Preek over Lucas 2:4, 11
2011-12-25 v.m.
Ds. A. van der Dussen
Davids Zoon, lang verwacht
Liturgie:
♪ projectlied
♪ E179 – Vrolijk zingen wij ons lied
♪ Gezang 134: 1, 2, 3
Lucas 2: 1-20
♪ "Een koning is geboren"
♪ Gezang 143
♪ Psalm 89: 2
♪ E96 – In de stad van koning David
♪ Slotlied musical ‘De kinderen van Bethlehem’
Blauw bloed
Jezus had vier broers: Jakobus, Josef, Simon en Judas (Matteüs 13:55). Jakobus is de bekendste: die was leider van de gemeente in Jeruzalem, Galaten 1:19. Maar wij weten ook iets over de jongste broer, Judas. Die had kinderen: dat waren dus neefjes en nichtjes van de Heer Jezus. En die kinderen hadden ook weer kinderen. Die konden dus zeggen: “Jezus was een broer van onze opa!” Dankzij enkele notities van de vroeg-christelijke schrijver Hegesippus ( die ons overgeleverd zijn door de kerkhistoricus Eusebius, † 339) is ons bekend, dat deze kleinkinderen van Judas een keer bij keizer Domitianus geroepen werden. Die had gehoord dat er in zijn tijd nog een aantal nakomelingen van David leefden. Hij was er niet gerust op: stel dat die een staatsgreep wilden plegen. Dus ontbood hij al die zogenaamde prinsen en prinsessen, ook de kleinkinderen van Jezus’ broer Judas. Hij vroeg ze of ze van David afstamden. “Ja,” was het antwoord. Toen vroeg hij ze hoeveel geld ze hadden.” Haast niets,” zeiden ze, en ze lieten hun handen aan de keizer zien. Dat waren handen met eelt erop – werkhanden. De kleinkinderen van Judas werkten op het land. Toen wist de keizer genoeg. Het was een totaal verarmde en totaal ongevaarlijke tak van de familie van koning David. Vol verachting liet hij ze vrij.
Strijdvaardig
Zo’n nakomeling van David was de broer van hun opa dus ook – zie Lucas 2:4. Dat het om een verarmde tak ging blijkt uit het Kerstverhaal. Maar was Hij ook ongevaarlijk? Dat zou niet passen bij de verwachtingen die bij zijn geboorte gewekt worden. Dat het nieuws daarvan “het hele volk met grote vreugde zou vervullen” (vers 10) heeft ermee te maken dat aan Hem “de troon van zijn vader David” gegeven zou worden (1:32). In de tijd dat Jezus geboren werd keek men gespannen naar de komst van deze machtige koning uit. Ik zal wat voorlezen uit een Joods geschrift (Psalmen van Salomo, 50 voor Christus) waaruit die verwachting blijkt:
Omgord de zoon van David met geweld, zodat hij de goddeloze heersers vernietigt en Jeruzalem reinigt van de heidenen; dat zijn dreigingen de heidenen op de vlucht doen slaan, en dat hij de zondaren zal straffen om de gedachten van hun hart. Dan zal hij een heilig volk verzamelen, en de vreemdelingen zullen niet het recht hebben onder hen te wonen.
Concreet verwachtte men dus van de zoon van David die komen zou, dat hij de Romeinen zou aanvallen en overwinnen. Geen wonder dat koning Herodes op zijn hoede was en in zijn wreedheid het zekere voor het onzekere nam, Matteüs 2:3,16. En geen wonder, dat er een machtig engelengezang te horen was toen Jezus was geboren. De lang verwachte zoon van David trad aan. Nu zou het gebeuren!
Ongevaarlijk?
