Preek over Lucas 6:36 en Matteüs 18:21-35
2006-02-12 v.m.
Ds. A. van der Dussen
Zoals jullie Vader...
Liturgie:
1. Absurd
Vanmorgen ga ik u iets zeer buitenissigs over God zeggen. Het staat in de gelijkenis van Matteüs 18 die zo-even is voorgelezen. God word daar vergeleken met een koning, die een schuld van 10.000 talenten kwijt scheldt. Dat is absurd - ik heb er geen ander woord voor. Want dat bedrag: 10.000 talenten, dat kan niemand met goed fatsoen door de vingers zien. Dat is onvoorstelbaar veel geld. Zo veel geld, dat het onmogelijk is dat het om een persoonlijke schuld ging. Het moet om zo iets als belastinggeld moet gaan. De slaaf die ter verantwoording wordt geroepen, zal een hooggeplaatste functionaris zijn geweest, die als bestuurder geen kans zag aan de koning af te dragen waar deze recht op had. Vergelijk het met het geld dat per jaar omgaat in een stad als Eindhoven. Laten we dat bedrag eens grofweg schatten op 300 miljoen euro. Dan kijken we niet op tien miljoen meer of minder; het gaat om een grove schatting. Nu moet u zich voorstellen dat dat geld zoek is. Alle 300 miljoen euro. Ik zie het al met grote koppen in het Eindhovens Dagblad staan: "College van B en W is 300 miljoen euro kwijt. Burgemeester Sakkers stelt zich persoonlijk aansprakelijk." Kunt u zich een koning voorstellen die zo'n functionaris dat complete bedrag kwijtscheldt? Ik niet. Het is te gek om over te praten. Juist zo iets geks vertelt Jezus over God. Het is alsof Jezus wil zeggen: "Jullie kunnen je totaal niet voorstellen hoe barmhartig mijn Vader is. Daar staat jullie verstand bij stil. Mijn Vader pakt ongelooflijk uit. Zo rijk is mijn Vader ook. Hij kan het zich permitteren om zo barmhartig te zijn. Mijn Vader is zó barmhartig - op het absurde en op het roekeloze af." Dat zegt Jezus niet zo maar. Hij zegt het ook niet tijdloos. Dit verhaal is enkel en alleen waar vanwege zijn eigen optreden. Er zijn tijden geweest dat God minder gul voor de dag kwam. Maar nú geldt het, nu Jezus "het genadejaar van de Heer" uitroept (Lucas 4:19). Jezus maakt deze absurde' goedheid zelf waar. Hij dineert met schoften en schurken - onbekommerd, niet bang voor de praatjes die erover gaan. Jezus luidt met zijn optreden een nieuwe tijd in; het is het laatst der dagen. Gezien tegen die achtergrond is het absurde verhaal van Matt.18 waar. Het is echt een serieuze boodschap van Jezus. Hij meent het. Zo is God echt. Zijn barmhartigheid slaat alles, nu de volheid des tijds gekomen is. Gods barmhartigheid spot met de wetten van het gezond verstand. Ergens kunt u het vergelijken met de uitdrijving van boze geesten. Dat gaat met een geweld, met een machtsvertoon, dat wij er niet van terug hebben. Zo overweldigend komt God ook met zijn barmhartigheid en vergeving de wereld binnen. Gewoon mateloos! Luther zegt: "God is een gloeiende bakoven van liefde."
