Preek over Psalmen 119:9-17

2002-09-15 n.m.

Ds. M. de Jong

Zoeken naar de gunst van de Here

Liturgie:

♪ Psalm 9: 1, 5
♪ Psalm 25: 1, 2, 7
♪ Psalm 42:1, 2, 5, 7
♪ Psalm 77:1, 3, 4, 6

Inleiding

Geliefden in onze Here Jezus Christus, Een serie leerdiensten rond bidden, is dat werkelijk nodig? Is bidden op dit moment voor gemeenteleden een hot item? Kun je je ook in het bidden verdiepen? Valt er op dat punt voor een gemeente nog iets te leren? Als bidden al vragen oproept, gaan die vragen dan niet vooral over de praktijk? Zijn leerdiensten dan wel het geschikte middel om daarover iets te zeggen? Het zijn vragen die we ons bij de voorbereiding gesteld hebben. En we zijn ervan overtuigd geraakt dat een serie leerdiensten over bidden op zijn plaats is. We kunnen daarvoor verschillende redenen noemen, we beperken ons nu tot drie. Als het gaat om bidden valt er veel te leren. Dat blijkt o.a. uit de bijbel zelf. De discipelen bijvoorbeeld hebben aan Jezus gevraagd hen te leren bidden. Die vraag is opmerkelijk, omdat de discipelen vast en zeker al vaak gebeden hadden. De vraag werd gesteld toen de discipelen Jezus zelf hadden zien bidden. Blijkbaar heeft dat op hen zo´n indruk gemaakt dat de vraag als vanzelf opkwam. Maar wat zouden ze dan gezien hebben, wat zou Jezus hen nog kunnen leren? Dat lezen we in Lucas 11. Naast de bijbel is verlegenheid rond bidden niet minder reden. In gesprekken met gemeenteleden blijkt soms grote verlegenheid met het bidden. Vaak heel praktisch: hoe voorkom je dat bidden niet meer dan een ritueel is. Maar niet minder vaak blijkt bidden zelf een probleem. Men ziet er bijvoorbeeld het nut niet van, het leeft niet. Tenslotte noem ik de persoonlijke ervaring. Als geloven moeilijker wordt, minder nadrukkelijk beleefd wordt, is het gebed vaak het eerste dat er aan moet geloven. Waar bijbel lezen en kerkgang nog wel gaan, wordt bidden een probleem. Daar komt nog bij dat de huidige welvaart ook geen stimulans lijkt. God lijkt soms bijna overbodig, waarom zou je dan nog bidden. We nemen onze eigen verantwoordelijkheid. We hebben afgeleerd God als LHBO-er (laatste hulp bij ongelukken) te gebruiken (of moet ik zeggen misbruiken?). Toen ik nog een kind was bad ik als een kind. "Ik ga slapen, ik ben moe", "Handjes gevouwen..". Nu ik volwassen geworden ben, bid ik ... vaak niet meer. Of beter: ik kies mijn momenten ... zorgvuldig uit. Dat zijn zo een paar redenen, maar we kunnen samen er ongetwijfeld meer bedenken.In ieder geval zijn er, wat ons betreft, redenen genoeg om ons in ons bidden te verdiepen. We beginnen met een vraag naar het bidden zelf: wat is bidden? We doen dat onder het thema: zoeken naar de gunst van de Here. Aandachtspunten daarbij zijn - van gebed naar bidden - van handeling naar houding - van ritueel naar relatie - van nood naar Woord

1. Van gebed naar bidden.

De discipelen hebben van Jezus geen gebeden geleerd.
Jezus leerde hen bidden.
En dat is de toon in de hele bijbel.
We komen daarin wel gebeden tegen.
Ik denk aan het psalmenboek, 150 gebeden bij elkaar.
Verder noem ik het gebed van Salomo en dat van Nehemia.
Stuk voor stuk zijn het prachtige "voorbeeldgebeden".
Maar de nadruk ligt op het bidden zelf.
De verhalen van mensen die bidden maken indruk.
Ik geef een paar voorbeelden.
Als eerste het bidden van Hanna.
We lezen daarvan in 1 Sam.1: 15.
Daar wordt gezegd, dat Hanna haar hart uitstort voor de Here.
Alles wat ze op haar hart heeft, vertelt ze Hem.
Ze is zo hartstochtelijk bezig dat Eli, de hogepriester, denkt dat
ze dronken is.
Voor David is bidden een zoeken van Gods aangezicht.
Dat lezen we bijvoorbeeld in Psalm 27: 8.
Het is een vragen om de aandacht van God.
Denk aan een kind dat bij vader of moeder op schoot zit en even
de aandacht wil hebben. Dan zie je het handje naar de kin of
wang gaan om er voor te zorgen dat de ouder omkijkt. Het wil het
afgewende gezicht toegewend krijgen.
Paulus zegt het nog weer anders, in zijn brief aan de gemeente
van Filippi.
Hij roept de gemeenteleden op hun wensen bekend te laten worden
bij God. (Fil. 4: 6).
Je mag alles tegen de Here zeggen, je mag Hem zelfs al je
wensen vertellen.
De apostel zegt het heel bescheiden: Je maakt ze bekend bij God;
je laat het Hem even weten. Je zeurt niet, je legt ook geen eisen
op tafel. Je maakt aan God bekend wat je op je hart (of je rug)
hebt.
Petrus zegt in zijn eerste brief iets soortgelijks.
Zijn taalgebruik is echter veel forser.
"Werp al uw bekommernis op de Here." (1Petr.5: 7)
Die uitdrukking heeft hij niet zelf bedacht, maar komt uit Psalm 55.
Bij het werpen mag je echt aan gooi en smijtwerk denken.
Je gooit je moeite en zorg van je af en naar de Here toe.
Aan Mozes wordt voor mij het meest duidelijk waar het bij bidden
om gaat.
Dat valt te lezen in Ex. 32: 11.
Daarbij moet u bedenken dat Mozes daar bidt voor Israël.
Hij doet dat op het moment dat God zich wil afkeren van Israël.
God is het volk na de zonde met het gouden kalf helemaal zat.
En dan staat er dat Mozes de gunst van de Here zoekt.
Het zijn woorden die steeds terugkomen in het langste gebed in de
bijbel, Psalm 119:

Vers 10: Ik zoek u met het ganse hart.

Vers 41: dat uw goedertierenheid over mij kome.

Vers 58: van ganser harte zoek ik uw gunst.


Bidden wordt hier een zoeken, een gericht zoeken.
Bidden als een zoeken van Gods gunst, in de taal van de bijbel.
Meer eigentijds zou je kunnen zeggen: bidden is het downloaden
van Gods genade.
"Grace downloaden".
Daarom gaat het.
Niet je gebeden opzeggen, maar uit de hemel genade voor de
aarde halen.

2. Van handeling naar houding.

Ik ga nog even door op dat zoeken.
Bidden is meer dan het uitspreken van een gebed of het verrichten
van een handeling.
Het is een manier van leven, een levenshouding.
Die zoekhouding kom je vaak en veel tegen in de bijbel.
We lezen van een zoeken van de dingen die boven zijn (Kol. 3).
Ook kennen we het bekende zoeken van het koninkrijk van God
(Matth. 6).
In een gebed geven we woorden aan dat zoeken.
Maar het gaat om nog meer dan woorden alleen.
Het is een open houding, verwachtingsvol in het leven staan.
Open voor het wonder, ontvankelijk voor verrassing.
Het beeld van de open, lege, naar de hemel opgeheven handen,
onderstreept dat zoeken.
Deze handen maken zichtbaar wat het hart wil zeggen.
Want bidden is ook vooral een zaak van het hart (zie o.a. psalm 119 vers 10, 58).

3. Van ritueel naar relatie.

Natuurlijk kan en mag het bij bidden om een ritueel gaan.
Het is echt een goede gewoonte om driemaal daags te bidden.
Maar bij ritueel alleen kan het niet blijven.
Bidden is meer dan ritueel, het is relatie.
Bij het bidden komen we bij de verborgen omgang met God.
Het is een fundamenteel aspect van onze relatie met God.
Dat maakt, als het goed is, dat ons bidden persoonlijk is.
In ieder geval mag het dat zijn.
Dat valt ook af te lezen aan psalm 119.
We proeven bijvoorbeeld in de verzen 81-88 van de persoonlijke
omstandigheden van degene die dit gebed bidt.
Ons bidden mag evenzeer persoonlijk zijn.
Elk kind van God heeft zijn eigen persoonlijke relatie met God.
Dat hoor je terug in ons bidden.

4. Van nood naar Woord.

Bekend is de uitdrukking: nood leert bidden.
Daarmee wordt gesuggereerd dat bidden vaak een reactie is op
nood of behoefte.
En dat is er, zo moeten we toegeven, ook wel vaak van gemaakt.
Tegen die achtergrond valt te verklaren, waarom er nog zo weinig
gebeden wordt.
Onze nood is niet hoog, ontbreekt zelfs vaak.
Maar ons bidden begint als het goed is niet bij onze nood, maar
bij Gods Woord.
Ons bidden bestaat bij de gratie van ons bijbel lezen.
Waar de bijbel niet meer gelezen wordt, daar verdwijnt ook het
gebed.
Bidden is, zo zou je kunnen zeggen, reageren op wat God zegt.
Antwoord 117 uit de Heidelbergse Catechismus laat dat verband
ook zien.
We lezen daar: wij moeten God van harte aanroepen om alles wat
Hij ons geboden heeft te bidden.
In psalm 119 zie je ook de voortdurende wisselwerking tussen
woord en gebed.
Bidden blijkt steeds weer een vragen naar de bekende weg.

Open naar de hemel, verbonden met de aarde, zoeken wij.
En ons zoeken richt zich op de gunst van de Here.


Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. de Jong een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.