Preek over Openbaring 8:1-6
2002-10-13 n.m.
Ds. M. de Jong
Door bidden kan veel!
Liturgie:
♪ Gezang 431: 1, 2, 4, 6
♪ Psalm 127: 1, 7
♪ E 6 (Als je bidt, zal Hij je geven)
♪ Psalm 37: 1, 2, 4, 6
♪ Gezang 464
Inleiding
Waarom nog bidden? Het lijkt merkwaardig, die vraag in het midden van een geloofsgemeenschap te stellen. Want juist daar is bidden de gewoonste zaak van de wereld. Bidden hoort bij een christelijke leefstijl. "Lees je bijbel, bid elke dag", zingen we. Toch blijkt bidden ook binnen een geloofsgemeenschap steeds minder vanzelfsprekend. Steeds vaker hoor je dat gemeenteleden moeite hebben met een geregeld gebedsleven. Men is het bidden verleerd of is er soms op zijn minst verlegen mee. Men stelt vragen bij de zin ervan. Helpt bidden? Kunnen wij God beïnvloeden? Bij de ene groep proef je terughoudendheid en scepsis. Bij hen komt bidden vaak op de laatste plaats. Eerst probeer je een en ander zelf op te lossen. Bidden is soms niet meer dan een nooduitgang, een achterdeurtje. Bij anderen gaat het bidden juist voorop. Ze beginnen nergens aan zonder gebed. Gebedskringen en gebedsnachten worden georganiseerd. De een kan niet zonder, de ander is er verlegen mee. Vooral op het laatste zou ik vanmiddag graag willen ingaan. Ik zal dat met een bepaalde nadruk doen. Het wordt met andere woorden een eenzijdig verhaal. Alle mitsen en maren vergeet ik even. Dat betekent overigens niet dat de preek niet in lijn is met de bijbel. Ik geef antwoord op de vraag, waarom bidden? Ik doe dat met de stelling: door bidden kan veel! Daarmee is het thema van de preek gegeven. In aansluiting op het thema loop ik drie punten langs. - weerstanden tegen bidden - mogelijkheden van bidden - grenzen aan bidden
1. Weerstanden tegen bidden.
Het is duidelijk dat steeds meer mensen, ook gelovige mensen, moeite hebben met bidden. Illustratief in dat verband is misschien de verminderde aandacht voor dank- en biddagen. Waarom mensen niet of minder bidden is over het algemeen wel bekend. Er zijn tal van weerstanden, tegen bidden. Ik spreek bewust van weerstanden en niet van bezwaren tegen bidden. Weerstanden liggen dieper en zijn breder, raken ook het hele mens-zijn. Bij bezwaren gaat het vooral om weerstanden op verstandelijk niveau. Weerstanden kunnen echter ook leven op het niveau van het hart en de handen. De verschillende weerstanden kunnen het bidden behoorlijk in de weg zitten. Waar weerstanden weggenomen worden, kan mogelijk weer ruimte voor bidden ontstaan. Daarom zet ik de belangrijkste weerstanden, die ik ken, even op een rij en geef ik kort aan hoe op die weerstanden kan worden ingegaan. In het algemeen moet gezegd dat we ze niet mogen ontkennen of bagatelliseren. Heel veel weerstanden zijn vaak ook terecht en voor iedereen herkenbaar. Als eerste noem ik teleurstelling over God. Men heeft bijvoorbeeld gebeden om genezing, maar die niet ontvangen. Of men bidt voor een repetitie en het resultaat valt achteraf tegen. Teleurstelling over God, zeker als het vaker gebeurt, kan het gebedsleven verlammen. Wie geen antwoord krijgt, houdt uiteindelijk op met vragen. Alleen wie de teleurstelling gewogen heeft mag erop ingaan. We kunnen daarna bijvoorbeeld de volgende vragen stellen. Is er echt geen antwoord gekomen of was het antwoord anders dan we hoopten? Leven er bij ons geen verkeerde verwachtingen naar God toe? Ik kan nu niet veel meer dan iets aan stippen, maar mogelijk helpt het om weer te gaan of juist te blijven bidden. Het tweede dat vaak genoemd wordt, is dat bidden een vlucht voor verantwoordelijkheid is. Iemand anders noemt bidden een zwaktebod. In plaats van zelf het nodige te doen, laat je God alles oplossen. Zo'n houding past niet bij een modern