Preek over Romeinen 2:4

2007-10-28 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Gods heilige vergeving

Liturgie:

♪ E66
♪ Psalm 145:1, 2, 3
♪ E37
♪ Gezang 147:1, 4, 5
Romeinen 2:1-5
♪ Psalm 130:2
♪ Gezang 360
♪ E126:4
♪ Psalm 130:4

1. 'Maar'...

Soms hoor je mensen zo gemakkelijk doen over vergeving, dat je denkt: "Dat is toch niet de bedoeling?" Zo van: "Mijn misstap is me vergeven, dus nu kan ik overgaan tot de orde van de dag." Alsof God in zijn heiligheid het kwaad niet hoog opneemt. Zo is er altijd weer de neiging om het accent te verplaatsen, zo van: "Ja, God vergeeft wel, MAAR ... " Dat 'maar' kun je op een aantal manieren invullen:- ... maar je moet wel je best doen- ... maar God kan ook toornig (= boos) worden over de zonde- ... maar je moet wel echt berouw hebben.Dat is allemaal waar. En toch heeft dat 'maar' een vervelend effect. Het laat een wolk voor de zon glijden. De boodschap van de vergeving verschrompelt en verbleekt daardoor. Voor je het weet is het niet meer het eigenlijke wat van God gezegd wordt. Zo kom je er ongemakkelijk tussen te zitten. Het is niet fijn als zo een wolk voor de zon van God vergeving hangt. Maar het is ook niet goed als de vergeving goedkoop wordt, te gemakkelijk. Hoe kom je dit dilemma te boven? Door te beseffen dat Gods vergeving heilig is, net zoals Gods toewijding heilig is, en zijn liefde, en zijn genade. Ziedaar het onderwerp voor deze preek.

2. Een schatkist vol vergeving

In Romeinen 2:4 mikt Paulus op 'inkeer', dat wil zeggen op gedragverandering. Darmee onderstreept hij dus dat Gods vergeving niet goedkoop is. Tegelijk komt Paualus niet bij dat akelige 'maar' terecht, waardoor de vergeving van God begrensd wordt en verbleekt. Hij spreekt immers van Gods onbegrensde goedheid, geduld en verdraagzaamheid. Andere vertalingen kiezen voor het woord 'rijkdom': de rijkdom van zijn goedertierenheid, verdraagzaamheid en lankmoedigheid (NBG). Het is natuurlijk hetzelfde. Paulus wil hoe dan ook zeggen dat God een enorme schatkist heeft vol vergeving, zo onvoorstelbaar groot, dat je de bodem daarvan niet te zien krijgt. God is rijk! Daarin is Hij anders dan wij. Ons menselijk kapitaal aan goedheid en geduld en verdraagzaamheid is zo groot niet. Vaak zijn we gewoon blut, en reageren we geërgerd, opvliegend, nijdig. Soms hebben we een aardig kapitaaltje, maar zijn we er gauw doorheen. Daarom stelt Jezus ons voor zo'n zware opgave als Hij ons vraagt zeven maal zeventig keer te vergeven (Matteüs 18:22). Zo rijk aan goedheid en geduld zijn wij nu eenmaal niet. God wel. God is onvoorstelbaar rijk aan goedheid en vergeving. Wij kunnen daar niet bij. Altijd weer stellen we Hem voor zoals we zelf in elkaar zitten. Dat klopt dus niet. Dat heeft te maken met Gods heiligheid. Gods heiligheid houdt in, dat Hij anders is dan wij, juist daarin dat Hij boven-menselijk goed is. Vgl. Hosea 11:9:

Ik zal mijn toorn laten varen.
Want God ben ik, en geen mens,
Ik ben in jullie midden, ik ben heilig,
Ik zal niet meer in woede ontsteken.

Zo arm en gebrekkig wij zijn als het om goedheid en vergeving gaat, zo geweldig rijk is Hij, de heilige God. Knoop het in je oren. Denk daarvan niet te gering. God heeft werkelijk handen vol goedheid. Laat die zon vooral stralend schijnen! Het is zo weldadig om die rijkdom over je uitgestort te krijgen! Daar leeft een mens van op. Tegelijk ga je je er heel klein bij voelen. Gods vergeving en goedheid zijn zo immens overvloedig, dat het niet anders kan of je komt je ervan onder de indruk. Die onbegrensde goedheid is om diep ontzag voor te krijgen. God is werkelijk heilig in zijn vergeving.

