Preek over 1 Timoteüs 4:1-10

2006-01-22 n.m.

Ds. A. van der Dussen

Training voor een vroom leven

Liturgie:

1. Gymnastiek

Voor de persoonlijke relatie met God is oefening nodig, zo u wilt: training. Mensen die verlangen naar de levende omgang met God maar er geen moeite voor doen, zullen niet ver komen. Het gaat niet vanzelf, net zo min als je goed kunt schaken of trompetspelen of basketballen zonder oefening. In I Timoteüs 4, waar de tekst staat waaraan ik het thema voor deze preek ontleen, wordt de oefening in een vroom leven (vs 7) niet voor niets vergeleken met de oefening van het lichaam (vs 8). Het Griekse woord voor oefening' is 'gymnastiek'. Je kunt gymnastiek met je lichaam doen, maar ook gymnastiek met de geest. Die twee liggen in elkaars verlengde. In I Timoteüs 4 gaat het namelijk over 'lichamelijke oefening' die als doel had dat je je lichaam onder de knie kreeg. Laat ik het zo zeggen: het ging bij die gymnastiek meer om een goede geestelijke dan om een lichamelijke conditie. Dat kennen wij ook. Behalve al die sportscholen waar je puur aan je lichamelijke conditie werkt, is er ook sportbeoefening die ertoe dient dat je bijvoorbeeld beter met andere mensen leert omgaan. In de oudheid had men de meest verheven doeleinden met lichaamsoefening: de ontwikkeling van moed, zelfbeheersing, leren tegen je verlies te kunnen enzovoorts. Daarachter zit het ideaal van 'de vrije geest': je niet op de kop laten zitten door je lichamelijke behoeften aan bijvoorbeeld slaap, eten, seks. Zo gezien is het geen wonder dan de oefening in een vroom leven vergeleken wordt met de oefening van het lichaam. Sterker nog: die twee kunnen heel dicht bij elkaar liggen. Wist u dat bijvoorbeeld in de kloosters deze lichamelijke oefening werd voorgeschreven? Dat had alles te maken met de verheven doelstelling die men daar had. Men streefde ernaar om 's nacht te kunnen bidden en niet in slaap te vallen, om kuis te leven en niet meegesleept te worden door zijn driften, om niet zoveel te eten dat je je aandacht niet bij het gebed kon houden! Ziedaar het nut en de zin van 'lichamelijke oefening': een training in dienst van dat hoge, geestelijke ideaal!

2. Ascese

Daarmee komen we uit bij een bijbels motief, dat ascese genoemd wordt, letterlijk 'oefening'. Onder ascese verstaan we dat mensen zich bewust van dingen onthouden ter wille van de omgang met God. Drie voorbeelden. Ten eerste: vasten, het zich onthouden van voedsel - vgl. Lucas 4:2. Ten tweede het zich onthouden van seksuele omgang - I Korintiërs 7:5. Ten derde het zich onthouden van slaap - Lucas 6:12. Uit het feit dat twee van de drie voorbeelden aan de levensstijl van Jezus de Heer zelf ontleend zijn - om nog maar te zwijgen van zijn celibaat - blijkt wel dat het hier niet gaat om dingen die je ongestraft kunt verwaarlozen. Het heeft ons veel te zeggen, dat Degene die ons leert God als 'Abba' aan te spreken, het soms nodig vond om zich van eten en slaap te onthouden. Dit is oefening in een vroom leven! Het is opvallend, dat je tegenwoordig bij christenen ook weer meer over bijvoorbeeld 'vasten' hoort, bijvoorbeeld in de weken voor Goede Vrijdag. Dat heeft dus een concrete functie: je in die periode onthouden van bijvoorbeeld alcohol en koekjes, niet alleen uit solidariteit met de hongerigen in deze wereld, maar zeker ook om je te concentreren op de lijdensweg van de Heer. Inderdaad: dit soort oefeningen zijn nodig om werkelijk te leven in de persoonlijke relatie tot God. Ik breng het nog wat dichterbij. De Nederlander kijkt gemiddeld drie uur per dag televisie. Drie uur! Zou daar een mens z'n geestelijk leven van opknappen? De vraag stellen is haar beantwoorden. Een concrete vorm van ascese is nu: TV uitzetten, en een goed boek lezen (bijbelstudie, biografie van inspirerende christenen), of een CD opzetten met praisemuziek. Nog eens: zulke 'onthouding' is nodig, wil je leven in een persoonlijke relatie tot God. Overwin daarin je luiheid. Train jezelf!

