Preek over Jozua 5:10-12

2010-07-25 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Christelijke mondigheid

Liturgie:

♪ E68 – Heer, onze God, hoe heerlijk is uw naam
♪ Psalm 135: 1, 2, 3
♪ E155 – Stap voor stap
Deuteronomium 8
♪ Psalm 105: 16, 17, 18
♪ E72 – Hemelen zingen van vreugde

Overgang naar de volwassenheid

Wij leven in een tijd waarin minder wonderen gebeuren dan toen Jezus op aarde was, en waarin wij meer worden teruggeworpen op onze eigen menselijke mogelijkheden en verantwoordelijkheden. In deze preek wil ik u en jullie stimuleren om dat goed te vinden. Anders gezegd: ik wil u stimuleren om te zoeken naar een manier om als christenen voluit in de moderne wereld te staan, zo, dat wij het leven met God combineren met het benutten van allerlei wetenschappelijke en technische mogelijkheden. Dat naar aanleiding van de vermelding in Jozua 5:12, dat God bij de intocht in het beloofde land ophield manna te geven. “Nogal wiedes!” zegt iemand misschien; “het manna was bedoeld voor in de woestijn, waar niks groeit. In het beloofde land is het manna helemaal niet nodig.” Dat zal waar zijn. Maar realiseer je dat hiermee de overgang wordt aangegeven van een tijdperk waarin God zijn volk door middel van wonderen in leven hield, naar een waarin Hij het in staat stelt om zélf in zijn levensonderhoud te voorzien. Zie ook Deuteronomium 8:9,12: de Israëlieten gaan aan landbouw en mijnbouw doen. Het is te vergelijken met de overgang van de fase van het kind-zijn naar de volwassenheid. Voor kleine kinderen wordt gezorgd; in de volwassenheid neem je je leven zelf ter hand. Groot geworden kinderen gaan op kamer wonen en worden geacht nu zelf hun was te doen! De relatie ouder-kind blijft in stand, maar verandert van karakter. Zo blijft de HEER in het beloofde land de Vader van zijn kinderen, maar Hij geeft ze nu veel meer verantwoordelijkheden en doet als het ware een aantal stappen terug. Hij zorgt niet meer op een wonderbare manier voor manna, maar stelt ze in staat zelf in hun levensonderhoud te voorzien. In het verlengde daarvan ligt de manier waarop Hij met ons omgaat, christenen die leven in de moderne wereld. “Ben je ziek? Ga dan naar de specialist, of neem antibiotica. Dreigen er overstromingen? Bouw dan dijken. Raakt de olie op? Ontwikkel dan alternatieve energiebronnen. Jullie kunnen het! Waarom zou Ik wonderen doen als jullie van Mij de mogelijkheid krijgen om het zelf te doen? ”

God vergeten

Dit volwassen en mondig zijn heeft voor- en nadelen. Enerzijds kennen wij allemaal de drang om zelf dingen te regelen. We zijn toch als mensen niet voor een kleintje vervaard? God komt ons daarin tegemoet door ons onze plaats in de moderne wereld toe te wijzen. Anderzijds is het lastig te hanteren dat Hij een aantal stappen terug doet. Het contact met Hem wordt daardoor minder direct. Het is makkelijker zijn hand in het manna te zien dan in het goud dat via mijnbouw gewonnen wordt. Je wordt Hem eerder gewaar in een genezingswonder dan in de genezing door antibiotica. Levendig herinner ik mij de klacht van een meelevend christen enige tijd na de geslaagde operatie van zijn partner: “God is zo ver weg… Mijn relatie tot Hem is aan het vervagen.” En die succesvolle operatie dan? “Dat heeft de dokter gedaan…” Zo is het voor sommige gelovige mensen lastig te plaatsen dat de lijn tussen God en hen in de moderne wereld langer is geworden. Voor ongelovigen is dat een bevestiging van hun gevoelen dat zij God niet nodig hebben. Niet toevallig waarschuwt Mozes in Deuteronomium 8 indringend tegen het vergeten van God (vers 11, 14). De Israëlieten konden gaan leven in de waan dat zij op eigen kracht zover gekomen waren, vers 17. Dat is wat in onze tijd gebeurt: mensen leven zonder God, vanuit het gevoelen dat het leven uitstekend zonder Hem geregeld kan worden. Tegen ouders die hun kinderen zien afdrijven van kerk en geloof zou ik willen zeggen: “Ziehier een belangrijke oorzaak daarvan. Scherp gezegd: dat ligt niet aan u en aan uw opvoeding, maar aan de tijd waarin wij leven. Dat uw kinderen geen raad weten met het geloof is lang niet altijd een kwestie van een gebrekkige geloofsopvoeding. Heel vaak heeft dat te maken met het feit dat zij in een moderne wereld leven waarin God ons mensen zoveel mondigheid gunt!“ Werkelijk: de HERE God stelt ons mensen op de proef door zoveel stappen terug te zetten en ons terug te werpen op onze eigen mogelijkheden. Wat is het in de moderne tijd moeilijk om te geloven.

