Preek over Geloofsbelijdenis 4:a
2001-12-30 n.m.
Ds. M. de Jong
Die geleden heeft
Liturgie:
♪ Psalm 63: 1, 2, 3
♪ Psalm 102: 6, 12
♪ Gezang 177: 1, 2, 3, 7
♪ Psalm 69: 1, 3, 4, 5, 8, 9
♪ Gezang 313: 1, 4, 5, 6, 7
Geliefden in onze Here Jezus Christus
Wij geloven in Jezus, die geleden heeft...
Dat hebben christenen al eeuwen beleden. En dat willen ze ook nu
nog gezegd hebben. Maar waarom geloven in iemand die geleden
heeft? Wat wil je daarmee gezegd hebben? En waarom wil je dat
nú nog gezegd hebben? In onze tijd doen we er immers alles aan
om het lijden uit te bannen?! En als we het toch gezegd willen
hebben wat is er dan zo bijzonder aan? Er is zoveel lijden, fysiek
en geestelijk, onschuldig lijden ook. Helaas voorbeelden genoeg!
Wat maakt Jezus lijden zo uniek, dat we het een aparte plaats
geven in ons belijden? Op deze en andere vragen hopen we
vanmiddag m.b.v. o.a. Hebreeën in te gaan.
Niet geleefd, maar geleden.
Van de Here Jezus zeggen we niet, dat Hij geleefd, wel dat Hij
geleden heeft. Zijn leven was lijden, een lijdensweg. Vanaf het
begin van zijn leven stuitte Hij op weerstanden. Hij kwam tot het
zijne en de zijnen hebben hem niet aangenomen. Zo lezen we in
het begin van het evangelie naar Johannes. Ik geef een vrij
willekeurige opsomming van al die afwijzingen. Twee
moordaanslagen, één in Bethlehem, één in Nazareth. Herodes had
het op de jonge Jezus voorzien. De inwoners van Nazareth moest
de volwassen Jezus niet. Ook was er tegenwerking van de kant van
de Schriftgeleerden en Farizeeën. Door strikvragen en
waarschuwingen probeerden ze Jezus onschadelijk te maken.
Zelfs vanuit de kring van discipelen ondervond Hij tegenwerking.
Zijn vrienden lieten Hem, toen het erop aan kwam, allemaal in de
steek. Eerst het verraad van Judas en uiteindelijk de verloochening
van Petrus. Voeg daarbij de valse beschuldigingen voor het
Sanhedrin en de onterechte veroordeling door Pilatus.
De belangrijkste tegenwerking is echter die van satan geweest.
Heel vaak verborgen in wat mensen Jezus hebben aangedaan. Soms
ook heel openlijk in de woestijn en in Gethsemane. Uiteindelijk liep
al die afwijzing uit op de dood aan het kruis op Golgotha. Op
allerlei manieren hebben de machten en mensen het de Here Jezus
moeilijk gemaakt.
Maar daarmee hebben we het eigenlijke, de kern van zijn lijden
nog niet ontdekt.
Want kunnen niet veel meer mensen zeggen dat ze zo geleden
hebben. Hoeveel andere mensen hebben niet allerlei tegenwerking
ondervonden. Ook anderen zijn vervolgd, in de steek gelaten en
gedood. Neem nu de twee die met de Here Jezus gekruisigd
waren. In ieder geval was hun lichamelijke lijden zwaarder dan dat
van Jezus. Zij hebben langer aan het kruis gehangen en geleefd.
Ook werden hun benen nog kapotgeslagen. Het laatste gebeurde
om het sterven te versnellen. Hun lijden werd er echter wel door
verzwaard. Ook anderen kunnen verhalen vertellen van zwaar
lijden. De verhalen van martelingen zijn soms zo gruwelijk dat we
ze niet kunnen aanhoren.
Het lijden van de Here Jezus lijkt in niets te verschillen van het
lijden van vele anderen.
En dat is in zekere zin ook zo. De Here Jezus is ons in alles gelijk
geworden, lezen we in Hebreeën (Hebr.2:17, 4:15). Hij weet wat
lijden is en zo heeft Hij zich letterlijk in het lijden van ons
mensen verplaatst. Op gelijke wijze als wij, mensen, is Hij
verzocht geweest. De Here Jezus kan meevoelen met onze
zwakheden. Zijn meevoelen gaat verder als dat van anderen, die
met ons meevoelen. Dat laat een vergelijking met de hogepriester
Aäron zien. Bij de Here Jezus wordt in het Grieks gesproken van
sympathie, meelijden, meevoelen. Het meevoelen van Aäron wordt
geen sympathie, maar metriopathie genoemd. Aäron kan niet
helemaal meekomen in het lijden van anderen. Het is geen
meelijden, maar meeleven. Aäron komt slechts halverwege. Of
zoals in de vertaling staat; hij is tegemoetkomend. Hij komt de
ander tegemoet, maar kan niet werkelijk naast de ander komen
staan. Dat mogen we van de Here Jezus wel geloven. Dat horen
we in woorden als: "zijn broeders in alles gelijk..." Jezus staat
helemaal naast ons in ons lijden. Hij gaat net als wij gebukt onder
de gebrokenheid van dit leven. Ja, Hij gaat er zelfs aan
onderdoor.
