Preek over Marcus 9:12
2008-03-16 v.m.
Ds. A. van der Dussen
Lijden
Liturgie:
♪ Psalm 91:1, 2
♪ Psalm 95:1, 2, 3
♪ E145:1, 4, 5
♪ E57
Marcus 9:2-13 en 14:32-42
♪ Gezang 180
♪ Psalm 139:10, 11, 14
1. God vinden
In deze preek vraag ik u zich open te stellen voor het lijden van Christus. Dat gaat niet vanzelf. Je kunt je voor zijn lijden afsluiten, vanuit een soort zelfbescherming. Lijden is immers naar, soms onverdraaglijk om te zien. Maar het is goed en heilzaam voor ons om het lijden van Christus tot je hart toe te laten. Het helpt om God te vinden. Niet voor niets is het een oude kerkelijke gewoonte, om de tijd voor Pasen te benutten om over het lijden van Jezus te mediteren.
2. Passief
"Over de Mensenzoon staat geschreven dat Hij veel moet lijden," zegt Jezus na de verheerlijking op de berg (Marcus 9:12). Ik sta wat langer stil bij dat woord 'lijden'. Dat is een onthullend woord: het duidt aan dat Jezus aan het einde van zijn leven passief is geworden. Denk daarbij aan het onderscheid dat in de spraakkunst gemaakt wordt tussen de lijdende of passieve vorm en de bedrijvende of actieve vorm. Het is het verschil tussen 'ik bekijk' en 'ik wordt bekeken'. In dat laatste geval ben je 'lijdend voorwerp'. Je bent kwetsbaarder; je kunt je uitgesproken onveilig voelen. Het leven van Jezus speelt zich op het laatste af in deze lijdende vorm. Hij wordt veracht, geslagen, veroordeeld, bespot, gemarteld. Hij is niet langer een mens die optreedt, terwijl dat toch zo kenmerkend voor Jezus is geweest. Wat heeft Hij veel daden verricht: mensen genezen, boze geesten uitgeworpen, vragen beantwoord; onderricht gegeven. Met die activiteit is het nu gedaan. Er heeft een omslag plaats gevonden: het zijn nu anderen die aan en met Hem bezig zijn. En Hij - Hij ondergaat dat. Dat maakt het erge van lijden uit: dat je onmachtig bent om iets aan je toestand te veranderen. Lijden is: bloot staan aan - aan verdriet, aan pijn, aan onrecht. Dat bedoelt Jezus wanneer Hij zegt dat Hij veel moet lijden. Hij wordt de speelbal en het mikpunt van gewelddadige mensen. Dat maakt dat wij van passiemuziek kunnen spreken: het is de muziek over een Heer die passief wordt, lijdend voorwerp. Hij maakt niets meer klaar - Hij verstomt; Hij verzwakt; Hij bezwijkt.
3. Angst
In Gethsemane zie je hoe diep dat gaat, althans in de belichting die Matteüs, Marcus en Lucas van de gebeurtenissen geven. Jezus klaagt zijn nood: "Ik voel me dodelijk bedroefd." (Marcus 14:34) Eerder was gezegd, dat Hij zich onrustig en angstig voelde worden (vers 33) Hier spreekt iemand die in geen enkel opzicht meer boven de dingen staat. Vergelijk dat eens met de woorden van Joodse martelaar Elazar, een man van 90 jaar die ongeveer tweehonderd jaar eerder gemarteld werd omdat hij - in overeenstemming met de wet van Mozes - weigerde varkensvlees te eten.
"Ik geef er de voorkeur aan nu moedig van dit leven afscheid te nemen; dan toon ik mijn ouderdom waardig en laat ik de jongeren een edel voorbeeld na van hoe men vrijwillig en fier kan sterven voor de eerbiedwaardige en heilige wet. ... De Heer weet dat ik aan de dood kon ontkomen; en al lijd ik in mijn lichaam gruwelijke pijnen, in mijn ziel voel ik vreugde dit alles uit eerbied voor hem te ondergaan." Zo stierf hij en liet door zijn dood niet alleen aan de jongeren, maar ook aan het grootste deel van het volk een voorbeeld na van edele gezindheid en onvergetelijke deugd. (II Makkabeeën 6:27v, 30v)
Moedig - fier - edel - vrijwillig: het is in Gethsemane allemaal ver te zoeken. De martelaar Elazar heeft in zekere zin greep op zijn lijden. Het is een held. In zoverre stelt hij zich al stervend heel actief op. Maar in Jezus' ogen zie je alleen maar angst - de angst van iemand die lijden op zich af ziet komen. Dat verklaart ook dat de discipelen knock-out geslagen zijn. Aan zo'n heroïsche martelaar als Elazar kun je je optrekken. Aan de lijdende Jezus niet. Hij straalt geen fierheid uit, maar zwakheid; Hij sterft niet vrijwillig, maar snakt naar een veilig heenkomen. Dit is geen sterke Jezus, bij wie je kunt schuilen en die een indrukwekkend voorbeeld van zelfbeheersing nalaat; dit is een Jezus die alleen nog maar lijdt.
