Preek over Jeremia 15:18b, 19
2008-05-18 v.m.
Ds. A. van der Dussen
De strak gespannen draad van het geloof
Liturgie:
♪ Gezang 431:1, 2, 3
♪ Psalm 125:1, 2
Deuteronomium 6:4, 5
♪ E2
♪ E112
Jeremia 1:13-19
Jeremia 15:15-21
♪ Gezang 447
♪ Psalm 18:1, 9
1. Teleurgesteld
Vanmorgen preek ik over Gods reactie op gelovigen, die het een tijd lang niet met Hem zien zitten. Die zijn er, ook in onze kerk. Ze zijn meestal niet luidruchtig, maar vergis u niet: het zijn er meer dan je op de vingers van een hand kunt tellen. Ze zijn er ook in alle leeftijden. Hoe ga je met ze om? En hoe gaat God met ze om? En hoe ga je met jezelf om als het er zo voor staat? Gegeven deze vragen tast ik vanmorgen de boodschap af van de verzen 18 en 19 van Jeremia 15. De profeet Jeremia: niet de eerste de beste gelovige. Toch heeft ook hij een periode gekend dat hij het erg moeilijk had met God. Hij durft wat te zeggen tegen God: U hebt mij teleurgesteld als een beek die drooggevallen is. (vgl. Job 6:15,17-21)De vertaling doet niet voldoende uitkomen hoe vernietigend dit is. Hij gebruikt namelijk een woord dat op God toegepast meestal vertaald wordt met 'betrouwbaar'. Het geldt in de Bijbel als een van de woorden die het meest wezenlijke van God uitdrukken. Aan God heb je iets. Met God kom je niet bedrogen uit. Dat is het onderscheid tussen God en de afgoden. De afgoden helpen niet echt. God, de enig ware God, helpt wel. Dat nu ontkent Jeremia. Hij zegt tegen God: "U bent niet betrouwbaar." Daarmee zegt hij zijn vertrouwen in God op. Jeremia is geen atheïst als hij dat zegt. Maar in de praktijk scheelt het niet zoveel. Het is echt vernietigend om zo iets van de God van de Bijbel te zeggen. Zo ver kan het dus komen met een gelovig mens. Griezelig is dat. Wij hebben geen garantie dat ons geloof ons leven lang staat als een huis. Er kunnen dingen gebeuren waardoor ons geloof in de crisis raakt. Als het Jeremia kon overkomen, kan het mij ook overkomen. En jou ook. We blijven wankele mensen, ook als we geloven. Daar moet plek voor zijn in de kerk, net zoals er plek is voor Jeremia in de Bijbel.
2. Gods reactie
Gods reactie is kortaf, bits zelfs, vers 19. Hij spreekt geen enkel begrip uit. Hij eist alleen maar van Jeremia dat hij zulke dingen niet meer zegt. Dat is ook weer teleurstellend. Wat zou het fijn zijn geweest als de HEER wat vriendelijker voor Jeremia was geweest, meer ruimte had gemaakt voor zijn bitterheid. Neemt Hij Jeremia wel serieus? Ik heb mij dat ernstig afgevraagd, en ben toen op iets belangrijks gestoten. De Heer zegt tegen Jeremia:Als je bij mij terugkeert en ik je aanneem zul je mij weer dienen, ... zul je weer mijn zegsman zijn.Let op de woorden 'dienen' en 'zegsman'. Die duiden aan dat de HEER Jeremia aanspreekt op zijn functie als profeet. Zijn klacht over de onbetrouwbaarheid van de HEER is niet de uiting van een privé-persoon, maar van een man die geroepen is om God te vertegenwoordigen. Dat maakt alles uit. Want wat moet God met een vertegenwoordiger die het niet meer met Hem ziet zitten? Zie ook het slot van vers 19:Laat dit volk zich naar jou richten, jij mag je niet richten naar hen.Jeremia heeft de taak het volk terug te krijgen bij God. Want de reden van zijn roeping is dat God zijn volk aan het kwijtraken is. Hoor de teleurstelling die Gód uitspreekt in 1:16:
Zij hebben mij verlaten, wierook gebrand voor andere goden en geknield voor wat ze zelf gemaakt hebben.
