2008-09-07 v.m.
Ds. A. van der Dussen
Deze psalm is een oproep aan het heelal om een enorm koor te vormen dat de HERE God prijst om zijn grootheid. Je moet het je zo voorstellen: er staat een dirigent voor de koren die in de tempel van Jeruzalem lofpsalmen zingen. Vgl. psalm 147:12:
Prijs, Jeruzalem, prijs de HEER,
Loof, Sion, loof je God!
Dat loflied klinkt niet voor niets: God heeft zich bewezen als een God van redding en uitkomst. Vers 1-3 duiden aan dat Hem de lof toekomt omdat Hij de Israëlieten heeft verlost uit de Babylonische ballingschap:
Hoe goed is het te zingen voor onze God,
Hoe heerlijk Hem onze lof te brengen.
De bouwer van Jeruzalem, dat is de HEER,
Hij brengt de ballingen van Israël bijeen
Hij geneest wie gebroken zijn
En verzorgt hun diepe wonden.
Zo is ook de teneur van het Nieuwe Testament: vanwege zijn goedheid in Christus komt God de lof toe! Gods volk in Oude en Nieuwe Testament is dan ook een gemeente van lofprijzing. En nu zegt de dirigent van Psalm 148 in zijn enthousiasme; "Vooruit, er moeten er nog veel meer meezingen!" En dan kijkt hij eerst naar boven, naar de hemel, en dan zegt hij, psalm 148:1:
Loof de HEER, bewoners van de hemel,
Loof Hem daar in de hoogten!
Met die 'bewoners van de hemel' bedoelt hij in de eerste plaats de engelen, vers 2, en dan de zon, de maan en de sterren, vers 3. Zij ook? Ja, want op zijn bevel zijn zij geschapen. Nu wisten ook de Israëlieten heel goed, dat zon, maan en sterren niet letterlijk een loflied aanheffen. Psalm 19 zegt over het 'hemelse loflied', dat het een lofprijzing zonder woorden is, vers 4 en 5:
Er wordt niets gezegd, geen woord
gehoord, het is een spraak zonder klank.
Over heel de aarde gaat hun stem,
tot aan het einde van de wereld hun taal.
Je ziet ze als het ware lof zingen: die machtige zon, dat oneindige universum met al z'n sterrennevels. Het is één groot halleluja, en de dirigent in Jeruzalem slaat de maat. Maar het is nog niet genoeg. De dirigent kijkt nu ook om zich heen, naar de aarde, vers 7, en hij zegt: "Jullie ook,
Loof de HEER, bewoners van de aarde,
Zeemonsters en oceanen,
Vuur en hagel, sneeuw en rook
Storm wind die doet wat Hij zegt.
En zo laten ook de bergen en de heuvels en de bomen en de dieren zich bij het loflied betrekken, vers 9 en 10. En dan komen alle mensen erbij: koningen, naties, jongeren, ouderen - allemaal. Het is één groot kosmisch halleluja! En de dirigent in Jeruzalem slaat de maat! Nu hebben wij ook een koor. Ik dacht zo: ga eens naar ons koor luisteren terwijl het de lof van de HEER zingt, en sluit je ogen en zie in gedachten hoe heel het universum mee zingt. Ze zingen in het Engels, de wereldtaal die iedereen kent: Bless the Lord, my soul.
Koorzang
Raar eigenlijk dat wij het hier nooit over hebben als het over duurzaamheid gaat. Meestal hebben mensen het alleen over hun eigen belang als ze zeggen "Wees zuinig op de aarde!" Nietwaar? Het parool "Leef milieubewust!" geldt vanwege de volgende overweging: "Anders kunnen onze kinderen straks niet meer van de natuur genieten en kunnen zij geen zuivere lucht meer inademen. Anders krijgen we straks natte voeten in Nederland!" Allemaal geredeneerd vanuit het oogpunt van ons mensen. Het is ook waar: God stelt ons mensen zijn schepping ter beschikking als een woning, en een schatkamer vol goede gaven. Toch is daarmee niet alles gezegd. Ik herinner aan een karakteristieke uitdrukking van Calvijn: hij noemde de schepping een 'theater van Gods heerlijkheid', Institutie I,5,5. Dan heb je het niet meer over de gebruikerswaarde van bomen en vissen en vogels, maar over hun rol om in het theater van de schepping op te treden ter ere van God. Dat is dus een extra reden om milieubewust te leven! Zuinig zijn op de aarde heeft hiermee te maken: dat het loflied duurzaam blijft klinken. Laten we daarom nog eens naar het koor luisteren en ons al luisterend inprenten: "Omdat het kosmische halleluja wil blijven klinken, dáárom gaan wij voor duurzaamheid!"
Koorzang
Het optreden van het koor neemt een dramatische wending. Twee zwarte gestalten schakelen het ene na het andere koorlid en ook de pianist uit. Zo blijven tenslotte slechts twee koorleden over. Het resultaat is dat het Bless the Lord, my soul verstomt...
Dit is dramatisch. Een koor waarbij de ene na de andere stem uitvalt. Maar dat is wat vandaag de dag in de kosmos gebeurt. De oceanen zijn leeggevist; er zijn niet genoeg kabeljauwen meer om God te prijzen. Het tropisch regenwoud - een uitgedund koor, en het uitdunnen gaat nog steeds door. De bergen en heuveltoppen: geteisterd zijn ze door kaalslag en erosie - ook die stemmen stokken. Alles wat op vleugels gaat: zeevogels sterven door plastic in hun maag -
Meer info op het Internet - en door olie op hun veren. De stormwind die doet wat de HEER zegt: de orkanen zijn ontregeld, dol geworden koorleden. Zo kan ik doorgaan. Wij kijken vanuit menselijk oogpunt naar de roofbouw waarvan de aarde het slachtoffer wordt. Maar kijk eens vanuit het oogpunt van God, en beleef het drama zó eens: het koor dat halleluja zingt gaat uitdunnen en haperen, steeds meer, steeds meer. Zal het straks stilvallen?
Het is dus geen vraag meer: ook christenen dient het een zorg te zijn, duurzaamheid. Ons eigenbelang daargelaten: het gaat om de duurzaamheid van het loflied op de Schepper. Zo hebben de voortgang van ons kerkelijk leven en de duurzaamheid van de schepping eigenaardig genoeg alles met elkaar te maken. Waarom maken we ons in het nieuwe seizoen weer druk met catechisaties, bijbel- en gebedsgroepen en Open Gemeente? Toch uiteindelijk met het doel dat mensen tot geloof komen en volharden en groeien in het geloof, om zo de grote naam van onze goede God te prijzen tot in eeuwigheid. Zowel in ons kerkelijk leven als in onze zorg voor het milieu gaat het om hetzelfde: zowel de christelijke gemeente als de kosmos is geroepen om Gods weldaden in Christus met lofzang te beantwoorden. Daarom: als we zo meteen in antwoord op de preek psalm 148 zingen, kan dat niet vrijblijvend. Bonhoeffer heeft gezegd: "Het geeft geen pas Gregoriaans te zingen als je niet tegelijk opkomt voor de Joden." (Bethge, Biographie 685) In variatie daarop zeg ik: "Het geeft geen pas psalm 148 te zingen, als je niet tegelijk werk maakt van duurzaamheid."
Amen