2006-10-01 v.m.
Ds. A. van der Dussen
Waarom Jezus? Ja, waarom eigenlijk? Ik ben het zo gewend dat ik in Jezus geloof. Ik kan me 'zonder' niet voorstellen. Maar zou het 'zonder' echt niet gaan? Ik lees een interview met een beroemd musicus, de dirigent Mariss Jansons. Hij vindt religie belangrijk. "En dan doel ik niet op bidden tot een man met een baard of verplicht kerkbezoek, maar op het streven een goed mens te zijn en op het geloof in positieve krachten". Dat spreekt me wel aan: het streven een goed mens te zijn; geloof in positieve krachten. En dan het vervolg. "Muziek, emotie en religie hangen voor mij zeer nauw samen. Een rijke innerlijke wereld brengt meer geluk dan tien auto's." (NRC Handelsblad 23 juni 2006) Tjonge, die man heeft visie! Jezus komt er niet in voor. So what? Of zou mijn innerlijke wereld' mét Jezus rijker zijn dan de zijne?
De Bijbel smijt een steen in de vijver. Hij zegt: "Niks rijkere innerlijke wereld. Waarom Jezus? Omdat Hij redder is! Dat is zijn naam - Matteüs 1; dat is zijn missie - Titus 2.Redder van de wereld; redder van jou!" Dat is heftig. Moet ik dan gered worden? Moet die beroemde musicus gered worden? "Ja," zegt de Bijbel. En merkwaardig: daarbij steekt hij precies in op dat punt van "het streven een goed mens te zijn". Laat Titus 2:11 en 12 eens op je inwerken.
Gods genade is openbaar geworden tot redding van alle mensen. Ze leert ons dat we goddeloze en wereldse begeerten moeten afwijzen en bezonnen, rechtvaardig en vroom in deze wereld moeten leven.
Ook hier staat het dus: goed leven, daar komt het op aan. 'Positieve krachten' ontplooien, en negatieve krachten tegengaan - inderdaad! Maar daar blijft het hier niet bij. Hier wordt gezegd, dat we in dat streven om een goed mens te zijn, tussen twee verschijningen, twee manifestaties van God in leven. Vers 13 wijst op de verschijning die we te verwachten hebben:
De verschijning van de majesteit van de grote God en van onze redder Jezus Christus.
Vers 11 heeft het eveneens over 'een verschijning':
Gods genade is verschenen (NBV: openbaar geworden), tot redding van alle mensen.
Hij maakt het verschil: God. God die van zich heeft doen zien en die van zich zal doen zien. De eerste verschijning, die we achter de rug hebben, slaat op de komst van Jezus Christus, waarin God zijn genade aan ons bewijst. De tweede verschijning, die we nog te goed hebben, slaat op de grote dag van de Heer, als God eindelijk orde op zaken zal stellen en Jezus als redder zal triomferen. Dus: waarom Jezus? Omdat wij niet zonder God kunnen. Hoe rijk mijn innerlijke wereld ook kan zijn, hoe nobel mijn streven ook is om goed te leven - ik moet er niet aan denken dat ik, dat wij mensen er alleen voor staan. Ik heb meer nodig dan positieve krachten. Ik heb Iemand nodig die groter is dan ik. Ik ben bang, bang voor mezelf, voor de slechte kant van mezelf. Ik ben ook bang voor de negatieve krachten die wel groter lijken dan de positieve (moord op Melanie Sijbers). Ik ben bang dat we het niet redden als wereld. Ik kan niet zonder steun in de rug en zonder uitzicht op Hem, "who has got the whole wide world in his hands". Gods genade en Gods majesteit - dat is mijn, dat is onze redding. Daarom Jezus. Want Jezus - dat is de manifestatie van God. Hij heet 'redder' omdat Hij 'Immanuël' heet - God met ons. Het is Gód die ons redt (vers 10), door redder Jezus (vers 13). Hoe God redt - dat zie je aan Jezus.Wat jammer dat nog zoveel mensen bij 'God' aan zo iets denken als 'een man met een baard'. Wat jammer, dat het zoveel mensen ontgaat, dat Jezus, juist als Redder, laat zien wie God is. Hier in vers 14 wordt wel zó iets wezenlijks gezegd:
Hij heeft zichzelf voor ons gegeven.
Dat zinnetje blijft verrassen en ontroeren. Een redder die zichzelf opoffert! En dan:
... om ons van alle zonde vrij te kopen.
