maken door de kracht van de Geest. Het gaat om het grote doel van ons leven, de bestemming die God in gedachten had toen Hij ons schiep. Wanneer wij in de Bijbel 'slecht' genoemd worden, slaat dat hierop: wij zijn van God afgegroeid. Hem recht kennen; hem van harte liefhebben; Hem loven en prijzen - het zit er bij ons van nature niet in. Dat wil niet zeggen dat wij helemaal niks goeds kunnen doen. In de Dordtse Leerregels wordt óók recht gedaan aan het verhaal van de hartelijke ontvangst die Paulus op Malta ten deel viel. Zie III/IV artikel 4:Wel is na de val in de mens nog enig licht der natuur overgebleven; hierdoor * behoudt hij enige kennis van God, * van de natuurlijke dingen, * van het onderscheid tussen wat betamelijk en onbetamelijk is en * geeft hij er ook blijk van enigermate de deugd te betrachten en uiterlijk de goede zeden in acht te nemen. Alleen: al die goede dingen zetten geen zoden aan de dijk, als het erom gaat dat wij onze bestemming bereiken. We hebben niks aan dat 'licht der natuur', wanneer het zaak is God recht te kennen, Hem van harte lief te hebben en Hem tot in eeuwigheid te loven en te prijzen. Dat wordt uitgesproken in het vervolg van artikel 4 van de Dordtse Leerregels:Maar zo weinig kan de mens door dit licht der natuur tot de zaligmakende kennis van God komen en zich tot Hem bekeren, dat hij ook in natuurlijke en in maatschappelijke zaken dit licht niet op de juiste manier gebruikt.Met andere woorden: uiteindelijk komt de mens niet ver als hij gebruik maakt van zijn 'natuurlijke goedheid'. Zelfs als het gaat om het 'gewone' leven van kunst en economie, slaagt de mens er niet in om er van te maken wat God zou willen. Dat zien we als we op Jezus letten. Wil je zien hoe een 'echt' goed mens functioneert - kijk dan naar Hem. Hij kende God wél op de rechte wijze; Hij had God wel van harte lief; Hij loofde en prijsde Hem zelfs aan het kruis. Jezus heeft de enorme kloof ervaren die gaapte tussen Hem en ons.

3. Wedergeboorte

Vandaar zijn prediking van de wedergeboorte. Dat is een radicale term, die suggereert dat je als mens totaal overnieuw moet beginnen, Johannes 3:11-7. Jezus verkondigt de noodzaak daarvan, hoezeer Hij ook ruimte laat voor het besef dat wij relatief goede dingen kunnen doen. Hij maakt ons duidelijk dat wij niet kunnen volstaan met een proces van geleidelijke verbetering, waarbij we ons uitgangspunt kiezen in het bestaande. Nee, onze goede daden en onze deugden kunnen ons uiteindelijk niet helpen. Ze kunnen zelfs een instrument worden waarmee we ons tegenover God staande houden - denk aan de Farizeeën! Ook met het oog hierop is het leerzaam om Handelingen 28 te lezen. Met al het 'licht der natuur' leven de Maltezers toch in het schemerduister. Zij kennen God niet op de rechte wijze, vers 4 en 6. Ze hebben nodig dat Paulus hen tot andere gedachten brengt en hun de menslievendheid van God toont (vers 8,9). Schemert aan het eind van het stukje niet hun wedergeboorte door, als ze Paulus en de zijnen met eerbewijzen overladen?

4. Praktisch

Ook in deze genuanceerde vorm is de bijbelse zondeleer dus diep ernstig. Ook waar wij dankbaar oog mogen hebben voor andermans en eigen goede dingen, worden wij voor een verreikende beslissing gesteld. Zijn wij bereid om een heel nieuw begin van ons leven te maken, teneinde de bestemming van ons leven te bereiken? Laten we het ons zeggen, dat wij zonder Christus, zonder de Heilige Geest, niet de mens kunnen zijn die God bedoelde toen Hij ons schiep? Híerover gaat het in het christelijk geloof: of ons leven lukt. Of we eindelijk in ons element komen. Of we, zoals iemand het in een email aan mij prachtig omschreef, "uit de nacht de nieuwe dag instappen". Uiteindelijk gaat het daarover in het evangelie: dat wij alsnog op weg gaan om onze bestemming te bereiken. Laat mij daarom tenslotte enkele opwekkende opmerkingen voorlezen uit enkele reacties die ik per e-mail kreeg. "Wij zijn geneigd tot alle kwaad, maar door de kracht van God en de Heilige Geest maakt God toch iets van ons. En zijn wij soms tot dingen in staat waar we zelf verbaasd van kunnen staan." "Het kan!! Het is geweldig te ervaren in je eigen leven dat de Geest je op elk moment van de dag helpt (!!) om jezelf te verloochenen en ander gedrag te vertonen."

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.