Maar het is niet gebeurd. We weten het allemaal: Jezus leek in niets op een man die een staatsgreep tegen de keizer zou plegen. Hij heeft de Romeinen er niet uit gegooid. Hij heeft de zondaren niet bestraft. Hij oefent geen politieke en militaire macht uit. De wereld draait gewoon door, en legers blijven gewoon hun gang gaan zonder dat Jezus tussenbeide komt. Ook Hij was niet alleen een verarmde, maar ook een ongevaarlijke zoon van David – zo leek het. Later, bij zijn kruisiging, dreven de Romeinse soldaten dan ook de spot met Hem: “Als je de koning van de Joden bent, red jezelf dan!” (Lucas 23:37) Maar daarmee komt op ons de vraag af, wat het eigenlijk te beduiden heeft dat Hij een zoon van David was en in Bethlehem, de stad van David, geboren werd. Wat hébben wij aan zo’n ongevaarlijke koningszoon?
Een ander profiel
Op die vraag krijgen wij een antwoord wanneer wij letten op de ándere verwachtingen die leefden. Ik lees voor uit psalm 72:12,13,14:
Hij zal bevrijden wie arm is en om hulp roept,
wie zwak is en geen helper heeft.
Hij ontfermt zich over weerlozen en armen,
wie arm is, redt hij het leven.
Hij verlost hen van onderdrukking en geweld,
hun bloed is kostbaar in zijn ogen.
Hier wordt het profiel van de zoon van David anders getekend. Nu wordt de nadruk gelegd op het zorgzame van de koning. Hij is hier niet de strijdvaardige vechtjas, maar de rechtvaardige heerser die recht doet aan de zwakken en redding biedt aan de armen (psalm 72:4). Dat is wél het profiel van Jezus. Een straatarme blinde deed een beroep op Hem:
Jezus, zoon van David, heb medelijden met mij! (Lucas 18:38)
En Jezus had medelijken met hem. Door hem te genezen en een nieuw leven te schenken maakte Hij het waar, dat Hij de lang verwachte zoon van David was. Sterker nog: Hij ontfermde zich over een heidense vrouw die Hem eveneens aansprak op zijn Koninklijke zorgtaak:
Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David! (Matteüs 15:22)
En wat deed Jezus? Aanvankelijk wees Hij haar af, 15:23v. Maar toen zij zich niet uit het veld liet slaan gaf Hij toe. Ongehoord is dit: uiteindelijk joeg deze Zoon van David haar niet weg, zoals die laatjoodse Psalm van Salomo kon doen verwachten. Nee, ook haar hielp Hij! Ook voor de heidenen was de zegen van zijn weldadige heerschappij bestemd. In Klaagliederen 4:20 heet de Messias, de gezalfde des Heren, ‘de adem van ons leven’. Dat is een prachtige omschrijving van de wijze waarop Jezus de Zoon van David is: “de adem van ons leven”. Hij komt voor het leven op van Joden én van heidenen. De heerschappij die Hij sticht is er een van grenzeloze liefde, en zorgzaamheid, en ontferming.
Lang verwacht…
Lang is Hij verwacht, de Zoon van David. Toen Hij kwam, was Hij anders, héél anders dan verwacht. Misschien valt Hij ook ons tegen. Misschien zagen ook wij liever een krachtpatser? De getuigen van Jezus Christus zijn onvermurwbaar. “Nee,” zeggen ze, “jullie hebben geen andere Zoon van David te verwachten dan deze.” Ongevaarlijk? Laten we dat niet te snel zeggen. Hij was zeker geen intimiderende Messias. Maar Hij heeft het bestaande systeem wel uit zijn voegen gelicht. Onderschat deze Zoon van David niet. Zijn heerschappij bestaat in dienen. Zijn overwinning bestaat in opstanding. Zijn wet is de wet van de liefde. Zijn wapen is de weerloosheid van het kruis. Zijn macht is die van de heilige Geest. Zo brengt Hij het koninkrijk van God. Kom, ga met Hem mee. Onderwerp je aan Hem. Volg Hem. Maak zijn stijl tot je eigen levensstijl. Vertrouw erop dat in Bethlehem de victorie begint.
Amen.
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.