Preek over Genesis 45:1-15 en Genesis 50:15-21
2002-07-28 n.m.
Ds. A. van der Dussen
Wonen in Gods vergeving
Liturgie:
♪ Psalm 27:1, 2
♪ Psalm 33:1, 2
♪ Gezang 322:1, 4, 5, 6
♪ Gezang 404:1, 2
♪ Psalm 33:8
Inleiding
Als christenen 'wonen we in Gods vergeving' (gezang 322:6). Dat wil zeggen: dat is ons leefklimaat, daarin zijn we thuis. Tenminste: dat is onze bestemming. In werkelijkheid voelen we ons in Gods vergeving nog wel eens als een kat in een vreemd pakhuis. Hoe zwaar valt het ons soms om Gods vergeving werkelijk toe te laten in ons leven. En hoe zwaar kan het ons vallen om anderen te vergeven. Ook dat laatste is een kant van 'wonen in Gods vergeving'. Daarover wil ik het vanmiddag en in de leerdienst van 11 augustus hebben. Als ik het goed zie is onze roeping om anderen te vergeven onder ons onomstreden. Niemand zegt: 'Daar heb ik niks mee te maken; dat is onzin.' Maar bijna iedereen loopt tegen de moeilijkheid op om deze vergeving in de praktijk vorm te geven. In deze preek wil ik aan de hand van de geschiedenis van Jozef en zijn broers een begin maken met het geven van bijbelse antwoorden op een aantal vragen. Achtereenvolgens stel ik aan de orde - de aard van de vergeving en - de tijd die je nodig hebt om mensen te vergeven.
1. De aard van de vergeving
VERGEVEN = VERGETEN ? Opvallend in de geschiedenis van Jozef en zijn broers is in de eerste plaats, dat het grove onrecht dat Jozef is aangedaan niet vergeten is. Vele jaren nadat het heeft plaatsgevonden zit het in elk geval de broers nog danig dwars. Volgens Genesis 42:21 hebben zij een kwaad geweten: Voorwaar, nu boeten wij voor wat wij onze broeder aangedaan hebben: wij zagen zijn zielsbenauwdheid toen hij ons om erbarming smeekte, maar wij hoorden niet; daarom is deze benauwdheid over ons gekomen.Ziedaar, de ellende van zonde: het blijft je achtervolgen. Het echte kwaad slijt niet. Dat geldt ook van Jozef. Hoewel er nergens in het verhaal met zoveel woorden vermeld staat dat hij nog bezig was met het ondergane onrecht, blijkt uit alles dat dat wel degelijk het geval was. Hij behandelt niet voor niets zijn broers zo dreigend: hij spéélt als het ware met hun kwaad geweten. Een verwerking van zijn ellende? Ook voor Jozef was wat er gebeurd was allerminst 'vergeven en vergeten'.Dat is het eerste wat opgemerkt dient te worden: vergeving heeft betrekking op dingen die niet slijten. Veel dingen slijten als de tijd verstrijkt. Waar iets slijt, hoef je niet te vergeven. Nee, vergeven is pas aan de orde als er dingen zijn die in je geheugen gegrift staan. Mensen vergeven doe je niet zomaar; het gaat over dingen die hun actualiteit behouden, waar je, ook na jaren, nog de pijn van kunt voelen. Dat maakt vergeving ook zo ingrijpend: het gaat om een proces dat je diep raakt. Naarmate je dieper gekwetst bent, is vergeving ook moeilijker. Maar daarom moeten we ook duidelijk zijn: vergeven is niet hetzelfde als vergeten. Het is van tweeën één: óf we vergeten dingen, maar dan hoeven we ze niet te vergeven, óf we vergeven dingen, maar dat heeft dan altijd betrekking op dingen die je niet kúnt vergeten.
