Preek over Prediker 2:4-25 en Prediker 4:4-6 en Matteüs 11:28-30

2016-10-23 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Een handvol rust

Liturgie:

♪ Psalm 17: 3
♪ Psalm 68: 7
Romeinen 8: 5, 6
♪ Zingen en Bidden in huis en kerk 310
Prediker 2: 4-25; 4: 4-6; Matteüs 11: 28-30
Prediker 4: 4-6
♪ Hemelhoog 412
♪ E121 – Komt tot Mij
♪ Hemelhoog 523 – Ik geloof in God de Vader

Haast en drukte

“68% van ruim 18.000 mensen uit 134 landen verlangt naar meer rust!” zo kopte het dagblad Trouw op dinsdag 11 oktober. Tot die ruim 12.000 mensen horen vast en zeker ook christenen. In onze kerk is Hemelhoog lied 412 (de vertaling van ‘Meine Zeit’) niet voor niets geliefd:
 
Haast en drukte jagen mij steeds op,
houden mij zo stevig in hun macht.

Voor zeer velen is het dus herkenbaar, als Prediker een handvol rust aanprijst.

Wedijver

Hadden de mensen in de tijd van Prediker - meer dan tweeduizend jaar geleden - ook al stress? Duidelijk is dat ze wel opgejaagd werden. In die tijd deed zich in Israël een verandering voor in het economisch leven. Eeuwen lang deed men zijn dagelijks werk om in zijn levensonderhoud te voorzien. Als het weer gunstig was beschikte men over een overschot, en als er te weinig regen viel ontstond schaarste. Maar gemiddeld produceerde men genoeg om van te leven, niet meer en niet minder. In de tijd van Prediker echter ging men stelselmatig meer produceren dan men nodig had en begon de economie te groeien. Men ging winst maken! Zo kwam de beweging op gang die ook wij zo goed kennen: meer, meer, meer… Tegen die achtergrond moet je plaatsen wat in 4:4 staat:
 
Ik heb al het gezwoeg gezien, en vastgesteld dat alles wat een mens bereikt het resultaat is van zijn afgunst op een ander.

Het woord ’afgunst’ is misschien wat te negatief. Duidelijker is de vertaling ‘wedijver’: het werken voor ‘meer, meer, meer’ brengt een wedstrijd met zich mee: ieder voor zich wil de beste zijn. Je wilt niet alleen meer hebben dan vorig jaar; je wilt ook meer hebben dan een ander! Economen beweren zelfs dat de drijfveer om méér te hebben dan een ander zo sterk is, dat mensen liever €50.000 verdienen wanneer zij daarmee collega’s overtreffen, dan € 80.000 wanneer zij daarmee minder op hun bankrekening krijgen bijgeschreven dan die anderen… Hoe dat ook zij: het ‘meer, meer, meer’ in het economisch leven brengt een wedstrijd opgang die mensen naar het oordeel van Prediker al meer opdrijft.

Wat win je met winst maken?

Opvallend is dat Prediker zichzelf in dit Bijbelboek voorstelt als een koning die al zijn voorgangers inderdaad overtroefde:
 
Ik heb meer en groter wijsheid verworven dan iedereen die voor mij in Jeruzalem heeft geregeerd. (1:16)
Ik heb meer bezit vergaard dan iedereen die voor mij in Jeruzalem heeft geregeerd. (2:9)

Kenmerkend voor hem is nu, dat hij zich afvraagt wat hij daarmee bereikt heeft.

Toegespitst gezegd is zijn vraag: “Wat win je met winst maken? Wat win je als je de wedstrijd wint?” Voor menigeen is dat een vreemde vraag. Het is toch duidelijk dat je van geluk mag spreken als je goed boert en een gouden medaille in de wacht sleept? Ja. op het eerste gezicht is dat zo. Maar Prediker neemt hier geen genoegen mee. Heel dit Bijbelboek is erop gericht om onze gebruikelijke maatstaven tegen het licht te houden en te vragen, of we werkelijk verder komen met wat op het eerste gezicht zo belangrijk is. Ja, wijsheid, rijkdom, snelheid, rechtvaardigheid: dat is allemaal niet te versmaden. Maar heb je daardoor ook werkelijk minder last van de enorme grilligheid van het leven, en word je daarmee meer immuun voor bijvoorbeeld ziektes, tegenslagen, onrecht? Prediker komt tot de trieste conclusie dat dat beslist niet het geval is. Of je nu wijs of dwaas bent, rijk of arm, rechtvaardig of onrechtvaardig: ieder treft hetzelfde lot, 2:14; 9:2,3. Daarom ook is het bedrieglijk om je hart op ‘meer, meer, meer’ te zetten. Uiteindelijk win je niets met winnen:
 
Toen nam ik alles wat ik ondernomen had nog eens in ogenschouw, alles wat mijn moeizaam gezwoeg mij had opgeleverd, en ik zag in dat het allemaal maar lucht en najagen van wind was. (2:11)

Is  dat niet overdreven? Stel, je hebt door hard werken bereikt dat je je droomhuis kunt kopen, en dat je van luxe vakanties kunt genieten en regelmatig uit eten gaan. Dat is toch mooi mee genomen? Ja, maar de vraag is of je daarmee wezenlijk steviger in het leven staat, beter berekend op tegenslagen die je kunnen treffen. Wie zou dat durven zeggen? Let alleen maar eens op het prijskaartje. Die rat-race: vaar je daar echt wel bij? En wat moet je met dat mooie huis, als ten gevolge van al dat harde werken je relatie met je kinderen verslechterd is? En wat heb je aan al die vakanties als je het grootste deel van de tijd stijf staat van de stress? En vind je het niet een beetje raar, dat het meest luxe hotel tegenwoordig een hotel zónder WiFi is? Prediker zegt: “Doe eens een stap terug. Kijk kritisch naar je leven en naar onze cultuur. En stel je in alle eerlijkheid de vraag, of we er echt iets mee opschieten.”

