Preek over Leviticus 26:34-35
2013-07-21 v.m.
Ds. A. van der Dussen
Een stapje terug doen
Liturgie:
♪ E91 – Ik hef mijn ogen op naar de bergen
♪ E13 – Breng dank aan de Eeuwige
Leviticus 25: 1-7 en 26: 33-35
♪ Gezang 89: 1, 3, 4, 5
♪ E142 – Mogen de woorden van mijn mond
♪ Opwekking 710 – Zegen mij op de weg die ik moet gaan
Sabbatsrust
Vandaag preek ik over ‘met rust laten’. Want daarover gaat het in Leviticus 25 en 26, waar het onderwerp sabbatsrust aan de orde komt, 25:2. In Leviticus 25 draagt de HEER de Israëlieten op hun bouwland af en toe met rust te laten. In Leviticus 26 zegt Hij dat Hij zelf ervoor zal zorgen dat het land met rust wordt gelaten. Het is wel bijzonder dat het hier over bouwland gaat, over akkers en wijngaarden. Dat de sabbatsrust op mensen betrekking heeft weten wij. Het komt een mens toe af en toe met rust gelaten te worden. Dat geldt ook van de gastarbeiders in Israël. Ook het vee moet op de sabbat met rust worden gelaten. Ossen worden op de sabbat niet ingeschakeld bij het werk op het land. Ze mogen op adem komen (Exodus 20:10). Maar het land? De akkers? De wijngaarden? Ja, de HERE God vindt het nodig dat ook die tot rust komen.
Ontvangende houding
Om dat te begrijpen is het goed om de verontrustende berichten op u in te laten werken die onze generatie krijgt over de uitputting van de aarde. De zee wordt leeggevist. Tropische wouden worden in hoog tempo vernietigd, met rampzalige gevolgen voor allerlei dieren. Op allerlei plaatsen op aarde ontstaat een tekort aan zoetwater. De winning van grondstoffen brengt hier en daar grote schade toe aan het milieu. Kortom: wij mensen plegen roofbouw op de aarde. Dát is het waar de HEER zich in Leviticus 25 en 26 tegen keert. Natuurlijk, men kende toen geen milieu-problematiek. Maar ook toen al kon de grond uitgeput worden doordat mensen te driftig en te begerig stukken land gingen exploiteren. Dat nu roept de HERE God een halt toe. Hij zegt als het ware: “Mens, doe eens een stap terug.” Het gebod om op sabbat niet te werken is er dus niet alleen voor de mens. Het is er ook voor het land. Eén dag per week wordt de aarde niet geëxploiteerd. Dat geldt ook in het groot. Het zevende van een reeks van jaren wordt het land niet ingezaaid, en worden de wijn-gaarden niet gesnoeid, 25:4. Wat het land uit zichzelf opbrengt, dat mag genuttigd worden, 25:6. Maar het betreft dan niet de menselijke exploitatie. De mens doet een stapje terug en ontvangt wat de aarde geeft. Daar doet hij het mee. Het is de omslag van een actieve naar een passieve houding. Het zit ons mensen in het bloed om door onze activiteit ons leven op de rails te zetten en te houden. Daar is niets mis mee: zes dagen zijn ervoor bestemd! Maar er zijn grenzen aan. Nooit krijgen wij heel het leven in onze greep. De sabbatsrust beeldt dat uit. Dan is het even gedaan met al dat ingrijpen. Dan worden we in een ontvangende houding geplaatst.
Ongerept
Veel mensen ervaren het als lastig om een ontvangende houding aan te nemen. Het is aantrekkelijk om grip te hebben op de dingen door actief op het leven in te grijpen. Maar dat heeft een keerzijde. Want hoe meer wij de dingen naar onze hand proberen te zetten, des te minder valt ons de ervaring ten deel dat we iets ontvangen. Zo kan het een verrijking betekenen om die stap terug durven te zetten. Enerzijds is het een zegen om als mens actief op de natuur te kunnen ingrijpen. Waar waren we zonder kunstmest, en dijken, en antibiotica? Anderzijds raken we ook wat kwijt als we de natuur enkel nog maar in onze greep hebben. Dat geldt bij bijvoorbeeld medisch handelen. Het is een groot geluk dat artsen verregaande mogelijkheden hebben om ziektes te bestrijden. Maar wat goed is het als artsen óók weten terug te treden als het moment daar is, en de zieke rustig mag sterven. Het geldt ook in onze omgang met de natuur. Dat merk je op vakantie. Dan zoek je toch het liefst ongerepte streken op. Dan hoef je even geen glad gemaaide gazons te zien. Dan verlang je naar een nauwelijks door mensen aangeraakte alpenweide. Sommigen gaan zeezeilen om de kracht van de elementen te ervaren. Wat kun je veel ontvangen, juist door als mens een stapje terug te doen en de natuur in zijn ongenaakbare majesteit op je af te laten komen. Het gaat dan ook hinderen, dat de mens overal met zijn handen aankomt. Zelfs Antarctica is niet veilig meer: ook dat continent dreigt geëxploiteerd te worden. Kunnen we onze handen nog thuis houden en de natuur in zijn ruigheid in tact laten?
