Preek over Exodus 32:11-14
2008-10-26 v.m.
Ds. A. van der Dussen
De voorbede van Mozes
Liturgie:
♪ Gezang 14:1, 2, 5
♪ E105
2 Korintiërs 5:21
♪ Gezang 402:7, 8
♪ Exodus 32:1-14
♪ Gezang 159:1, 2, 5, 6
♪ Psalm 25:3, 5
♪ E40
♪ Psalm 79:5
1. Vakantiewerk
Stel je voor: je hebt een jonger broertje, een echte rommelaar. Hij komt nooit ergens op tijd; hij maakt ook nooit iets af. Hij gaat vakantiewerk doen bij Albert Heijn. Jij denkt: "Dat wordt niks." Vorig jaar had jij die baan en het is best verantwoordelijk werk. Na drie dagen belt de filiaalmanager jou op. "Ik word hardstikke gek van die broer van jou." Kortom: of jij alsjeblieft dat werk wil komen doen. Je zult goed betaald worden. Wat is je reactie?
2. De middelaar
Het zou bijzonder zijn, als je het zou opnemen voor dat klungelende broertje. Toch is dat precies wat Mozes doet. Hier zie je hem als tussenpersoon aan het werk, als middelaar, en daarmee krijgen wij ook een doorkijkje naar onze Middelaar, de Heer Jezus. Laten we het, juist door dit verhaal serieus te nemen, onder ogen zien: als Hij het niet voor ons opnam, hadden wij geen been om op te staan. Er wordt een spannende situatie beschreven in Exodus 32. Na de zonde met het gouden kalf heeft de HEER het helemaal gehad met Israël. Veelbetekenend is wat Hij zegt in 32:7:
Jouw volk, dat jij uit Egypte hebt geleid, misdraagt zich.
Wat een afstand neemt Hij hier tot zijn volk. Alsof Híj het niet was, de Héér, die Mozes geroepen had en in zijn overmacht de farao gedwongen had zijn volk te laten gaan. Kennelijk heeft de verering van het gouden kalf tot gevolg, dat de HEER zich niet meer verbonden voelt met Israël. Hij herkent het niet meer als zijn volk. Hij is het kwijt. Vandaar zijn voorstel om met Mozes verder te gaan, vers 10. Hoe verleidelijk is het voor Mozes om hierop in te gaan. Maar hij doet het niet. Waarom niet?
3. Het valt niet mee
Eerst welke reden Mozes niet heeft om het aanbod van de HEER af te slaan. Zijn argument is niet: "Och Heer, het valt toch wel mee met Israël." Want het valt niet mee, zoals het ook met ons niet meevalt. Essentieel in de zonde met het gouden kalf is het gebrek aan vertrouwen. Het volk neemt de voortgang van zijn verlossing in eigen handen, naar eigen inzicht. Het geeft zijn lot niet uit handen aan de Heer. Hoe zeer kun je je daarin als moderne mensen herkennen. Uiteindelijk toch het zekere voor het onzekere kiezen en je eigen plan trekken. Uiteindelijk het toch niet durven wagen met God; zijn methode om jouw leven goed te maken niet accepteren. Dát is het, waardoor de HEER ook ons totaal kwijt kan zijn als zijn kinderen. Natuurlijk is hiermee niet alles gezegd over ons geestelijk leven. Gelukkig is er ook het werk van de Heilige Geest, waardoor wij kunnen groeien in vertrouwen en overgave. Maar de Geest is constant in gevecht met het vlees, dat wil zeggen onze zonde en zwakheid, Galaten 5:17. De drang om het heft in eigen handen te nemen is sterk. Voor je het weet trek je al weer je eigen plan en heeft God het nakijken. Zo is ons christelijk leven op gezette tijden een bron van teleurstelling voor God. Zeg dus niet: "Och, het valt wel mee met ons." In die klungelige vakantiewerker herken je maar al te vaak jezelf! Het ongenoegen van de filiaalmanager is dat van de HEER onze God over ons.
4. Gods eer en Gods trouw
Niettemin: Mozes springt voor Israël in de bres! Het argument dat hij gebruikt is, dat de HEER het aan zichzelf verplicht is om door te gaan met Israël. Hij noemt twee dingen. Ten eerste wijst Hij de HEER erop, dat zijn vijanden zullen gnuiven als Hij Israël laat vallen, vers 12. Hij zal dan een slechte reputatie krijgen. Dit is het argument van Gods eer. In de tweede plaats wijst Mozes op Gods trouw. Hij heeft toch aan Abraham, Isaak en Jakob gezworen dat Hij hun nakomelingen in het beloofde land zou brengen? Dan kan Hij nu toch niet met hem, Mozes, verder gaan? Fijntjes corrigeert hij de HEER ook, door in vers 11 de echte stand van zaken aan te duiden: "Het is wel uw eigen volk, dat U met sterke hand en grote macht uit Egypte hebt bevrijd!"
5. Eendracht
Is het niet groots, deze voorbede van Mozes? Zo jezelf inzetten, zo je eigen belang wegcijferend, zo bekommerd om Gods eer en Gods trouw, en daarmee ook zo bekommerd om dit volk? In de persoon van onze Heer Jezus hebben ook wij zo'n tussenpersoon, zo'n Middelaar. Hij overtreft Mozes zelfs, in zoverre Hij zijn eigen leven heeft prijsgegeven in zijn inspanningen voor ons. Het is dankzij Hem dat Gods bemoeienis met ons leven doorgaat! Want God de Heer is gevoelig voor het pleidooi van deze middelaars. Lees vers 14:
Toen zag de HEER ervan af zijn volk te treffen met het onheil waarmee Hij gedreigd had.
Is ook dat niet groots: dat wij een God hebben die bereid is om af te zien van het kwaad? Wat een verrukkelijke eendracht is dat, die tussen de Vader en de Zoon. Het is om die reden dat wij onze toekomst vol vertrouwen tegemoet kunnen zien.
Amen
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.