geëmancipeerd mens. We kunnen en willen onze eigen boontjes doppen. Als bidden inderdaad een afschuiven van verantwoordelijkheid is, wordt het tijd ermee stoppen. Maar het kan ook anders, zoals ik ergens (bij ds. W.R. van der Zee) gelezen heb. Wie bidt schuift geen dingen af naar God, maar brengt zaken ter sprake die hij samen met God opnieuw opneemt. Wie ergens voor bidt zal er ook voor werken. Een derde weerstand tegen bidden is de ervaring dat wonderen de wereld uit zijn. De moderne mens gelooft niet meer in wonderen, ziet ze in ieder geval niet meer gebeuren. De natuurwetenschappelijke benadering van de werkelijkheid sluit wonderen uit. Ingrepen van bovenaf in de natuurlijke orde, worden verwezen naar het rijk van de fabels. Het leven wordt bepaald door natuurwetten daar helpt geen lieve moeder tegen en ook geen hemelse Vader. De verwondering heeft plaats gemaakt voor de verklaring. Ook gelovige mensen zijn met deze werkelijkheidsbenadering behept. In die benadering heeft bidden inderdaad weinig zin. Maar deze benadering is niet de enige kijk die je op de werkelijkheid kunt hebben. Een bijbelse benadering van de werkelijkheid laat ruimte voor het wonder en de verwondering. Daarbinnen blijft dan ook alle ruimte voor het gebed. God weet alles toch al, waarom zou je dan nog bidden? Dit argument wordt niet vaak genoemd, maar leeft onbewust wel. Wat heeft het voor zin tegen God te zeggen wat er in je leeft, als Hij je woorden en gedachten al kent (zie Psalm 139). Dit argument lijkt hout te snijden, maar doet geen recht aan wat de bijbel zegt van Gods weten. Daar is Gods weten vooral een vertrouwd zijn met. God kent zijn pappenheimers. Meer kan ik er nu niet over zeggen. Als laatste weerstand noem ik gebrek aan tijd. We hebben geen tijd, we komen er niet aan toe. Onze agenda zit ons bidden in de weg. We zullen er allemaal wel eens last van hebben. Maar wie iets echt belangrijk vindt, maakt er tijd voor. De volgorde van de hier genoemde weerstanden is niet helemaal toevallig. Ik geloof dat de eerste, die van de teleurstelling, het meest diep zit en het meest ver gaat. De laatste kom je veel tegen, maar is feitelijk niet meer dan verkeerd beheer van eigen agenda. Natuurlijk zijn er meer weerstanden. De vijf hier genoemde ben ik echter het meest tegen gekomen. Waar deze weerstanden weggenomen worden, ontstaat weer ruimte om te bidden. Ons bidden krijgt echter pas echt een impuls als we kijken naar de mogelijkheden.
2. Mogelijkheden van bidden.
Dit deel is de kern van het antwoord op de vraag naar het waarom van het bidden. Wat een mens kan bereiken met bidden is bijna onbegrensd. De mogelijkheden van het gebed zijn bijna onbeperkt. Dat laten de drie bijbelgedeelten zien, die we hebben gelezen. We lopen ze één voor één langs en beginnen bij Openbaring 8. Daar zien we het effect van bidden op de loop van de geschiedenis. Voordat de zeven engelen de bazuin kunnen blazen, komt er een andere engel. Die engel brengt de gebeden van de heiligen met reukwerk op het altaar. Daarbij moet u bedenken dat Johannes hier een soort hemels heiligdom ziet. Een heiligdom dat sprekend lijkt op de tempel in Jeruzalem en de tabernakel in de woestijn. Het altaar voor de troon lijkt op het reukofferaltaar voor de verbondsark in het heilige der heiligen. De gebeden zijn als het reukoffer, dat (dagelijks) opstijgt voor God. Vervolgens neemt de engel vuur van het altaar en stort het op de aarde. En dat maakt het bazuingeschal van de zeven engelen los. Elke bazuin luidt een oordeel van God in. Zo neemt God de gebeden van heiligen op in zijn plan. Zo wordt de loop der geschiedenis mee bepaald door de gebeden van de heiligen. Door te bidden kunnen we de geschiedenis