3. "Dus!"

Om die reden loopt de zin hier anders dan je zou verwachten..Paulus zegt niet: "God vergeeft wel, MAAR..." Hij zegt: "God vergeeft overweldigend royaal - DUS!! Het is Paulus er zeker om te doen dat wij echt berouw hebben over het verkeerde dat we doen. In de omringende verzen maakt hij ook heel duidelijk dat hij weet van Gods toorn over de zonde. En toch is dat niet 'het eigenlijke' wat hij zeggen wil, zo van: "Inderdaad, God is goed, MAAR - en nu komt de eigenlijke boodschap! - het komt er in de eerste plaats op aan dat je goed je best doet." Nee, Paulus' eigenlijke boodschap is en blijft, dat God overweldigend rijk is aan goedheid en geduld en verdraagzaamheid. Daar wordt niets op afgedongen. Er vloeit wel iets uit voort. Paulus ziet als consequentie van die rijkdom dat wij mensen tot inkeer komen.

Weet u niet dat zijn goedheid u tot inkeer wil brengen?

Wat een verrassende uitspraak is dat! Je zou verwachten dat wij door Gods toorn en zijn dreigen tot inkeer komen. Maar Paulus houdt het erop dat Gods goedheid ons stilzet en ons tot herziening van ons levenswandel brengt. Immers, in die goedheid schittert Gods heiligheid; die goedheid van God vraagt om diep ontzag. Op die manier roept zij inkeer op. Omgekeerd - waardoor blijft de inkeer uit? Doordat wij niet voldoende onder de indruk zijn van Gods dreigementen? Paulus ziet een andere oorzaak: doordat wij Gods vergeving minachten, geringschatten.

Veracht u dan zijn onbegrensde goedheid, geduld en verdraagzaamheid?

Inderdaad: dat makkelijke 'gewoon doorleven', "want God vergeeft toch wel" - dat is daarom zo goedkoop en ongeloofwaardig, omdat daarin de bovenmenselijke rijkdom van God geringgeschat wordt. . Wie zo praat, heeft geen benul van de heiligheid van Gods vergeving. Die heeft nog niet geleerd daarvoor op de knieën te vallen. Hoe komen wij wel zover? Door te gaan staan bij het kruis van Golgotha. Daar zie je het; daar kom je onder de indruk. Toch? Wie makkelijk doet over Gods vergeving heeft nog niet echt kennis gemaakt met de God die zijn gehele rijkdom voor ons heeft overgehad in de zending van zijn Zoon. Wie daarentegen ziet hoe heilig God is, ook en juist in dat reusachtige geschenk van overvloedige goedheid, die kán niet overgaan tot de orde van de dag. Ziedaar het werk van de Heilige Geest. Die opent onze ogen zodat wij zien, zien dat felle, stralende licht van de zon van Gods goedheid, en zodat wij schrikken van onze eigen duisternis en armoede. Zo komen wij tot inkeer. Zo alleen. Amen.

+ + +Wat ik nodig heb Zie, Heer,ik ben een leeg vat,dat het zeer nodig heeft,gevuld te worden.Mijn Heer, vul het.Ik ben zwak in geloof;sterk mij.Ik ben koud in de liefde:verwarm mij. Geef mij zoveel vuur,dat mijn liefde uitstroomtop mijn naaste.Ik heb geen vast, sterk geloof.Soms twijfel iken kan U niet volkomen vertrouwen.Ach Heer, help mij,vermeerder het geloof en vertrouwen.Alles wat ik heb,ligt in U besloten.Ik ben arm,U bent rijken U bent gekomen,om U over de armen te erbarmen.Ik ben een zondaar,U bent rechtvaardig.Bij mij heet de ziekte zonde,maar in U is de volheid van gerechtigheid.Daarom blijf ik bij U.Aan U moet ik niet geven:van U kan ik nemen. Uit: Maarten Luther, Gebeden + + +

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.