Preek over Openbaring 1:8-18 en Openbaring 5:1-14

Ook nu weer is de vraag wat het inhoudt als je de geloofsbelijdenis van de twaalf artikelen voor je rekening neemt. Als jij zegt: “Ik geloof vast en zeker dat het vanmiddag gaat regenen!” dan mag ik aannemen dat jij vanmiddag een paraplu meeneemt. Als jij zegt: “Ik geloof vast en zeker dat ik morgen het eerste uur vrij heb!” dan ga ik ervan uit dat jij je wekker later zet dan anders.“ Als jij zegt: “Ik geloof vast en zeker dat Jezus Gods eniggeboren Zoon is!”, wat mag ik dan aannemen dat jij gaat zeggen of doen?

Openbaring 1 is daar niet onduidelijk over: als je dat belijdt val je als dood aan zijn voeten neer. Tenminste – dat deed Johannes, 1:17. Had jij ooit gedacht, dat dat je in de ontmoeting met Jezus zou kunnen gebeuren? Nee, maar kijk eens hoe Jezus hier beschreven wordt. Zijn gezicht schitterde als de felle zon – zijn ogen waren als een vlammend vuur – zijn stem klonk als het geluid van geweldige watermassa’s (1:15,16) Had je ooit gedacht dat Jezus er zo uit zou zien?

Toch hadden we het kunnen weten. Want dát is nu wat we erkennen als we de Apostolische Geloofsbelijdenis voor onze rekening nemen. Meteen na “Ik geloof in God, de Vader, de Almachtige, schepper van hemel en aarde” volgt “en in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon.” Dat wil zeggen: we geloven in de kerk dat Jezus niet mens is zoals alle andere mensen, maar dat de mens Jezus op een unieke manier God als Vader heeft. Dat zie je hier in Openbaring 1 aan Hem af. En dat laat Hij ook doorschemeren als Hij zegt:
Want dát zeggen – dat kan alleen God. Zo spreekt de HEER in Jesaja 44:6:
Voordat er iets was, was God er. En als alles en iedereen gestorven is – dan is God er nog. Dat hoor je God trouwens ook hier zeggen, in Openbaring 1:
En nu zegt Jezus het ook! En Hij herhaalt het, in 22:13:
Jezus zegt het zelfde als God! Hij is dezelfde als God. Daarom ook werpt de hemelse hofhouding zich voor Hem neer, 5:8, precies zoals ze zich voor God zelf neerwierp, 4:10. En daarom weet Johannes niet wat hem overkomt als hij Jezus ziet. Zo als mensen het niet overleven om de grote en heilige God te ontmoeten (vgl. Rechters 13:22), zo is het voor ons ook te overweldigend om Jezus te ontmoeten. Dat is zo iets als kijken in het felle licht van de zon... De kerk heeft gezocht naar woorden om duidelijk te maken dat Jezus wel een andere persoon is dan de Vader, maar dat Hij van hetzelfde wezen is als de Vader. Johannes doet het anders. Hij zegt: “Ik heb er geen woorden voor. Ik laat het je zien.”

Dit is wel een ongemakkelijke boodschap. Want raken wij zo niet de Jezus kwijt die ons zo lief is: de toegankelijke, vriendelijke, nabije Jezus, de Goede Herder? Ja en nee. Inderdaad: in dit visioen wordt onthuld dat we ons Jezus niet te ‘lief’ moeten voorstellen. Als de Zoon van God heeft Hij een majesteit die ons kan verbijsteren. Daar was Petrus al van doordrongen, zie Lucas 5:8. En toch, vreemd genoeg, ovebrugt die majesteitelijke Jezus ook weer de afstand die tot Hem kan ontstaan. Hier, in Openbaring 1, zegt die goddelijke gestalte in zijn oogverblindende majesteit precies hetzelfde als wat Hij ooit tegen Petrus zei:
Die woorden van geruststelling laat Hij vergezeld gaan van een gebaar: Jezus, de Zoon van God, legt zijn rechterhand op Johannes. Dat doet denken aan wat Augustinus zegt: met zijn linkerhand deelt God straffen uit, maar met zijn rechterhand bewijst hij zijn liefde aan mensen. Johannes hoeft niet langer als dood aan Jezus’ voeten te liggen. Het is alsof hij gezegend wordt. En dan klinkt daar de vrolijke boodschap van het evangelie:
Hiermee wordt alle twijfel weggenomen: het is echt Jezus zoals wij hem kennen die aan Johannes verschijnt. Hij is dood geweest. Hij is het Lam dat geslacht is, 5:6,12. Dit is de man die zo vreselijk geleden heeft en niet meer kón aan dat vreselijke kruis. Dit is de man die een lichaam had, net als wij, en moe kon zijn, slaap kon hebben, honger kon hebben. Maar let wel: Hij is dood geweest. Hij is nu levend voor altijd, net als God zelf – de eerste en de laatste! Die machtige, verblindend goddelijke Zoon van God is geen ander dan de Jezus die kinderen op zijn schoot nam en zegende, die aan tafel zat met zondige mensen, die stierf – voor ons. Dit is een leeuw, jazeker! (5:5) Maar de leeuw is niemand anders dan het lam dat geslacht is (5:6).

Vorige week heb ik benadrukt dat God de Schepper trouw is aan zijn schepping. Hij zal de vernietigers van de aarde vernietigen (11:18). In Openbaring 5 wordt onthuld dat Hij dat werk aan Jezus toevertrouwt. Het Lam zal alle vijanden overwinnen,
En zo wordt duidelijk wat God mag verwachten als jij vast en zeker gelooft dat Jezus zijn eniggeboren Zoon is. Als je dat belijdt is de enig passende houding, dat je Hem samen met de Vader aanbidt en je ziel en zaligheid van Hem verwacht. Daartoe roep ik u en jullie vandaag op, uit naam van de ziener van het boek Openbaring. We leven in een gevaarlijke wereld. We worden bedreigd door destructieve machten. Ik roep jullie op niet bang te zijn. Want de Overwinnaar leeft. Dat is Jezus. Hij is als een leeuw - ontzagwekkend machtig. Hij is machtiger dan de dood. Denk niet te klein van Hem; doe niet te amicaal met Hem. Maak Jezus niet te kneuterig. Hij is de leeuw die overwint. Maar wees ook niet bang voor Hem. Hij legt zijn rechterhand op jou! Hij is als een lam. Hij heeft zijn leven voor jou gegeven. Daarom is Jezus degene aan wie je je leven met een gerust hart kunt toe vertrouwen. Zonder zijn macht had je aan de Goede Herder niets. Zonder zijn liefde zou je alleen maar afstand tot Hem ervaren. Maar Hij is het beide: leeuw en Lam. Daarom kun je met Hem het leven en de wereld aan. Ik nodig jullie uit om aansluitend aan deze preek de christelijke belijdenis af te leggen:
Dat wil zeggen: vertrouw je leven radicaal aan Jezus toe. Dan zullen ook jullie overwinnen (21:7)
Amen.