Preek over Zacharia 8:1 - 3
2010-09-05 v.m.
Ds. A. van der Dussen
Gods hartstocht
Liturgie:
♪ E68 – Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam
♪ Psalm 100
Psalmen 119: 129-131
♪ Gezang 463: 1
♪ E37 – Elke morgen als ik wakker word
Zacharia 8: 1-8:
♪ Psalm 97: 1, 5, 6
♪ E122 – ’k Stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God
Een gepassioneerde God
Het is om onder de indruk van te zijn: dat God zichzelf hier presenteert als een God die brandt van liefde voor zijn volk. Hier wordt precies hetzelfde woord gebruikt als in Deuteronomium 32:16,21 en I Korintiërs 10:22. Daar is er sprake van dat God getergd kan worden. Dat is negatief: God kan tot het uiterste gedreven worden doordat wij Hem negeren. Hier klinkt het positief: God kan tot het uiterste gaan doordat Hij brandt van liefde. Het gemeenschappelijke is dat God een enorme gedrevenheid kent. Wat we van sportlieden zeggen – “hij is een gepassioneerd wielrenner” – is ook op God van toepassing: Hij is een gepassioneerde God. In de taal van de NBG-vertaling van 1951: Hij is een (na)ijverig God. Het lijkt bijna te menselijk om zo van God te spreken. In de meeste beelden die mensen zich van God vormen zit iets afstandelijks, iets van diepe rust en stilte, iets van kalme vriendelijkheid. En ach, hoe zouden wij ook ooit kunnen zeggen dat God niet die diepe rust en stilte kent, geen kalme vriendelijkheid. Maar Bijbels gesproken kunnen we ook hier niet omheen: God is een gepassioneerde God. Dat vind je terug in God de Zoon, Jezus Christus. Wat was en is Hij vurig betrokken op mensen, zieke, verloren mensen. Wat was en is Hij ook vurig betrokken op zijn Vader – denk aan de opening van het Onze Vader: “Uw naam worde geheiligd, Uw koninkrijk kome, uw wil geschiede!” Je vindt Gods gepassioneerdheid ook terug in God de Heilige Geest. Denk maar aan de beelden waarmee Hij wordt aangeduid: storm, vuur. Omdat God zo gepassioneerd is, zo’n gedrevenheid kent, daarom kan ons leven niet hetzelfde blijven wanneer Hij erin binnenkomt. Een God die brandt van liefde voor jou – die woelt je hele leven om. Toch?
Evangelie in een tijd van moedeloosheid
Er zit een enorme bemoediging in deze profetie. Zacharia voorzegt dat Gods brandende liefde ertoe zal leiden dat Hij weer gaat wonen in Jeruzalem, vers 3. Concreet wil dat zeggen dat de tempel herbouwd zal worden. Maar daarbij blijft het niet. Als God eenmaal woont in Jeruzalem, zal het er ook anders leven zijn. Zie vers 4 en 5: Jeruzalem zal weer een veilige stad worden, waarin mensen onbezorgd oud kunnen worden en kinderen blij kunnen spelen. Zacharia doet deze aankondiging in een bange en onzekere tijd. Hij treedt op vanaf 520 voor Christus, als opvolger van Haggaï. Het is dan bijna 70 jaar na de verwoesting van Jeruzalem door de Babyloniërs. Bijna 70 jaar lag de tempel dus al in puin. De Perzische koning had toestemming gegeven voor de wederopbouw, maar er waren allerlei hindernissen voor de Joden om daadwerkelijk daartoe over te gaan. Een stemming van moedeloosheid greep om zich heen. Vergelijk 8:6: het lijkt voor het armzalige restant van het volk een onmogelijkheid dat het ooit nog goed komt met Jeruzalem. Zacharia gaat daar dwars tegen in – daar is hij profeet voor! “Wat? Zinkt jullie de moed in de schoenen? Ontbreekt jullie de energie om er tegen aan te gaan? Denken jullie dat herbouw van de tempel een onmogelijkheid is? Weet dan dat het bij God mogelijk is! Wij hebben immers een God die brandt van liefde, en die met vurige liefde terugkeert naar zijn stad!” Dat is nu het evangelie ten voeten uit. Wij mensen moedeloos, bang, uitgeput – de HEER vurig, gedreven, uit op ons heil!