4. Solidair
Het gaat niet vanzelf om je daarvoor open te stellen, zoals het ook niet vanzelf spreekt dat je de aanblik verdraagt van een doodsbang mens die op de vlucht is voor oorlogsgeweld, of van een zieke die huilt van de pijn. Toch vraag ik u het te doen, omdat het kan helpen om God te vinden. Want het bijzondere van Jezus' lijden is dat het Gods Zoon is die lijdt. Van Jezus heeft de Vader gezegd:
Dit is mijn geliefde Zoon, luister naar Hem! (Marcus 9:7)
Dat werd gezegd toen Jezus op de berg was, maar ook hier in Gethsemane geldt het. Hij is het nog steeds: de geliefde Zoon. Dat blijkt daaruit dat Hij bidt met de woorden Abba, Vader (14:36). Wie anders dan de geliefde Zoon gaat zo met de Vader om? Maar anders dan op de berg van de verheerlijking is er nu niets glorieus' meer aan de Zoon. Integendeel; Gods Zoon is hier een angstig, lijdend mens. Om drie redenen is dit belangrijk. In de eerste plaats maakt het duidelijk dat God heel dicht bij het lijden staat. Het is Hem niet vreemd: zijn eigen, geliefde Zoon lijdt! Heel die wereld vol lijdende, machteloze mensen, komt om zo te zeggen via Jezus Gods huis binnen. God is vertrouwd met menselijkheid op z'n zwakst. Ik geef een voorbeeld. De beroemde Nederlandse dirigent Jaap van Zweden heeft een zoon die autist is. Dat wil hij ook weten. Daarmee heeft deze man, die de belangrijkste concertpodia op aarde betreedt, een rechtstreeks contact met kwetsbare mensen. Hoe succesvol hij ook is - hij zal nooit de gevoeligheid verliezen voor mensen die om wat voor reden dan ook minder kansen hebben om zich een weg door het leven te banen. Zo'n vader is God. Hij heeft een Zoon die lijdt, en dat tekent hem. Daardoor heeft God een goddelijke gevoeligheid voor lijdende mensen, en zullen zij op hun beurt kunnen rekenen op een ruime plek in zijn hart. Laat dat u bemoedigen. Juist als u niet fier, niet flink meer kunt zijn, is God u het meest nabij. Want niet de held Elazar maar de lijdende Jezus is Gods Zoon. In de tweede plaats wil dit ons zelf gevoelig maken voor het lijden. Hoe zouden navolgers van Jezus de andere kant op kunnen kijken wanneer zij lijdende mensen op hun weg vinden? Het is christelijk om dat erge niet weg te duwen, en om 'lijden' onder ogen te zien en een warm hart te hebben voor lijdende mensen. Zo heeft het pure, echte christendom ook altijd bekend gestaan: om een warm hart voor lijdende mensen. Laat dat zo blijven, nu onze samenleving aan het verharden en verkillen is, en de zorgzaamheid voor kwetsbaren in het gedrang komt. Laat er geen misverstand over bestaan: naarmate wij meer in helden en geslaagde mensen geïnteresseerd zijn, neemt onze afstand tot de God van Jezus toe. In de derde plaats mogen wij ons aan deze Zoon optrekken in zoverre Hij in zijn lijden ook echt de Zoon blijft. Hij wordt geen rebel, maar blijft de Vader volkomen trouw. Daarin treedt Hij in onze plaats. Wanneer wij lijden, zijn we vatbaar voor de ontregeling van onze relatie tot God. Ons geloofsvertrouwen komt onder spanning te staan. We hebben ook onze handen zo vol aan onszelf, dat we aan God minder toekomen. Concreet: als wij lijden, ontkomen we er niet aan om God meer op onszelf te betrekken, zo dat de gerichtheid op Hemzelf, op de heiliging van zijn naam en het geschieden van zijn wil verzwakt. Daarvan is bij Jezus dus geen sprake. Zijn eerste belang is en blijft: het geschieden van de wil van de Vader. Daarin is Hij de geliefde Zoon bij uitstek. Dat doen wij hem niet na. En het bijzondere is dat Hij ons daarin als het ware 'dekt'. Om zijnentwil vergeeft God het ons, wanneer onze relatie tot Hem ontregelt raakt in ons lijden. Zo is deze lijdende Zoon ons houvast, wanneer het lijden bij ons twijfel, opstandigheid, distantie tot God, gerichtheid op onszelf te weeg brengt. Om Jezus' wil kan God het van ons hebben. Zo vinden wij in het lijden van de Zoon God, in zijn vergeving en genade. Wij mogen het als lijdende mensen aan de geliefde Zoon toevertrouwen om de lijn met de Vader vast te houden. Zo, in verbondenheid met Hém, kunnen wij dan ook de opstanding tegemoet gaan. Want werkelijk: deze lijdende Zoon roept uiteindelijk Góds activiteit op. Dankzij Hem komt de opstanding in zicht, het grote ingrijpen van de God die de lijdenden opricht.
Amen
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.