Preek over Matteüs 28

2010-04-04 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Er wordt op ons gewacht!

Liturgie:

♪ E13 Breng dank aan de Eeuwige
♪ Psalm 107: 1, 4
Lezen - Psalm 1
♪ Gezang 78: 1, 2
♪ E165: Uw Woord is een lamp voor mijn voet
Lezen: Jesaja 49 : 14 - 20
♪ Gezang 409
♪ Psalm 79 : 5

Streng bewaakt…

In de Afrikaanse stad Yaoundé reed ik over een weg met aan weerszijden twee gevangenissen: een voor mannen en een voor vrouwen. Het zijn akelige gebouwen die vier maal zoveel gevangenen huisvesten als waar eigenlijk plek voor is. Nieuwsgierig keek ik naar de ingang van de mannengevangenis. Natuurlijk werd die streng bewaakt. Maar stel je nu eens voor dat de bewakers op de grond lagen te snurken, en dat de poort wagenwijd openstond en dat er bovenop de poort een mannetje zat dat een lange neus trok naar de slapende bewakers… Dan zou je er gemakkelijk in kunnen, en de gevangenen en er even gemakkelijk uit. Fantasie natuurlijk. Maar op de Paasmorgen was dat werkelijkheid! Het graf van Jezus lijkt immers op een gevangenis: het werd streng bewaakt, met de bedoeling dat er niemand in zou kunnen en dat het lichaam van Jezus er niet uit zou kunnen worden weggehaald, Matteüs 27:64-66. Maar toen de vrouwen het graf naderden stond de poort wagenwijd open! De verzegeling had niet geholpen. De bewakers lagen als dood naast de weggerolde steen. Op de steen zat de engel. Nee, er staat niet dat hij een lange neus trok tegen de bewakers, maar er klinkt wel degelijk humor door in de eerste regels van dit machtige hoofdstuk. Want wie is er nu eigenlijk dood?! Het scheelt weinig of de bewakers zijn dood. En de dode Jezus – Hij heeft het graf springlevend verlaten! Het is de omgekeerde wereld. Niet toevallig wordt gezegd dat zich een aardbeving voordeed. Pasen gooit alles omver. De opstanding van Christus houdt in, dat de normaal zo vaste grond onder je voeten wankelt.

Vriendelijk perspectief

Ja, Pasen heeft iets ontwrichtends. Al onze redelijke maatstaven worden verbogen. Matteüs vertelt dan ook dat de aardbeving zich als het ware voortplant in het leven van de bewakers: ook zij beginnen te beven, vers 4. Toch voert dit alles niet de boventoon in Matteüs 28. Voor de vrouwen opent zich een ander, veel vriendelijker perspectief. Ook zij schrikken vreselijk. Maar twee maal wordt hun toegeroepen “Wees niet bang!” – eerst door de engel (vers 5), dan door Jezus zelf (vers 10). Opvallend is ook hoe ‘gewoon’ Jezus hen benadert als Hij aan hen verschijnt. Hij groet ze vriendelijk, precies zoals ooit de engel Gabriël Maria begroette die Jezus’ moeder zou worden (Lucas 1:28): “Wees gegroet!” (vers 9) Zo is dus op de Paasmorgen niet alles ondersteboven gegooid. Gebleven is de relatie tussen Jezus en deze twee vrouwen, vgl. Matteüs 27:56. Dat geldt ook van de relatie tussen Jezus en zijn discipelen. Opvallend is dat Hij ze aanduidt als ‘mijn broeders’, vers 10. Daarmee grijpt Hij terug op wat Hij zei toen zijn moeder en zijn broers Hem op een bepaald moment claimden, 12:48: “Wie is mijn moeder? Wie zijn mijn broers? Ieder die de wil van mijn Vader in de hemel doet is mijn broer en zuster en moeder.” Prachtig is dit. De mensen met wie Jezus in de wereld het meeste heeft, zijn zijn discipelen. Zijn hart gaat in de allereerste plaats naar hen uit. Dat mogen wij dus op onszelf toepassen, wanneer wij ons herkennen in dat discipel zijn. De opgestane Heer trekt op ons aan!

Er wordt op ons gewacht

Opvallend is dat Jezus volgens Matteüs niet aan zijn discipelen verschijnt in de omgeving van het graf. Zij moeten een lange reis maken voor zij Hem zullen zien: naar Galilea. Het enige wat zij op die Paasmorgen in handen hebben is de boodschap van de vrouwen. Meer niet. Die boodschap vraagt geloof. Als zij gewacht zouden hebben op meer bevestiging voordat zij op weg waren gegaan, zouden zij Jezus menselijkerwijs gesproken nooit gezien hebben. Hij wacht immers op Hen in Galilea. Eérst moeten zij in geloof op weg gaan. Daarin lijkt de situatie van de discipelen op die van ons. Ook wij hebben alleen een woord. Ook tegen ons wordt gezegd: “Ga op weg. Hij wacht op jullie. Hij is niet dood maar Hij leeft.” Daarmee hebben we maar bar weinig in handen. Dat kan ons aanvliegen. Hebben we echt reden om in ons leven op weg te gaan om de Heer Jezus te ontmoeten? Stel toch dat het allemaal op een misverstand zou berusten… Ook van ons wordt op de Paasmorgen geloof gevraagd. “Ga op weg. Er wordt op jullie gewacht door de levende Heer!” Gaan we?

