Preek over 2 Korintiërs 8
2002-06-30 n.m.
Ds. A. van der Dussen
Goeie dingen doen met geld
Liturgie:
♪ Psalm 23: 1, 2
♪ Gezang 108: 4, 5, 6
♪ Psalm 112: 3, 4
Inleiding
In de eerste eeuwen van de kerkgeschiedenis, toen de christenen vervolgd werden, waren de diakenen de eersten die werden gevangen genomen en veroordeeld. Waarom? Omdat zij het bezit van de gemeente beheerden, dat bij veroordeling in beslag kon worden genomen. Zo werd Laurentius, diaken van de kerk in Rome, vermoedelijk in 258 ter dood gebracht nadat hem bevolen was de schatten van de kerk te overhandigen. Het verhaal gaat dat hij om wat tijd gevraagd had, en vervolgens bij de machthebber terug kwam met een wagen vol armen uit de sloppen van Rome, met de woorden: "Ziehier de schatten van de kerk!" Hij werd daarop afschuwelijk gemarteld en op een gloeiend rooster omgebracht. Een en ander toont aan, dat het gevaarlijk was om diaken te zijn, en dat de kerk bekend stond om haar diaconale activiteiten. Je kunt je afvragen hoe dat nu is. Voor een deel staat de kerk nog steeds bekend om haar rijkdom. Maar ook om haar inzet voor de armen? Ik wil in deze preek bepleiten dat wij ons onze diaconale identiteit beter bewust worden. Vandaar het thema voor vanmiddag: goeie dingen doen met geld.
1. Visie.
In II Corinthiërs 8 pleit Paulus voor een soort nivellering van de welvaart. Hij spoort gemeentes die veel hebben aan, om gemeentes die weinig hebben zoveel te schenken dat het resultaat is dat iedereen evenveel heeft, vs. 14. Hij haalt het verhaal van het manna aan: niemand had teveel en niemand had te weinig, vs. 15. Het overschot van de een komt ten goede aan de ander die een tekort heeft, vs. 14. Dat hij daarbij geen wereldvreemde theorie voorstond, blijkt daaruit dat hij de Corinthiërs kan wijzen op het voorbeeld van de gemeenten van het noordelijker gelegen Macedonië, vers 1-14: die stonden erop dat ook zij meededen aan de ondersteuning van de armen, hoewel ze zelf toch ook weinig hadden, vers 2. Volgens vers 3 vonden zij het zelfs een gunst om aan dat dienstbetoon deel te nemen. Moet je nagaan: ze zagen het niet als een plicht die van hen gevraagd werd, maar als een voorrecht. "Sla ons alsjeblieft niet over, Paulus, als je een collecte organiseert voor de armen!!". Paulus is ervan onder de indruk en spreekt van de "genade Gods die aan de gemeenten van Macedonië geschonken is". Inderdaad, het zijn begenadigde mensen, die zo vol overgave meer weggeven dan ze eigenlijk kunnen, vers 4. Dat zijn dus diaconale gemeenten. Die zien kansen, als het om geld gaat, kansen om met dat geld iets goeds, iets moois te doen. Het is door die praktijk dat Paulus bevestigd wordt in zijn visie dat er in het materiële evenwicht dient te zijn. Die eerste christenen hebben werkelijk een totaal ander gevoel gehad bij hun omgang met het materiële dan heel veel hedendaagse christenen in het rijke Westen. Want wat leren wij in onze maatschappij? Laat ik eens in grove lijnen en wat overdreven schetsen hoe onze maatschappij aankijkt tegen de welvaart. Het ideaal is toch vooral om onze eigen overvloed te doen toenemen, en om die overvloed vervolgens te consumeren. Dat leidt voor niet weinigen tot een probleem: "Wat moet ik toch doen met al dat geld? Alle leuke dingen die ik wil doen heb ik al gedaan..." Maar geen nood: er worden steeds nieuwe dingen bedacht om het probleem te helpen oplossen. En zo wordt de consumptie nog weer verder opgevoerd. Jammer is alleen dat de voldoening door al die consumptie niet toeneemt. Integendeel: er zit ten diepste een geweldige verveling in. Gelukkig: er zijn andere tendensen in onze samenleving. Mensen doorzien de dwaasheid van het proces. Maar toch: het is een dominante stroming. De vraag is, hoe wij christenen daarmee omgaan. Het lijkt erop, dat de kerken wat dat betreft verlegenheid kennen. Zeker wordt beseft dat dit niet de bedoeling is, maar in de praktijk worden we heel gemakkelijk meegesleept. Als het om wereldgelijkvormigheid gaat, is dit een van de dingen die in het oog springen. Op een of andere manier valt het de kerk zwaar om in de geldbesteding een wezenlijk andere, nieuwe levenshouding, een visie te ontwikkelen. Die visie van Paulus en die praktijk van de kerken in Macedonië zijn ons behoorlijk vreemd aan het worden. Op velen komt het overdreven over, dweperig. En dan: je mag toch ook genieten? Daar ging vanmorgen de preek nog over!