Een biertje drinken

Al deze overwegingen hebben des te meer betekenis, doordat Prediker niet doorslaat naar de andere kant. Als je denkt dat hij er van de weeromstuit een pleidooi voor voert om in een hutje op de hei te gaan zitten heb je het mis. In vers 5 kraakt hij een kritische noot over ‘niets doen’. Ja, je kunt met de armen over elkaar gaan zitten (Naardense Bijbel). En dan? Nou, dan ben je gauw door je reserves heen. En of je dan een zinvol leven leidt? Nee, Prediker heeft niets tegen werken. Ook niet tegen hard werken. Waar het hem om gaat is dat je, als je hard werkt, de rust niet kwijt raakt. Dát is wat hij van het grootste belang vindt: een handvol rust. Dat is niet veel. Je zou op z’n minst twee handen kunnen vullen met rust, in plaats van die twee gebalde vuisten van al die zwoegers die op jacht zijn naar ‘meer, meer, meer’. Het is wel opvallend dat Prediker niet verder gaat dan die ene hand vol rust. Daarmee lijkt hij te willen zeggen dat het al heel wat is als dat je lukt. Prediker is realist. Hij weet dat een mens in de praktijk van het leven niet zo heel gauw toekomt aan uitblazen. Hij weet ook dat je er niet zo heel veel van nodig hebt om het leven vol te houden. In wezen is het een hele kunst om in het leven een handvol rust te hebben. Dag Hammarskjöld, van 1953-1961 secretaris-generaal van de Verenigde Naties, verstond die kunst. Van hem wordt verteld dat zijn overvolle leven hem er niet van weerhield om altijd aan een opgeruimd en leeg bureau te werken… Maar waarschijnlijk moeten we bij die handvol rust toch ook aan daadwerkelijke ontspanning denken. Denk aan wat Prediker zegt in 2:24, over het plezier in het goede dat een mens ten deel kan vallen, en over genieten van eten en drinken. Een mooi voorbeeld van wat hij bedoelt is wat we weten van de levensstijl van Maarten Luther. De man werkte als een paard. Maar hij kende die handvol rust. Hij ging en af toe met een goede vriend een biertje drinken. Dan ontspande hij zich en dacht hij even niet aan alles waar hij mee bezig was, en aan al zijn verantwoordelijkheden. Dan liet hij de dingen los. Hij zei: “Ja, dat kan ik me permitteren, want intussen doet Gods Woord zelf zijn werk!”

Het hart van het leven met God

Die verwijzing naar de rust van het vertrouwen op God vind je bij Prediker niet. Maar vergis je niet. Het woord ‘rust’ dat hij hier gebruikt valt in de Bijbel vaak als het gaat  om het houden van de sabbat, zie bijvoorbeeld Exodus 23:12. Het kan niet anders of hij als Jood gebruikt dat woord expres. De handvol rust die hij aanprijs zit in het hart van de Israëlitische godsdienst. God zélf gunt ons dat wij af en toe uitblazen, en belooft ons zó voor ons te zorgen dat het ons geen kwaad zal doen wanneer wij af en toe het bijltje er bij neer leggen! Ook in het christelijk geloof behoort de handvol rust tot het hart van de zaak. Zie de bekende uitspraak van onze Heer Jezus:
 
Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. (Matteüs 11:28)

Het vervolg maakt duidelijk dat die rust er komt wanneer Christus je brengt tot zachtmoedigheid en nederigheid. Besef goed, hoe maatschappijkritisch die woorden zijn! Want ‘zachtmoedigheid’ en ‘nederigheid’ duiden aan dat je bréékt met een levensstijl waarin je jezelf opwerkt, en gehaaid je kansen grijpt. Kijk naar Christus zelf. Hij was in het geheel niet geïnteresseerd in het overtroeven van anderen, in het verwerven van meer en meer en meer. Nota bene: Hij die de Zoon van God was en in alles oneindig ver uitstak boven zijn omgeving, Hij legde zich toe op de liefde en op het dienen van mensen. De rust die Hij aanbiedt is de rust van een mens die totaal anders in het leven heeft leren staan dan in onze samenleving gebruikelijk is. Om die rust te bereiken moeten we bij Hem in de leer gaan, en van Hem afkijken hoe het moet:
 
Leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden (Matteüs 11:29)

Wij hebben van Hem te leren dat we niet meer de snelste, de slimste, de succesvolste hoeven te zijn. Leer van Hem, dat jezelf wáár maken het slechtste is wat je kunt doen. Leef van genade, van Gods ontferming over mensen met zonden en gebreken. Is niet de kern van het evangelie dat ons kostje al is gekocht? Dan hoef je toch niet meer te jagen naar groter en indrukwekkender? Denk aan wat Paulus schrijft in Filippenzen 3:7:
 
Wat voor mij winst was, ben ik omwille van Christus als verlies gaan beschouwen.

Het is alsof je Prediker hoort! Werkelijk: als je het geschenk ontvangen hebt dat God jou in Christus omarmt, en daarbij niet in rekening brengt of je arm of rijk bent, vroom of minder vroom, wijs of onwijs – dan komt je leven toch in een ander perspectief te staan? Dan is toch heel diep waar geworden dat je niets wint met al je gezwoeg? Dan hoef je niet meer met anderen te concurreren, maar kun je in vriendelijkheid en bescheidenheid de samenwerking zoeken met hen. Wie daadwerkelijk bij Christus in de leer gaat, zal een bevrijding ervaren die op machtige manier vervult wat Prediker aanprijst: een handvol rust.

Amen.

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.