Naar Galilea

Het is niet toevallig dat Jezus zijn discipelen opwacht in Galilea. Daar is het allemaal begonnen. Daar heeft Jezus hen geroepen, heeft Hij zijn wonderen gedaan en zijn onderricht gegeven. In Jeruzalem waren zij als echte Galileeërs niet echt thuis. Het is veelbetekenend dat Jeruzalem in vers 11-15 geschetst wordt als de stad waar het ongeloof aan de macht is. Onheilspellend is dat. De werkelijkheid van Pasen dringt hier niet door. De bewakers laten zich omkopen om het wereld-schokkende verhaal niet verder te vertellen. Zo blijft in Jeruzalem alles bij het oude. Ja, zo kan Pasen inderdaad aan de wereld voorbijgaan. Jezus roept zijn discipelen terug naar contreien waar Hij wél ruimte voor zich heeft gecreëerd. De plaats waar hij zijn discipelen uiteindelijk treft is een berg, de berg waar Hij hen had onderricht, vers 16. Het kan niet missen: dat is de berg van de Bergrede, 5:1! Uit het slot van Matteüs 28 blijkt, dat Jezus die draad nu weer opneemt. Het onderwijs dat Hij in de Bergrede gegeven had (zie 5:2 en 7:28) wordt nu voortgezet, en wel door middel van het onderwijs waartoe Hij de discipelen opdracht geeft, 28:20. Zo bewijst Hij de opgestane Heer te zijn. Zijn onderwijs gaat door! Daarbij maakt Matteüs heel duidelijk dat de voortgang van zijn onderwijs een gevolg is van de opstanding. Soms stelt men het zo voor, dat Jezus om zo te zeggen leeft doordat en in zoverre zijn discipelen in Hem geloven en de herinnering aan Hem levend houden. Als dat waar was, hing het ‘levend zijn’ van de Heer van mensen af. Dan zou, op het moment dat de laatste aanhanger van Jezus er de brui aan zou geven, ook Jezus ophouden te leven. Maar het Paasevangelie bemoedigt ons door te benadrukken dat het precies andersom is. Jezus leeft, niet in zoverre mensen in Hem geloven en zijn onderwijs voortzetten – mensen doen dat omdat Hij de Opgestane is. De stuwende kracht achter de voortgang van dat onderwijs is zijn aanwezigheid als de Levende. Zie vers 20: “Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld!” De kerk leeft van de opstanding, en zal enkel en alleen in de aanwezigheid van de levende Heer de kracht vinden om door te gaan met zijn onderwijs.

Donker en licht

Misschien realiseren we ons te weinig hoe levenwekkend het voortgaan van dat onderwijs is. Zendingswerkers in Afrika vertelden mij over hun motivatie om onder moeilijke omstandigheden door te gaan met hun werk. Het kwam hier op neer: buiten de lichtkring van het evangelie is het zo aardedonker. Een en ander maal hoorde ik hen zeggen: “Je komt er pas achter hoe duister het leven buiten Christus is, als je kennis maakt met een cultuur die nog nooit door het evangelie beademd is”. Inderdaad: in het Westen heeft het evangelie eeuwenlang zijn invloed kunnen doen gelden. Daardoor beseffen we misschien niet meer hoe aardedonker het is als het Licht der wereld ergens nog niet heeft kunnen schijnen. Of komen we er in onze eigen omgeving langzamerhand achter, doordat hier en daar de afkeer en het afscheid van het evangelie zich aan het doorzetten zijn, en er een vacuüm aan het ontstaan is waarin zich evenzeer duistere machten aan het nestelen zijn? Het slot van Matteüs 28 is daarom zo hoopvol, omdat het oproept tot de verbreiding van het onderwijs van de opgestane Heer. Daarmee wordt de wereld onder de heerschappij van de God van het licht gebracht! Op deze wijze is de opstanding van de Heer verbonden met de komst van het Koninkrijk van God. Jezus zendt zijn broeders de wereld in om die onder zijn heilzaam beslag te brengen. Ook in die zin wordt er op ons gewacht. Jezus wacht op ons, zijn broeders en zusters, met de bedoeling dat wij zijn onderwijs voortzetten en zijn licht verspreiden. Wat op die berg in Galilea begonnen is, is voor alle volken bestemd. Zo wil Pasen zijn uitwerking hebben – de uitwerking van het koninkrijk van God. Werkelijk: er wordt op ons gewacht door de Opgestane Heer!
Amen.

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.