2. Geïnspireerd door Christus.
In deze protesterende vragen hoor ik iets van een angst voor een nieuwe wet. Er moet weer wat! Wat is het zo gezien opvallend dat Paulus in II Corinthiërs 8 benadrukt dat hij beslist niet een nieuw ´moeten´ introduceert. Hij doet een appèl op de bereidwilligheid van zijn lezers, vers 11. Het gaat erom dat zij uit eigen beweging aan de collecte meedoen, niet opgelegd. En in vers 13 legt Paulus uit dat het er niet om gaat dat zij uitgeperst worden. Het voorbeeld van de gemeenten in Macedonië wordt geen nieuwe wet: ze hoeven echt niet meer te geven dan ze hebben, vers 12. Ook zou het kunnen gebeuren dat een keer de rollen worden omgedraaid en dat zij straks ondersteuning krijgen van wie nu de armen zijn, vers 14. Blijkt daar niet uit dat het om iets anders gaat dan om de plaag van een rigoureuze moraal? Aan de orde is iets heel anders, namelijk dat er iets van Gods goede, hemelse zorg zichtbaar wordt, net zoals eens bij het manna! Vandaar dat in het midden van dit gedeelte die prachtige verwijzing staat naar Christus, vers 9. Het betreft hier het hart van Gods redding: de rijke Christus is voor ons arm geworden om ons rijk te maken. De uitwerking van dat heil, die heeft Paulus op het oog. Dat is zijn visie: Christus is gekomen, en daardoor wordt de wereld anders, ook materieel! Dat is de achtergrond van de gedrevenheid van de Macedoniërs: ze hebben het heil van Christus leren kennen en willen daarbij leven. Zo heeft de diaconale gemeente alles te maken met het hart van het christelijk geloof. Paulus kondigt geen rigoureuze moraal af, geen nieuwe wet, geen heilig moeten, maar hij ziet het heil van Christus zich voortplanten in de wereld, met machtige schokgolven. Fantastisch toch!
3. Uit de waarheid léven.
De ervaring leert, dat de kracht van de woorden van vers 9 voor ons vaak verloren is gegaan. "Christus is voor ons arm geworden opdat wij rijk zouden worden": wie wordt nog warm van zo´n uitspraak? Een van de problemen van de moderne christenheid is, dat zij maar zo moeilijk toegang heeft tot het hart van dat evangelie. Ik vermoed dat dat niet enkel een probleem is van ons geestelijk leven, maar dat hier onze eigen omgang met rijkdom en armoede ons parten speelt. Scherp gezegd: wij zullen niet warm of koud worden van het hart van het evangelie, wanneer wij niets doen aan de blokkering van die doorwerking ervan in het leven. Want echt, die doorwerking wordt geblokkeerd, wanneer wij toelaten dat de manier waarop onze maatschappij met welvaart omgaat ook onze manier is. Pas wanneer wij zelf op het spoor van Christus gaan zitten in ons doen en laten zullen wij weer kunnen verstaan wat het is, die enorme nivellering tussen de Heer en ons. Onze manier van léven kan ons verhinderen contact te maken met de waarheid van de Bijbel. Zo bepleit ik in deze preek om iets terug te winnen van de oude kerk met haar diaken Laurentius. Laten wij ons die visie van Paulus toch weer eigen maken. Er is geen reden om ons te vervelen met onze welvaart. Er is veel meer reden om er een genade in te zien dat wij met ons geld dingen kunnen doen waarin Christus´ heil zich voortplant! Het gebeurt wéér, dat Christus mensen rijk maakt, wanneer wij Hem volgen door onze overvloed ter beschikking te stellen. Ach, laat ik bescheidener spreken: een deeltje van onze overvloed ter beschikking stellen. Laten we van II Corinthiërs 8 inderdaad geen wet maken en denken dat het allemaal letterlijk opgevolgd moet worden. Nee, het gaat om die visie, om die bereidwilligheid, om gevoel voor dat fantastische perspectief: het heil van Christus kan zich via ons voortplanten! Ik geef drie voorbeelden.Concrete voorbeelden: 1. Jongeren schijnen gemiddeld 9 maanden met een GSM te doen. Die dingen kosten nu gauw 200. Als je twee keer zo lang met een GSM doet hou je dus veel geld over waarmee je goeie dingen kunt doen. Oké: je loopt niet in de allerlaatste mode! Maar je hebt dan wel visie! 2. Open Doors vertelt over een evangelist in China die een huiskerkverband van 10.000 zielen diende. Hij werd voor een opleiding naar Singapore gestuurd. Toen hij na drie jaar terug kwam was de beweging gegroeid van 10.000 naar 300.000 christenen. Probleem: die mensen hebben bijbels nodig. De officiële persen leveren per jaar 2,6 miljoen bijbels af. Veel, heel veel, maar voor China veel te weinig. Ze kosten 5 per stuk, een kinderbijbel 3. Is het geen voorrecht als je in dat geweldige werk van God mag meedoen? 3. Één op de zes wereldbewoners heeft geen toegang tot veilig drinkwater. TEAR Fund vertelt over een regio in India waar volwassenen en kinderen dientengevolge sterven door diarree en cholera. Een zendingsorganisatie heeft in de afgelopen 10 jaar met behulp van een boorinstallatie 700 putten geslagen waardoor het probleem kon worden opgelost. Een put kost 900.Ik zeg niet: daar moet u aan geven. Ik wil u alleen concrete voorbeelden noemen van mogelijkheden om je met je geld niet te vervelen, maar om meer en meer diaconale christenen, diaconale gemeente te worden. Het gaat uiteindelijk om de waarheid, dat Christus arm werd om mensen rijk te maken.
Amen
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.