beïnvloeden! Echter niet alleen de wereldgeschiedenis, ook de voortgang van het evangelie. Daarvan lezen we in Joh. 14: 12 - 14. We lezen daar hoe Jezus zijn leerlingen bemoedigt. Dat doet Hij vlak voor zijn sterven op Golgotha. Hij verzekert zijn leerlingen, dat ze grotere werken zullen doen dan Hij zelf. Want zijn aanstaande Hemelvaart geeft Jezus meer armslag. Hij kan bij de Vader in de hemel meer voor zijn leerlingen doen dan bij hen op aarde. Wat zijn discipelen ook vragen in Jezus naam, Hij zal het doen. Tot tweemaal toe wordt hen dat toegezegd. Zo zal Jezus zijn leerlingen helpen bij de voortgang van het evangelie in de wereld. Wat ze ook vragen in zijn naam, Jezus zal het de gemeente geven. Ten slotte blijkt bidden ruimte te scheppen voor de ervaring van persoonlijk heil. We hebben daarvan gelezen in Jac. 5: 13 - 18. Daar wordt de gemeente uitgenodigd om ziekte en zonde in gebed bij God te brengen. "
en het gelovige gebed zal de lijder gezond maken." (vers 15). Ik kan me voorstellen dat deze zin eerder vragen oproept dan antwoorden geeft. Vragen waar we bij een andere gelegenheid misschien eens over zouden moeten spreken. Nu wil ik deze woorden als een bemoediging om te (blijven) bidden doorgeven. Houdt hieraan vast, dat het gebed van een rechtvaardige veel vermag. Met bidden kunnen we veel meer bereiken dan we misschien wel eens willen/durven geloven. Jacobus wil ons bidden in ieder geval stimuleren. Iets wat ook Watchman Nee, een christen uit China, graag wilde. Hij verwijst daarvoor naar de aanleg van de spoorlijn dwars door Amerika. Bij die aanleg kon de trein steeds net zover komen als er rails lagen. Elke dwarsligger betekende weer een klein stukje verder van oost naar west. Wat nu een dwarsligger was voor de trein, dat is een gebed voor de doorbraak van Gods koninkrijk. Hoe meer gebeden, hoe verder God komt. Dit verhaal is net zo eenzijdig als dat van Jacobus. Maar er zit een stukje waarheid in. Gods heil komt niet verder zonder ons bidden Door bidden kan veel.
3. Grenzen aan bidden.
Na zoveel nadruk op de mogelijkheden van het bidden, is het goed nu weer even een pas op de plaats te maken. Er kan veel, maar niet alles. We mogen alles vragen, maar niet alles wordt ons gegeven. Over wat ons wel en niet gegeven wordt, valt meer te zeggen dan nu kan. Wel wil ik nu al vast zeggen dat alles wat we in Jezus' naam vragen, ons ook wordt gegeven. Dat wil zeggen: alles waaraan Jezus zijn naam kan en wil verbinden, zullen we ontvangen als we er om vragen. Daarmee wordt naast ruimte ook een grens aan ons bidden verbonden. Niet alles wordt gegeven, wel datgene waaraan Jezus' naam verbonden kan worden. Door bidden kan veel. Dat laat Joh. 14 ons nog eens zien. Verder blijkt steeds weer dat de kwaliteit (en ook de kwantiteit) van ons bidden niet bepalend is voor de verhoring van onze gebeden. Hoe goed of hoe veel ook, de gebeden van de heiligen kunnen niet zonder veel (!) reukwerk. Uit zichzelf zijn onze gebeden niet aangenaam voor God. Ze moeten geparfumeerd worden, willen ze voor Hem aangenaam zijn. We hebben het gelezen in Openbaring 8. En Jacobus 5 bevestigt dat nog eens. Onze gebeden kunnen alleen voor God bestaan omdat er kracht aan verleend wordt. Gods geest komt ons te hulp als wij niet weten wat we bidden moeten (Romeinen 8). En diezelfde Geest is misschien nog wel meer nodig als we heel goed weten wat we bidden moeten. Zonder Gods eigen bijdrage komt geen gebed over. We begonnen met de vraag waarom we nog zouden bidden. Me dunkt de bijbel geeft redenen genoeg. Daarin horen we dat door bidden veel kan.
Amen
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. de Jong een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.