Massaal waren de Israëlieten overgelopen naar de andere goden. Kennelijk waren ook zij van mening dat de HEER tegenviel. De HEER kiest Jeremia uit om het volk terug te roepen van die weg. Maar wat er gebeurt, is dat hij zich bij het afvallige volk aansluit! Zo is Jeremia als een man die aangetrokken wordt om een firma uit de rode cijfers te halen en dan overloopt naar de concurrent! Vandaar die bitse reactie van de HEER. Eigenlijk is het nog mild. Zo'n functionaris ontsla je toch? Maar zover gaat de HEER niet. Geen ontslag. Wel de eis dat Jeremia loyaal is aan Hem en weer voor Hem opkomt tegenover het volk. Dat is toch wel een gerechtvaardigde eis. Net zoals het gerechtvaardigd is om van een dominee te vragen dat hij ophoudt met uitroepen dat hij gelooft in een God die niet bestaat. De roeping tot het ambt legt een bijzondere verantwoordelijkheid op. Daarom is er reden om niet enkel maar stil te staan bij de geloofsstrijd die dienaren van God kennen. Er moet zeker ook aandacht zijn voor God de HEER zelf. Bij alle aandacht voor mensen met hun twijfels mogen we niet over het hoofd zien, dat het toch vooral God zelf is voor wie het spannend wordt. De HEER is zijn volk aan het kwijtraken. Hij wordt bijna niet meer geëerd op aarde. Jeremia krijgt de verantwoordelijkheid om het volk terug te roepen naar God. Maar als hij in plaats daarvan wegglijdt en zelf ook bij het volk gaat horen dat het niet meer met God ziet zitten, dan wordt het wel heel spannend. Hoe loopt het dan af met het geloof? Vgl. de vraag van de Heer Jezus in Lukas 18:8:Als de Mensenzoon komt, zal Hij dan geloof vinden op aarde?
3. Onbespreekbaar
In dit verband wil ik speciaal ook de ouders noemen van kinderen die bij God en zijn gemeente vandaan groeien. Dat levert een zware strijd op. Je zet alles op alles om je kinderen voor God en de kerk te winnen, maar het lukt niet. Zo iets kan een weerslag hebben op je eigen geloof. Je kunt zelf mismoedig worden. Gooi je zelf misschien straks ook de handdoek in de ring? Hetzelfde geldt van mensen die een partner hebben die niet of anders gelooft. Ook zij kunnen de zuigkracht voelen van die andere levenshouding en zich soms stilletjes afvragen, of je wérkelijk wel wat aan God hebt. Wat spannend is het vandaag in Nederland. Daarom denk ik dat zulke ouders en echtgenoten een reactie van God mogen verwachten die vergelijkbaar is met zijn antwoord aan Jeremia. Niet omdat God niet met u meevoelt, maar er zo veel op het spel staat. Mag ik het zo zeggen: God kan het zich niet permitteren om u, al is het maar tijdelijk, zich te zien aansluiten bij de mensen die het met Hem gehad hebben. Het zijn er al te veel! God vraagt kort en bondig: "Kan ik nog op jullie rekenen?" Zo gezien neemt God Jeremia en al die ouders en echtgenoten zéér serieus. Hij wil het u toevertrouwen om zijn zegsman te zijn, zijn zaak te vertegenwoordigen. Want dat Hij niet betrouwbaar zou zijn - dat is wat Hem betreft onbespreekbaar.
4. Als een strak gespannen draad
Dat is iets zeer eigenaardigs. Nergens in de Bijbel is dat bespreekbaar. Het staat eenvoudig niet ter discussie, net zo min als het bestaan van God ter discussie staat. Er zit in de Bijbel een onwankelbare overtuiging: God is betrouwbaar. De God van de Bijbel gelooft heilig in zichzelf. En zo blijft Hij op Jeremia en op ons het appèl doen om in Hem te blijven geloven. Maar hoe doe je dat, als je daadwerkelijk zo weinig van Gods steun ondervindt? Er is maar één antwoord: door te vertrouwen. God belóóft namelijk aan Jeremia dat het goed afloopt. Hij zal in de toekomst merken dat God met hem is. De HEER herhaalt zijn belofte van 1:19:Ik zal je terzijde staan om je te beschermen en te redden.De HEER wijst naar de toekomst. Dan zal blijken dat je niet vergeefs op Hem vertrouwt, dat Hij betrouwbaar is. Zo krijgt het geloof het karakter van een strak gespannen draad. Het is alles of niets. De HEER vraagt ons onvoorwaardelijk op Hem te vertrouwen. Oók als er tijden zijn van weinig bevestiging. Ook als de hemel zwijgt, en de spot klinkt, en de schaduw van het kruis valt, en een mens zich wanhopig afvraagt: Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?Die strak gespannen draad: die zie je bij Jezus onze Heer. Die strak gespannen draad - dat is de presentie van de Heilige Geest. Waarachtig: hoe komt het zo ver dat een mens in de navolging van Jezus onvoorwaardelijk gáát voor God, en de banier van het geloof hóóg houdt ten overstaan van een afvallige wereld? Zo ver komt het waar de Geest machtig over ons wordt. De Geest heeft soms weinig met gevoel te maken, en veel, zo niet alles hiermee: met de strak gespannen draad van het geloof, dat zich vastklampt aan de belofte, aan Gods heilige geloof in zichzelf. Kom, Schepper Geest. Maak ons trouw.
Amen
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.