Preek over Romeinen 8:32
2008-03-09 v.m.
Ds. A. van der Dussen
Uitgeleverd
Liturgie:
♪ E158
♪ Psalm 136:1, 2, 3, 4
Romeinen 11:33-36
♪ E160
♪ E57
Matteüs 20:17-19; 26:1-5 en 14-16; 27:1, 2
♪ Gezang 181
♪ Psalm 34:7, 9
1. Gods lijden
In deze preek vraag ik uw aandacht voor het lijden van God. U hoort het goed: ik zeg niet 'het lijden van Jezus'. Er is geen sprake van dat ik dat lijden zou willen ontkennen. Veeleer gaat het me erom, dat u ziet dat achter de lijdende Heer de Vader zelf staat in een bitter lijden. En daarmee wil ik dat allergrootste geheimenis onderstrepen: dat God van u houdt. Dat is wat Paulus zegt in Romeinen 8:32.
2. Niet gespaard
Die tekst gaat spreken, als je bedenkt dat het ook van Abraham gezegd wordt: "Hij heeft zijn eigen zoon niet gespaard..." God de HEER toont er zich ontroerd door:Omdat je dit hebt gedaan, omdat je mij, je zoon, je enige, niet hebt onthouden... (Genesis 22:16)Nu wordt het van God zelf gezegd: "U hebt uw zoon, uw eigene, ons niet onthouden..." Wij weten, hoeveel strijd het Abraham heeft gekost om zijn zoon over te hebben voor God. Nu wordt gezegd: God is in zekere zin dezelfde weg gegaan... Twee keer wordt van Abraham en Isaäk gezegd in Genesis 22: "Zo gingen die beiden tezamen." (vers 6,8) Nu kan het van God en zijn Zoon Jezus Christus gezegd worden: "Zo gingen die beiden tezamen." Ja, want bij de lijdensweg die onze Heer ging was de Vader ten nauwste betrokken. Dat blijkt uit wat Paulus in het vervolg zegt: "Hij heeft zijn Zoon overgegeven."Daar klinkt hetzelfde woord dat in het lijdensevangelie zo vaak gebruikt wordt: uitgeleverd. Hier vat Paulus dus de lijdensgeschiedenis samen: Jezus is uitgeleverd. En dat heeft God gedaan: de Vader heft zijn zoon, zijn enige, uitgeleverd. Hij heeft Hem niet gespaard.
3. Uitlevering
Dat woord 'uitlevering' is een naar woord. Wij kennen het van oorlogsmisdadigers, die in Zuid-Amerika een genoeglijke oude dag beleven, en van wie dan bericht wordt dat Duitsland of Frankrijk om hun uitlevering vraagt. Als hier van Jezus gezegd wordt dat Hij is uitgeleverd, betekent dat dan ook zoveel als dat Hij als misdadiger is overgedragen aan de autoriteiten. Judas draagt Hem over aan de hogepriesters (Matteüs 26:15,16). De hogepriesters dragen Hem over aan Pilatus (Matteüs 27:2). Pilatus draagt Hem over aan de soldaten om gekruisigd te worden (Marcus 15:15). Zo gaat dat met misdadigers. Maar Jezus is toch geen misdadiger? Hij is toch Gods enige Zoon? Ja, dat is Hij. En toch wordt Hij uitgeleverd als een misdadiger. En God houdt het niet tegen. Sterker nog: het is God zelf die Hem uitlevert. Paulus zegt het in duidelijke aansluiting bij het woord van Jezus zelf:"De Mensenzoon zal worden uitgeleverd." (Matteüs 20:18) Als het er zo staat in de Bijbel, in een lijdende vorm, dan wordt vaak naar God verwezen. Zie het slot van Matteüs 20:19:"Op de derde dag zal Hij worden opgewekt uit de dood."Onmiskenbaar bedoelt Jezus daar te zeggen: "God zal Hem opwekken." Zo ook hier: "God zal de mensenzoon uitleveren aan de heidenen." Vreselijk is dat. God zelf geeft zijn fiat, werkt mee. Waarom? God had dit toch tegen kunnen gehouden?
4. De veilige weg
Natuurlijk had God dit tegen kunnen houden. Hij had tegen zijn Zoon kunnen zeggen: "Genees gerust mensen, maar doe het nooit op de sabbatdag. Als je die vrouw een dag laat wachten krijg je minder problemen." (Lucas 13:10-17)"Je kunt Lazarus maar beter niet opwekken uit de dood. Je bespaart jezelf een hoop problemen." (Johannes 11:45-53) "Vergeef maar geen zonden. Dan bespaar je jezelf een hoop kritiek." (Marcus 2:5-7)Dat had God zeker kunnen doen. Dan waren de Joden niet over Jezus heen gevallen. Dan was bij mensen niet zoveel lelijks opgeroepen. Dan was God de veilige weg gegaan, voor Jezus veilig en voor zichzelf veilig. Maar God koos dus die andere weg, de weg van de liefde. Hij zei tegen zijn Zoon: "Genees die vrouw juist op de sabbat. Wacht er geen dag mee! Want op die manier geef je de mensen een teken dat Ik niet voor niets de sabbatdag heb ingesteld. Maak die vrouw op die dag los van haar boeien, dat ze aan Mij denken als hun Bevrijder!" "Wek Lazarus op, wat voor tumult je je er ook mee op de hals haalt. Geef zo een teken dat Ik de levende God ben." "Vergeef die hoeren en tollenaars hun zonden. al zul je te boek staan als godslasteraar. Geef ze zo een teken geeft dat Ik de genadige ben." Zo gingen die beiden tezamen de weg van de liefde: de Vader en de Zoon. De wereld moest weten hoe reddend en genadig en bevrijdend God is. Maar zo werd tegelijk de agressie onafwendbaar. De Vader en de Zoon hebben weloverwogen de wereld tekenen van goddelijke liefde geboden. Maar de prijs was hoog. De Vader zag dat Hij zijn Zoon kwijt ging raken. De Zoon zag dat Hij zijn Vader kwijt ging raken. Zo gingen die beiden tezamen. De liefde zoekt zichzelf niet (I Corintiërs 13:5). Wie liefheeft kiest niet voor de veilige weg. Wie liefheeft, moet lijden. Dat geldt ook van God.
5. Lijden
Ver, ver is het er dus vandaan dat God zelf buiten schot bleef toen zijn Zoon werd uitgeleverd. Het beeld dat Paulus hier van God schetst is werkelijk totaal anders dan dat wat wij mensen van Hem hebben. De God van Jezus is een Vader die zichzelf de keuze oplegt, om ofwel de mensen aan kwaad en zonde over te laten, ofwel zijn Zoon aan hen kwijt te raken. Hij kiest voor het laatste. Hij wil God voor ons zijn, ons in de uiterste radicaliteit redden van ons kwaad en onze zonde, wat het ook kost. Dus doet Hij afstand van zijn Zoon, restloos, tot in de uiterste consequentie: uitlevering. Zo lijdt God aan zijn liefde voor ons. Wonderbaarlijk.
6. De liefde van God
"Als God liefde is, waarom is er dan zoveel ellende?" Ik weet het niet. Eén ding weet ik: het lijden gaat niet aan de Zoon voorbij, en het gaat ook niet aan de Vader voorbij. Zij hebben zichzelf niet gespaard, in hun liefde. Laat dat u troost geven, gemeente. Laat dat u ook moed geven. "Zal Hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard maar hem omwille van ons allen heeft uitgeleverd, ons met hem niet alles schenken?" Op die vraag kun je als gelovige alleen maar zeggen:
Amen
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.