3. Geen afgekneld leven

Intussen zijn we nog niet op het punt terecht gekomen waar I Timoteüs 4 ons wil hebben. Ik zei, dat de oefening van het lichaam en die in een vroom leven dicht bij elkaar kunnen liggen. Toch is dat niet waar in dit gedeelte de nadruk op wordt gelegd. In vs 7 en 8 worden ze eerder uit elkaar gehaald. Erkend wordt dat de lichamelijke oefening 'enig nut' heeft. Maar veelbetekenend staat erachter aan dat het nut van een vroom leven 'grenzeloos' is. Vandaar dat de eigenlijke aansporing als volgt luidt: "Oefen jezelf in een vroom leven!" Kennelijk kun je jezelf geweldig trainen in ascese, zonder dat je bereikt waar het om gaat: 'vroom' leven. Uit het begin van I Timoteüs 4 blijkt waarom dat zo is. Daar wordt gewaarschuwd voor dwaalgeesten die het huwelijk verbieden en dwingen tot onthouding van voedsel. Waarschijnlijk wordt hier gedacht aan een stroming in de oudheid die het lichaam puur als een vijand, als iets verachtelijks zag. Hier werd de ascese streng en hard. Daar moet I Timoteüs 4 niets van hebben. Het lichaam, ook in zijn seksualiteit, en het voedsel zijn toch door God geschapen? In het perspectief van Gods schepping van het aardse leven is een 'vroom leven' meer dan 'het lichaam onder de knie krijgen'. In een vroom leven is, bijbels gesproken, plaats voor seksualiteit, en ook voor lekker eten en drinken, en zelfs ook voor wijn, vgl. 5:23! Kenmerkend voor een 'vroom leven' is dat er dankzegging is, en heiliging van het leven door het woord van God en door het gebed, vs 5. Daarnaast wordt beklemtoond, dat een vroom leven ook is afgestemd op het leven dat komen zal, vs 8 slot. Met andere woorden: met een vroom leven wordt hier geen afgekneld leven bedoeld, maar een vol en breed leven in betrokkenheid op God en op zijn toekomst. De persoonlijke relatie tot God staat dan niet apart van het leven, maar doordringt het leven. Dat nu gaat niet vanzelf. Dat moet geoefend worden!

4. Vals dilemma

In de loop van de eeuwen heeft de kerk het moeilijk gevonden om dit verschil tot zijn recht te laten komen. Die strenge, harde stroming heeft op de kerk helaas veel invloed uitgeoefend. Zo heeft bijvoorbeeld de Middeleeuwer Bernard van Clairvaux, van wie ik vorige week zei dat hij ons als het gaat om de persoonlijke relatie tot God nog altijd veel te zeggen heeft, zichzelf zo hard aangepakt, dat hij er op 63-jarige leeftijd aan bezweken is. Dat kan toch niet de bedoeling zijn! Maar nog altijd is er die tendens, dat in de ascese iets van verachting van het aardse sluipt. Je kunt daarbij het gevoel krijgen dat gelovigen overgeestelijk worden, niet meer met beide benen op de grond staan. In onze tijd lijkt het erop, dat de keuze gaat tussen aards en geestelijk, tussen lekker genieten en keihard oefenen, tussen leuk leven en suffig 'vroom' leven. Maar I Timoteüs 4 wil ons de ogen ervoor openen dat dat een vals dilemma is. Laat je daarin niet vangen. De persoonlijke relatie tot God vráágt oefening. Wie vooral een leuk wil leven wil leiden moet niet denken dat de persoonlijke relatie tot God daarin tot bloei kan komen. Anderzijds is die oefening iets anders dan die keiharde ascese. Het gaat om oefening die de kunst baart van een vol en veelzijdig leven, dat over de volle breedte betrokken is op God. Het blijkt dan om een leven te gaan, waarin gebed en bijbellezing niet haaks staan op, maar harmoniëren met seks en af en toe een goed glas wijn. Zulk leven moet geoefend worden! Anders gezegd: wij dienen ons te trainen in een ascese, waarin we de TV uitzetten en de CD met praiseliederen aan, niet vluchtend uit, maar betrokken op onze alledaagse bezigheden.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.