2. VERGEVEN = GOEDPRATEN ?
Het tweede dat opvalt in deze geschiedenis is dat het onrecht dat de broers Jozef aandeden door hem niet wordt goedgepraat. Daar lijkt het wel op, als hij in 45:8 vaststelt dat God de geschiedenis geleid heeft: Gij zijt het niet, die mij hierheen gezonden hebt, maar God. In hoofdstuk 50: 20 drukt hij zich echter nauwkeuriger, evenwichtiger uit: Gij hebt wel kwaad tegen mij gedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht. Met andere woorden: Jozef wuift het kwaad niet weg. Vaak wordt vergeving zo opgevat: je kleineert het kwaad. Je doet alsof het zo erg niet was. Je toont enig begrip voor het handelen van de ander. Maar dat is niet vergeven! Vergeving heeft betrekking op kwaad dat niet kan worden goedgepraat. Vergeving is echt iets anders dan dat je iets goedpraat. Ook hier weer geldt: het is van tweeën één. Óf iets is goed te praten, en dan hoef je iemand niet te vergeven. Óf we vergeven iemand iets, maar datgene wat die ander gedaan heeft was dan niet goed te praten.
3. VERGEVEN = MET ANDERE GEVOELENS OVER IEMAND GAAN DENKEN.
Als vergeving niet hetzelfde is als vergeten of verontschuldigen, wat is het dan wel? De geschiedenis van Jozef en zijn broers maakt dat duidelijk: het is de bereidheid om met andere gevoelens over iemand te gaan denken. De broers zijn bang voor vergelding, zo blijkt uit 50: 15: Als Jozef zich nu maar niet op ons gaat wreken. Inderdaad: dat had gekund. Jozef had het hun betaald kunnen zetten. Dan was Jozef vóór alles naar hen blijven kijken in wrok. Maar dat doet hij niet. Reeds in 45: 15 lezen we dat hij al zijn broers hartelijk kuste en hen omhelsde. En in 50: 21 maakt hij duidelijk dat hij er voor hen wil zijn als hun redder. Hij denkt met andere gevoelens over hen. Minstens zo belangrijk is dat hij over zichzelf met andere gevoelens is gaan denken. Hij ziet zichzelf niet meer puur als slachtoffer. Hij weet dat God zijn leven in zijn hand heeft genomen. Ziedaar, wat vergeving wél is. Dit 'vergeven' heeft dus alles te maken met ons geloof in de God en Vader van onze Heer Jezus Christus. Alleen wanneer je gelooft dat zijn hand machtiger over ons leven is dan die van anderen, kunnen wij met andere gevoelens over onszelf als slachtoffer en over die anderen als kwaaddoeners gaan denken. Maar daar is wel tijd voor nodig. Daarmee kom ik bij het laatste punt.
4. VERGEVING KOST TIJD
Wat heeft Jozef lang nodig gehad voor hij zijn broers kon vergeven! In Genesis 45 lijkt de punt achter het verleden gezet te zijn. Maar blijkens hoofdstuk 50 is dat niet het geval. Na Jacobs dood blijven de broers bevreesd voor Jozef. Wat Jozef dan zegt is ook evenwichtiger dan wat hij in hoofdstuk 45 zei. Er moest tijd, heel veel tijd overheen gaan voor de vergeving volgroeide. Houd daar rekening mee, broeders en zusters. Wij zijn meestal te haastig als we horen dat God vraagt onze naaste te vergeven. Zie er ook liever niet een wet, een gebod in, dat we op staande voet moeten vervullen, maar eerder een richting waarin hij je wijst. C.S. Lewis vertelt dat hij pas vlak voor zijn sterven een leraar kon vergeven waar hij als kind les van had gehad. Vergeving is iets dat we moeten leren op de leerschool van het geloof. Wonen in Gods vergeving, dat is: thuisraken in Gods vergeving. En thuisraken kost tijd. Het belangrijkste is dat we het willen, dat we onderweggaan, dat we ook in dit opzicht 'leerjongeren van Christus' (Luther) zijn.
Amen
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.