Preek over Handelingen 1:12 - 14

2011-06-05 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Het gebed als midden tussen activisme en laksheid

Liturgie:

♪ E136: Mijn hoop is op U, Heer
♪ Psalm 81: 1, 4, 8
Lezen: 1 Korintiërs 13: 5
♪ Gezang 431: 3, 4
♪ Gezang 235
♪ E9: Apostolische Geloofsbelijdenis

Inleiding

In deze preek wil ik u aansporen tot verwachtingsvol gebed. Ik sluit daarmee aan bij wat in Handelingen 1:14 vermeld staat over dat kleine groepje aanhangers van Jezus in die bovenzaal in Jeruzalem, dat zich vurig en eensgezind wijdt aan het gebed. Om het belang van dit gebed aan te wijzen ga ik eerst in op het programma waarmee de Heer Jezus hen op pad stuurt. Ik wijs op het contrast tussen de pretentie die daaruit spreekt, en de onmacht van de discipelen.

Het pretentieuze programma van de Heer

Dat de apostelen volgens Handelingen 1;12 terugkeren naar Jeruzalem heeft een goede reden. God heeft namelijk een programma voor hen dat in Jeruzalem begint. Zie vers 8:

Wanneer de Heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van Mij getuigen
  • in Jeruzalem,
  • in heel Judea en Samaria,
  • tot aan de uiteinden der aarde.
Het is dus de bedoeling dat het getuigenis van Jezus de hele wereld over gaat. Het moet zich als een olievlek uitbreiden vanuit Israëls hoofdstad Jeruzalem naar de landstreken Judea en Samaria. Vervolgens gaat het door tot de verste streken. Dat betekent ook: tot waar de mensen het minst bekend zijn met de God van Israël. Want de uitdrukking ‘uiteinden der aarde’ heeft betrekking op de ‘volkerenwereld’, in onderscheid van Gods eigen volk Israël. Vgl. Handelingen 13:47:

Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken om redding te brengen,
tot aan de uiteinden van de aarde.

Niet alleen het Joodse volk moet dus bekend worden met de naam van Jezus, de gekruisigde en Opgestane. Ook in Samaria, dat voor de Joden gold als half heidens, ja, in heel de volkerenwereld moet van Hem getuigd worden. Denk bij dat woord ‘getuigen’ aan de rechtspraak. Er is een proces gaande over de betekenis van Jezus. De ene partij zegt dat Hij een religieuze oplichter is; de andere dat Hij de Redder van de wereld is. In dat proces moet uitspraak gedaan worden, en daarom zijn er getuigen nodig. De ene partij wordt gevormd door de Joodse autoriteiten. Die hebben Hem niet erkend als Messias, en Hem als een bedrieger aangeklaagd en terechtgesteld. De andere partij is God de Heer zelf. Hij heeft Jezus eerherstel gegeven door Hem op te wekken uit de dood. God claimt nu de wereld als het rijksgebied voor zijn Zoon. En de getuigen? Dat zijn de apostelen, die naar eer en geweten kunnen verklaren en zweren dat het echt waar is, dat Jezus is opgestaan uit de doden en dat het echt waar is dat Hij de Redder van de wereld is. Zie 1:22; 2:35; 3:15 enz. De apostelen worden dus op pad gezonden in het kader van het proces dat God voert, om heel de wereld aan de voeten van zijn Zoon te brengen. Dáárom moeten zij hun verklaring over Jezus afleggen tot in de verste uithoeken van de wereld. Heel de mensheid wordt zo voor de keuze geplaatst om te kiezen in dit grote geding. Ook wij. Erkennen wij Gods claim dat de wereld aan Jezus toebehoort en door Hem gered zal worden, of niet??

Menselijke onmacht

Het is een enorm programma, veel te pretentieus naar gelang het beperkte aantal mensen die ermee op pad gaan. Want veel zijn het er niet. In 1:15 wordt het getal van 120 genoemd. Volgens 1:13 zijn het er elf, aangevuld met enkele vrouwen en de broers van Jezus. Het is een onwaarschijnlijk contrast. In heel de wereld moet van de naam van Jezus getuigd worden door een handjevol mensen. Daar komt nog bij, dat zij zich in het hol van de leeuw bevinden. Ze horen helemaal niet thuis in Jeruzalem. Het zijn Galileeërs, 1:11. De Jezus-beweging was een puur Galilese aangelegenheid. Jeruzalem daarentegen was het bolwerk van de Joodse leiders – de tegenpartij dus. Jezus’ discipelen hebben hier dus geen steun te verwachten, alleen maar vijandschap. Vandaar dat zij zich niet in de publieke ruimte ophouden, maar in de bovenzaal van een particulier huis dat hun ter beschikking staat. Het pretentieuze programma van de Heer wordt toevertrouwd aan een groepje getuigen dat zich schuil houdt in de stad van hun tegen standers. Kan het ongunstiger?

Gebed

Dit bedenkende kun je snappen waarom er zoveel nadruk op valt dat ze zich wijdden aan het gebed, 1:14. Het was menselijkerwijze een onbegonnen karwei. Enkel en alleen de belofte van Jezus gaf hun moed om zich te verzamelen in Jeruzalem. Maar dat doen ze dus! Ze kiezen niet de weg van de minste weerstand door zich terug te trekken in het veilige en vertrouwde Galilea. Ze gaan er ook niet overmoedig op uit om al vast een begin te maken met het grote werk. Nee, de weg die ze kiezen is die van het gebed. Alleen zo kunnen ze het programma aanvaarden dat de Heer hun toevertrouwt. Opmerkelijk is, dat dat programma hun niet als een opdracht wordt meegegeven: “Wees mijn getuigen.” Het is een belofte: “Jullie zullen kracht ontvangen en van Mij getuigen.” (1:8) Zo komt het voor Jezus’ discipelen enkel op geloof aan, geloof dat zich uit in gebed. Uit dat vurig gebed waaraan ze zich eendrachtig wijden spreekt vertrouwen, het vertrouwen dat wat bij mensen onmogelijk is, mogelijk is bij God. Zo is de kerk begonnen. Zo alleen ook zullen we in onze tijd kerk kunnen zijn. Lijkt het u/jou onwaarschijnlijk dat deze wereld herschapen wordt tot Gods Koninkrijk? Vindt u het lastig om geloof te hechten aan de Bijbelse overtuiging, dat Jezus het koninkrijk van God gaat realiseren? Hebt u het gevoel dat het christendom in onze verwereldlijkte maatschappij dreigt te bezwijken? Laat u dan inspireren door dit wonderbaarlijke begin. Laat je hierdoor herinneren aan de Bijbelse verkondiging, dat wat bij mensen onmogelijk is, mogelijk is bij God. Laat u niet lam slaan door de overweldigende feitelijkheid. Ga er ook niet overmoedig op uit, met al te menselijke dadendrang. Hoor de belofte van de Heer. Hij gaat zijn programma uitvoeren. Het is niet dat van ons maar dat van Hem! Van ons vraagt Hij alleen er vertrouwen in te hebben dat Hij het gaat doen, en onze plek in zijn plan in te nemen. Werkelijk, de kracht van de kerk ligt nog steeds in het vurig, eendrachtig gebed.
Amen.

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.