Terug naar de woestijn

Wat kun je daaraan doen? Een oplossing is: daadwerkelijk terugkeren naar de woestijn. Ik bedoel: daadwerkelijk afstand doen van allerlei menselijke mogelijkheden en veel afhankelijker van God gaan leven, bijvoorbeeld door van een vast inkomen af te zien, zoals men in de geloofszending doet. Denk ook aan de aantrekkingskracht van de kloosters. Henri Nouwen deed het op zijn eigen manier, door zijn academische loopbaan af te breken en deel te gaan uitmaken van de gemeenschap van een stichting voor zwakzinnigenzorg. Er zijn mensen die een voettocht maken naar Santiago de Compostella, of een wereldreis op de fiets. Het komt er allemaal op neer, dat je jezelf kwetsbaar maakt en zo de lijn met God inkort. Soms doet God zelf het voor ons, dat Hij ons door de woestijn leidt. Dan breekt er een zware periode in ons leven aan waarin we weer op de knieën leren gaan en om hulp smeken en onszelf echt machteloos voelen. Vgl. Hosea 2:13: “Daarom zal Ik haar meelokken naar de woestijn en dan tot haar hart spreken.” Misschien is dat dan ook wel wat je voor je kinderen moet verlangen die zijn afgedreven van God en geloof: dat ze Hem in de woestijn zullen ontmoeten.

Terugkeer naar de basis

Toch is dat niet de enige oplossing. Als dat zo zou zijn zou de conclusie moeten zijn, dat de Here God zijn volk beter niet naar het beloofde land had kunnen leiden, en dat wij christenen in de moderne wereld niet thuis horen. Maar dat is niet de teneur van Deuteronomium 8 en Jozua 5. Het lijkt erop dat de HERE God er echt op uit is dat wij de kunst leren verstaan, om in Hem te geloven terwijl wij over de middelen beschikken om onszelf te bedruipen. Anders gezegd: het lijkt erop dat de HERE God het liefst Vader wil zijn van volwassen kinderen. Bonhoeffer heeft daarover lang en diep nagedacht en is tot de conclusie gekomen dat het erom gaat dat wij juist als mondige mensen met God leren omgaan. Vandaar dat ik zei dat ik u in deze preek wil stimuleren om het goed te vinden dat we in een tijd leven waarin minder wonderen gebeuren dan toen Jezus op aarde was, en waarin wij meer worden teruggeworpen op onze eigen menselijke verantwoordelijkheden. Anders gezegd: om te zoeken naar een manier om als christenen voluit in de moderne tijd te staan, om zo het leven met God te combineren met het benutten van allerlei wetenschappelijke en technische mogelijkheden. Maar hoe doe je dat dan? Deuteronomium 8 en Jozua 5 geven een belangrijke aanwijzing. In Deuteronomium 8 spoort Mozes de Israëlieten ertoe aan, zich de tijd van de tocht door de woestijn te herinneren als een tijd van vorming, vers 2, 14-16. En in Jozua 5 staat dat de Israëlieten het Pesach feest vierden juist op het moment dat het manna ophield. Dat wil dus zeggen, dat ze niet opnieuw de woestijn in hoefden te gaan, maar wel de herinnering aan die tijd van uitredding levend moesten houden en af en toe die tijd moesten oproepen door het feest van de uittocht te vieren. Vergelijk dat met onze Nederlandse 4 mei-viering en de bijbehorende Bevrijdingsdag. De tijd oproepen waarin God ons gevormd heeft tot zijn volk – hoe doe je dat in de kerk? Ik zou zeggen: door de zondag in ere te houden en dan opnieuw de Bijbelverhalen te lezen waarin we God hebben leren kennen als een God van redding. Denk ook aan de avondmaalsviering. Dan verplaatsen we onszelf als het ware terug naar Golgotha, om de zegen van Christus´ offer op ons te laten neerdalen. Het gaat erom dat wij tijd inruimen voor het gedenken en voor de herinnering: “Weet je nog wat Hij allemaal voor ons gedaan heeft en hoe het allemaal begonnen is?” Vervolgens kun je dan op Hem betrokken blijven, ook als Hij op grotere afstand van ons gaat staan. Dan kun je de verbinding leggen tussen de overvloed die je nu ontvangt en de God die eens wonderbaar spijzigde. Dan kun je dankbaarheid ontwikkelen (Deuteronomium 8:10), omdat je in de welvaart die je mag ontwikkelen de zegen opmerkt van Hem die in Christus dichtbij gekomen is om jouw Vader te worden. Kortom: het gaat erom dat je steeds weer terugkeert naar de basis die God gelegd heeft. Toon die levenshouding aan je ongelovig geworden kinderen. Laat het verschil tussen hen en jou niet zijn dat jij minder mondig bent dan zij. Laat het verschil zijn dat je je mondigheid beleeft in betrokkenheid op de God van kruis en opstanding, en zondag aan zondag de moeite neemt om het leven op die basis te hernieuwen.
Amen.

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.