God verdwijnt niet uit Nederland
Deze bemoediging nodigt uit om opmerkzaam rond te kijken. Is er in onze wereld iets van te zien, dat God in zijn hartstocht bezig is? Dat zou toch moeten, als God er echt is en als Hij zo gedreven is als Zacharia zegt. Van heel de Bijbel geldt dat hij ons met andere ogen leert kijken naar de wereld, en tot een nieuwe interpretatie leert komen van de dingen die gebeuren. Zo is het ook de bedoeling dat wij door de bril van deze profetie naar onze wereld kijken. Wat zien wij dan? Ik zal u zeggen wat ik zie. Ik zie een Nederland dat ontworteld is, en in de greep is van de angst. Massaal is afscheid genomen van het christelijk geloof. Vgl. de titel van een boek van Geert Mak: Hoe God verdween uit Jorwerd. God lijkt verdwenen uit Nederland. Dat is ook voelbaar. De samenleving is egoïstischer aan het worden, harder, meer vrijgevochten. Tegelijk heeft een zelfbewuste religie haar intrede gedaan. Maar liefst 900.000 moslims bewonen ons land. Daar is angst voor. Waar je echter nauwelijks over hoort, is dat onder de honderdduizenden migranten die Nederland overstroomd hebben heel veel christenen zijn. De verrassing is, dat het er meer zijn dan moslims! Hun aantal wordt op 1 miljoen geschat. En kijk maar eens om u heen in Eindhoven. De ene kerk na de andere wordt gesloten. De ene moskee na de andere verrijst. Ja, maar ook schieten overal de migrantenkerken als paddenstoelen uit de grond. Vanmiddag ook in ons eigen kerkgebouw, en in dat van de Christelijke Gereformeerde kerk. Of God nog in Nederland woont! Mogen we daar niet de hartstocht, de vurige gedrevenheid van God in zien, dat Hij op een geheel eigen, onverwachte manier zich ruimte verschaft in Nederland? Laten we daarom minder bang zijn, minder bezorgd over de komst van zijn Koninkrijk. Laten we de gebeurtenissen gelovig interpreteren en ons verheugen in de gedrevenheid van onze God, waarin Hij de strijd aanbindt met zijn tegenstanders.
Weerslag op ons
Terug naar onszelf. Wat gebeurt er met ons als onze God vol hartstocht op ons toekomt? Ik zei het daarstraks al: daar kan ons leven niet hetzelfde bij blijven. In Zacharia 8:3 staat dat Jeruzalem een ‘stad van trouw’ gaat heten, vgl. Jesaja 1:26. Dat is anders geweest. Jeruzalem was jaar en dag een stad vol ontrouw, vgl. Jesaja 1:21. Er komt dus een omslag. Gods volk zal zich voortaan richten op de HEER. Dat is een groot wonder. Tegelijk geldt: hoe zou het ook anders kunnen, als de HEER met zo’n vurige liefde Jeruzalem weer voor zich claimt? Zij brandende liefde zal zijn effect op het volk niet missen. Dat is om aandachtig bij stil te staan, broeders en zusters. De HEER claimt ook ons, met dezelfde vurige liefde. Hij glimlacht niet naar ons met afstandelijke vriendelijkheid – in Christus door zijn Geest toont Hij zijn brandende hart aan ons. Dat moet dan toch zijn weerslag op ons hebben? Dan kunnen wij op onze beurt toch ook niet afstandelijk blijven tegenover Hem? Lauw blijven in de confrontatie met zo’n gepassioneerde God – dat kan toch niet? Bijbels gesproken zijn er slechts twee mogelijkheden: òf een mens wordt door die liefde aangestoken, òf een mens wijkt voor deze God terug. U vraag ik vanmorgen om deze God niet op een afstand te houden, maar om zijn gepassioneerdheid op u te laten in werken en er zich voor open te stellen. Wees er niet weifelend over, maar geloof dat ons leven een ongekende glans zal krijgen als deze gepassioneerde God bij en in ons woont. Amen.
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.