Gods liefde voor zijn schepping
De Israëlieten hebben dat stapje terug niet gedaan. Ze hebben het gebod van de sabbatsrust niet in acht genomen. Toen heeft de HEER ingegrepen en er zelf voor gezorgd dat het land met rust werd gelaten. De Israëlieten kwamen in ballingschap terecht. Hun akkers en wijngaarden verwilderden. Het land werd een woestenij. Zó, met harde hand, heeft de HEER aan die eindeloze exploitatie een einde gemaakt, II Kronieken 36:21; Jeremia 25:11v. Leviticus 26 opent dus een opvallend perspectief. Wat voor de Israëlieten een ramp was – de Babylonische ballingschap – was voor het land een weldaad. Eindelijk rust. Heel bijzonder is het, dat God dus niet enkel aan de mensen denkt in zijn beleid. Hij denkt ook aan het welzijn van de dieren. Hij denkt zelfs aan het welzijn van de planeet. In het uiterste geval moeten de ménsen het bij Hem ontgelden, als door hun toedoen de planeet schade leidt. Dat is wat! Er laat zich een parallel trekken naar de huidige economische crisis. Ik zie daar veel ellende van, en zou dan ook niet graag een positief woord spreken over die crisis. En toch zijn er mensen die er blij mee zijn. Ik denk aan de bioloog en natuurliefhebber Midas Dekkers. In een interview in Ideaal (blad van de ASN-bank, februari 2013) wijst hij erop dat ‘de ongebreidelde bevolkings- en economische groei’ haar tol gaat eisen. Als de interviewer hem vraagt: “Dus u bent blij met de economische crisis?” zegt hij: “Absoluut, hier heb ik voor gebeden.” Nota bene: een man die bepaald niet bekend staat als een gelovig christen, gebruikt religieuze taal om aan te geven dat het heilzaam is dat de mensheid met de crisis nu gedwongen een stap terug doet. Ik kan me niet voorstellen dat mensen die door de crisis gevoelig getroffen worden, het hem zullen nazeggen. Maar het is wel in lijn met de boodschap van Leviticus 26. In deze zo dreigend klinkende verzen ligt het machtige evangelie besloten, dat de Schepper een warm hart heeft voor zijn schepping. Hij laat zijn grootse, schone wereld niet ten prooi vallen aan het kwaad, aan ons menselijk kwaad. Hij zelf zal er een stokje voor steken dat wij mensen maar eindeloos doorgaan met het verknoeien van de schepping. Dat laat Hij niet toe. In het Nieuwe Testament wordt dat bevestigd, als de belofte klinkt van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, II Perus 3:13; Openbaring 21:1,14. Omdat God zelf garant staat voor de toekomst van zijn schepping, daarom mogen wij hoop hebben op een veelbelovend einde van de geschiedenis –daarom alleen.
Vakantie
Vanuit dit perspectief roep ik u op een stapje terug te doen en de schepping af en toe eens met rust te laten. Daar is de vakantietijd voor. Neem eens een ontvangende houding aan. Heb oog voor wilde bloemen en ongerepte streken. Doe eens natuurvriendelijke dingen. Koop eens biologische producten, en geen plofkippen. Als je een vliegreis maakt, doe dan iets aan CO2 compensatie – denk aan bijvoorbeeld Trees for Travel. Doe eens een stapje terug uit een hectisch en al te bedrijvig leven, en verheug je op het heilsplan van God. Neem een ontvangende houding aan, tegenover de God die zelf zijn schepping terecht gaat brengen. Amen.
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.