2. Het feest niet vergallen
Nu zegt Jezus in Lucas 6:36: "Jullie ook. Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is." Met andere woorden: het is niet alleen de bedoeling dat wij die barmhartigheid ondergaan. Dat ook. Maar vervolgens is het ook de bedoeling dat wij die stijl van God overnemen. God wil dat wij met Hem mee de wereld feestelijk maken door barmhartig te zijn. Denk nog even aan de preek van vorige week, over de sabbat, over mensen die zo streng zijn en over Jezus die zo royaal is, over de Heer die het leven vrij en blij maakt. Heerlijk, zo'n Heer. Deze Heer zegt: "Nu jullie ook. Wil nu ook op jullie beurt een 'christus' zijn voor de mensen." In de gelijkenis gaat het specifiek over de vergeving. Maar je mag dat tot uitbreiden tot 'barmhartigheid' in het algemeen, vgl. het woord 'medelijden' in vs 27 en 33. Nu is het Jezus menens als Hij zegt dat het de bedoeling is dat wij die barmhartigheid van God weerspiegelen. Want wat wordt de koning kwaad als de slaaf die 300 miljoen euro kwijtgescholden is, niet aangestoken is door zijn barmhartigheid, vs 34. Er valt niet met die barmhartige koning te spotten. Onverbiddelijk wordt Hij, als zijn heerschappij op deze wijze ontkracht wordt. Zo maakt Jezus duidelijk: voor onbarmhartigheid is in Gods Koninkrijk geen plaats. Voor mensen die het feest voor anderen vergallen, heeft Hij geen begrip. Jezus past het toe op de bittere hardheid van mensen die niet willen vergeven. Maar je mag het breder toepassen. Wat te denken van mensen die bijvoorbeeld door seksueel misbruik het feest voor anderen vergallen? Of door genadeloze hardheid in sociaal opzicht? Het is opvallend dat Jezus ook deze kant van de Koning weerspiegelt. Wat heeft Hij de Farizeeën woedend de mantel uitgeveegd. Niet toevallig: juist zij konden zo millimeteren, zo hard zijn, het feest voor zondaars en tollenaars vergallen, smalend doen over zijn uitdrijven van boze geesten. Jezus kan veel hebben, maar niet dat mensen de Vader belemmeren in dat feest van mateloze barmhartigheid!
3. Het normale is Jezus te weinig
Het christelijk leven wil zo gezien iets buitenissigs hebben. We hebben immers een buitenissige God! Jezus maakt dat duidelijk in de bergrede. Het normale is Hem te weinig (Matteüs 5:20, Lucas 6:32-34). Normaal is dat je alles netjes verrekent, dat je en boekhouding bijhoudt: wat ik uitgeef correspondeert met mijn inkomsten. Maar bij God is het niet normaal. God spot met zijn boekhouder - de duivel. Die loopt dan ook groen van nijd bij Hem weg. God wil dat ook wij wat minder boekhouder zijn. Laat mij een voorbeeld geven. In de cartoon-oorlog werd verontwaardigd verwezen naar de cartoons in Arabische landen. Zoals daar antisemitische cartoons worden getekend: schandelijk. Nu, mogen wij dan eens een keer in onze cartoons Mohammed een beetje bespotten? Dan gaan we gelijk op en is het 1 - 1! Toch? Ja, dat is een redelijke afweging. Maar Jezus zegt: "Wees barmhartig zoals mijn hemelse Vader barmhartig is." Zouden jullie eens willen overwegen om het kwade te overwinnen door het goede (Romeinen 12:21)? Maar dat kan alleen als je erkent dat de goede God Koning is en dat zijn goedheid maatgevend is! In de vroege kerk was er het conflict met de Joden die niet in Christus geloofden. Justinus, een belangrijke schrijver die als martelaar stierf in 165, zei tegen hen: "Wij haten u niet, maar bidden dat wanneer u zich niet bekeert, u alle erbarmen vindt bij de Vader die rijk is aan erbarmen." Dat is de sfeer van het grote feest. Jezus bindt ons op het hart om die sfeer verder te brengen. Niet meer dat strenge, dat harde, dat eindeloze gereken. Niet meer dat angstige, dat je tekort komt. Dat is allemaal wel heel begrijpelijk, maar tegelijk los van God gedacht. En christelijk leven, dat is: God serieus nemen. God serieuzer nemen dan jezelf. Die absurde barmhartigheid serieus nemen. Aanvaarden dat God door zijn goedheid die hecht doortimmerde wereld van ons af en toe in het honderd stuurt en de duivel met groot geweld weg jaagt. Daarvoor buigen, door het zelf een beetje feest te maken voor een ander. Maak eens een lange neus naar al die uitgerekende klanten, ook naar uzelf. Laat u vrolijk maken door onze goede God. Want een vrolijk mens is een goed mens.
Amen
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.