Hier werkt het beeld door dat losgeld wordt betaald. Dat duidt erop, dat het God veel kost om ons te redden. Hij heeft er een hoge prijs voor over! Het duidt ook aan, dat de zonde een macht is die ons gevangen houdt. Dat heeft ermee te maken dat zonde ons schuldig maakt. Wij staan ons leven lang in de schuld bij mensen en bij God. Menselijkerwijs kom je daar nooit vanaf, hoe je er ook naar streeft een goed mens te zijn. Maar bij Christus eindig je je leven niet als schuldenaar. Je wordt ervan vrijgekocht! Je mag dit leven vrij en blij verlaten en het komende leven vrij en blij tegemoet zien! Zo redt God mensen door Christus!Wat komt het streven om goed te leven er zo anders uit te zien. Lees nog eens vers 12. Het is dankzij Christus geen puur menselijke inspanning meer. We hebben een ongekende wind-mee: Gods vernieuwende genade. En we worden om zo te zeggen aan een lijn vooruitgetrokken naar de toekomst toe: we leven in de verwachting van de komst van onze God en Heer. Zo, met Gods genade in de rug en vóór ons, is het uitnodigend om ons op het goede te richten. Het welslagen van ons leven hangt niet meer van ons af. Dat geeft energie om vol ijver het goede te doen, vers 14. Notities over Titus 2:11-14 ten behoeve van bijbelstudieDe brief van Titus sluit nauw aan bij I en II Timoteüs. Titus en Timoteüs zijn beiden medewerkers van Paulus, zie II Korintiërs 2:13 en Handelingen 16:1. Deze drie brieven staan bekend als "de pastorale brieven".
Vers 11Gods genade is openbaar geworden: de komst van Christus, II Timoteus 1:10. Zie ook Titus 3:4. ... tot redding van alle mensen: God was in vers 10 al genoemd als 'onze redder'. Zie ook 1:3 en 3:4. Dit komt uit het Oude Testament: bv Psalm 24:5; Jesaja 12:2. Hij wil in zijn genade iedereen redden. Zie I Timoteüs 2:4 en 4:10.Vers 12Ze leert ons ...: heeft hier de klank van 'opvoeden'. Vgl. II Timoteus 2:25: 'terechtwijzen'. In zijn reddende genade neemt God ons wel zoals wij zijn, maar laat Hij ons niet zoals wij zijn!... dat we goddeloze en wereldse begeerten moeten afwijzen...: 'werelds' verwijst hier naar de 'wereld zonder God'. Zie Titus 3:3. 'Afwijzen': ook te vertalen met 'nee zeggen tegen'. Dit komt terug in het oude doopformulier: "de wereld verzaken", "met de wereld breken". ... en bezonnen, rechtvaardig en vroom in deze wereld moeten leven: we worden niet weggeroepen uit de wereld. Vgl. de uitdrukking "in de wereld maar niet van de wereld", Johannes 17:15,16. Vers 13... in afwachting van het geluk waarop wij hopen: zie ook 1:2: de hoop op het eeuwige leven. God wil ons in deze wereld al redden van het kwaad, maar het einddoel van de redding wordt pas bereikt in de toekomst die wij verwachten. De reis van je leven duurt voort!de verschijning van de majesteit van de grote God en van onze redder Jezus Christus: Anders dan in vers 11 slaat 'verschijning' op de toekomstige manifestatie van Gods grootheid en redding. Zie I Timoteüs 6:14. Anders dan in vers 10 heet nu Jezus de 'redder'! Let op de samenvoeging van de eigennaam 'Jezus' (betekenis: de HEER redt) en de titel 'Christus' (betekenis: gezalfde, in het Hebreeuws: 'Messias').Vers 14Hij heeft zichzelf voor ons gegeven: Bedoeld is Jezus' bereidheid om voor ons te sterven aan het kruis. Zie Galaten 1:4; 2:20.... om ons van alle zonde vrij te kopen: het motief van het 'losgeld betalen komt ook voor in I Timoteüs 2:6. De zonde wordt gezien als een macht waaruit wij losgekocht moeten worden. Hier krijgt Gods redding dus de klank van 'bevrijding' die 'duur betaald' wordt. Zie I Korintiërs 6:20: "U bent gekocht en betaald."... ons te reinigen: hier wordt de zonde gezien als iets smerigs waarvan je schoongemaakt moet worden. Zie Ezechiël 37:23. ... en ons tot zijn volk te maken: samen vormen de door Christus geredde mensen het volk van God, de gemeente. Dichter bij God kom je nooit op je eentje, maar altijd samen. ...dat vol ijver is om het goede te doen: hier staat dezelfde uitdrukking als in 2:7: 'goede daden'. Zonder die 'goede daden' wordt de belijdenis dat je God kent een aanfluiting - zie 1:16!
Amen