Niet wat mensen Hem aandoen, maakt Jezus lijden bijzonder.
Zelfs niet dat Hij onschuldig lijdt onder wat mensen Hem aandoen.
Meer mensen kunnen dat zeggen van hun leven en lijden. Het
unieke en bijzondere van zijn lijden zit ´m in wat God Hem
aandoet.
Gehoorzaamheid geleerd.
Ook in wat God Jezus aandoet herkennen we veel van ons eigen
lijden. We lezen daarvan in hoofdstuk 5: 4 - 10. Het lijden van
Jezus wordt daar heel concreet getekend. We lezen van zijn
worsteling in gebed en smeking. Zijn bidden was een sterk geroep
onder tranen. Angst en doodsangst klinken daarin door. We
herkennen onze eigen worsteling met het zwijgen van God. We
proeven onze persoonlijke strijd met Gods verborgenheid, ja
afwezigheid.
In die strijd heeft Jezus gehoorzaamheid geleerd. Jezus heeft
gehoorzaamheid geleerd. Ook voor Hem was die gehoorzaamheid
niet vanzelfsprekend. Zijn lijdensweg was een leerproces. Dat
Jezus iets zou kunnen of moeten leren doet vreemd aan. Wat zou
Jezus als zoon van God nog moeten leren? Toch staat het er. Het
lijden heeft Jezus iets geleerd. Daarin is Hij toch ook wel
bijzonder. Want hoeveel mensen leren daadwerkelijk van lijden?
Het leren van lijden maakt Jezus´ lijden bijzonder, maar nog niet
uniek. Wordt zijn lijden dan uniek door wat Hij geleerd heeft?
Gehoorzaamheid heeft hij geleerd, geen gelatenheid.
Jezus heeft zich niet bij de feiten neergelegd, maar zich aan God
en zijn woord toevertrouwd. In gehoorzaamheid mogen we iets
horen van overgave en vertrouwen. Jezus heeft geleerd zich te
voegen naar Gods wil. Zijn lijden vervreemde Hem niet van God.
Ook was er bij hem geen opstandigheid. Integendeel Hij bleef op
God vertrouwen. God alleen kan redden. Zelfs wie redder wil zijn,
moet zelf gered worden.
Deze gehoorzaamheid maakt Jezus lijden nog meer bijzonder.
Maar uniek, nee dat nog niet. Want van Job, de
spreekwoordelijke, zouden we dit ook kunnen zeggen.
Oorzaak van eeuwig heil.
Het unieke van Jezus´ lijden zit, zo hebben we gemerkt, niet in
het lichamelijke karakter ervan. Ook zit het niet in het
psychische, noch ook in het geestelijke. Niet wat mensen Hem
aandoen maakt zijn lijden uniek en zelfs niet alles wat God hem
aandoet. Toch zit het unieke wel in iets wat God, de Vader, Hem
aandoet: God verlaat Hem. Daarvan horen we als Jezus aan het
kruis uitroept: "Mijn God mijn God waarom hebt u mij verlaten?"
Deze Godverlatenheid is het dieptepunt van zijn lijden. Dat maakt
zijn lijden anders dan het lijden van alle anderen. Zelfs anders dan
het lijden van Job. Jezus heeft geleden onder de toorn van God,
zoals de oude catechismus het zegt. (Heidelbergse Catechismus,
Zondag 15, vraag en antwoord 37).
Je zou de Here Jezus wat dit betreft kunnen vergelijken met een
bliksemafleider.
Wat een bliksemafleider betekent voor een gebouw is de Here
Jezus voor zijn gemeente. De bliksemafleider beschermt een
gebouw tegen de bliksem. Jezus zorgt ervoor dat zijn gemeente
niet door de toorn van God getroffen wordt. En zo heeft Hij ons
verlost van het eeuwige oordeel. Hij is van God verlaten geweest
opdat wij nooit meer van God verlaten zouden zijn. Zo is Hij
oorzaak geworden van eeuwig heil.
Daarom willen we nog steeds gezegd hebben: ik geloof in Jezus,
die geleden heeft...
Amen
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. de Jong een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.