Preek over Jeremia 17:19-27

2006-02-05 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Vrij en blij

Liturgie:

Inleiding

Een rood hoofdHet gebeurde tijdens vakantiewerk. Ik weet niet meer precies wat ik moest doen, maar ik raakte halverwege de middag verdiept in een boek. Toen ineens kwam de baas binnen. Ik schrok me naar. Gesnapt! Eerlijk gezegd: ik was er al bang voor. Dat was natuurlijk niet de bedoeling; lezen in de baas zijn tijd. Ik weet niet goed meer hoe de baas reageerde. Ik geloof dat hij het er om kon lachen. Maar ik weet tot op de dag van vandaag dat ik een rood hoofd kreeg.

1. Vrij en blij

Het voorval schiet me te binnen als illustratie bij deze preek. Hier gebeurt namelijk precies het omgekeerde! Hier geen mensen die een rood hoofd krijgen hoewel ze dingen doen die als afkeurenswaardig golden (vers 2). Zij worden juist gedekt door hun Baas! Je kunt je Jezus voorstellen als iemand die de kamer binnenkomt terwijl wij druk bezig zijn, en dan zegt: "Zo, nu is het even pauze, en Ik trakteer!." Zo iets gebeurt hier in Lucas 6, en dat is de bedoeling van de sabbat. Het leven is ernstig en druk, er moet veel gebeuren en het valt allemaal niet mee. Maar op de sabbat zegt God: "Zo, nu stoppen we er even mee. Nu mag je even vergeten dat het allemaal niet makkelijk is en dat je er hard aan moet trekken. Nu gaan we even één dag voor ons plezier leven!" Kijk ze lopen door dat korenveld. 't Is sabbat, en de regels zijn duidelijk: er wordt niet gewerkt vandaag. Er worden geen aren geplukt. En kijk eens wat ze doen? Ze plukken aren! Nou, misschien hadden ze zo'n verschrikkelijke honger dat het echt even moest. Nood breekt wet. Vooruit dan maar. Voor één keer. Maar dat staat er niet, dat ze honger hadden. Wel bij Matteüs, maar niet hier en ook niet bij Marcus. Je moet je veel meer een opgeruimd groepje mensen voorstellen. Ze hebben het naar hun zin. Ze zijn blij. En Jezus zegt: "Ik trakteer. Vooruit, 't zijn mooie, volle aren. Geniet er maar van." Kijk, om zo iets kun je nu van de Heer Jezus gaan houden. Om dat gulle, om dat vieren van de teugels, om dat vrije en blije. Daarin laat Hij zien wie ook al weer God was.

2. Bittere ernst

Soms likt het erop dat wij mensen strenger en ernstiger zijn dan God. Kijk eens naar Jeremia 17. Wat zijn de mensen daar verbeten en bloedserieus bezig. Er moet geld worden verdiend. Ze moeten de economie wél draaiende houden. Jeremia zegt: "Op de sabbat even niet. Dan wil ik niet de herrie van volgeladen karren horen. Op de sabbat moet je het gejoel van kinderen kunnen horen. Vandaag word je eraan herinnerd dat God van zijn werk rustte. Vandaag wordt er even lekker genikst, en zijn we voor de verandering eens een keer niet doelmatig bezig. Op de sabbat komt de Baas ons leven binnen, die aan ons vraagt om samen met Hem pauze te houden." Maar daarvoor krijgt Jeremia de handen niet op elkaar. Daar zijn de Jeruzalemmers te ernstig en te serieus voor. Niksen? Dat kan zomaar niet. Tijd is geld. Het is de bittere ernst van de 24-uurseconomie. Jeremia ziet haastige mensen. Strenge mensen. En Hij ziet Gods gezicht betrekken. Is dat zijn schepping? Is dat zijn volk? Onherkenbaar. Ja, wij zijn onherkenbaar voor God als we onze eigen business zo vreselijk serieus nemen, als we - onszelf zo vreselijk serieus nemen.

3. De stress meenemen de kerk in

Het rare is, dat we die stress zo maar mee kunnen nemen onze vrije tijd in. Moet je eens kijken naar sommige voetbalwedstrijden. Dat is geen spelletje meer. Dat is big business."Voetbal is oorlog!" zei Rinus Michels al. Inderdaad: zonder een ME-peloton kun je tegenwoordig op zondagmiddag geen belangrijke voetbalwedstrijd meer houden. Het spelletje is een bloedserieus bedrijf geworden. En kijk eens hoe mensen zaterdagmorgen naar tennis gaan. Alweer stressen! Eng eigenlijk. En het allerengste: we kunnen de stress ook meenemen de kerk in. Ook van het geloof kunnen we iets ernstigs en loodzwaars en verbetens maken. Dat zie je in Lucas 6 bij de Farizeeën. Ergens heel sympathiek wat die doen. Die luisteren tenminste naar Jeremia. En tegelijk: ergens doen ze precies hetzelfde als hun voorouders met die volgeladen karren op de sabbat. De Farizeeën tillen zwaar aan het geloof. Dat is hard werken, zoals zij de sabbat houden! Dat is waarachtig geen pleziertje! Het is een ernstige zaak. Verbeten duwen ze iedereen opzij die hen in de weg staat. Ook Jezus.

4. Valkuil

Je zou kunnen zeggen: dat is de 24-uurs-economie van het geloof. O, wat een valkuil, nog steeds. Dat we zelfs van de genade een ernstige zaak maken, een last die we moeten torsen. En dat, terwijl 'genade juist wil zegen dat een mens vrij en blij wordt, dankzij het feit dat Jezus in de buurt is! Laten we onszelf regelmatig testen of we nog echt uit genade leven. Kunnen we lachen om onszelf, en onze inspanningen, en onze miskleunen? Kunnen we ophouden onszelf zo enorm serieus te nemen? Kunnen we onze zorgen nog afwentelen op de schouders van God? Kunnen we nog zijn als de kinderen, spelend en rennend door het korenveld? Of houden we een systeem in stand, een geloofssysteem? Torsen we ons geloof mee, dag en nacht? Is het onze zaak geworden, ons zaakje, het geloof?

5. Voorproefje van het feest

Jezus is er duidelijk over in Lucas 6: "De sabbat - die is niet van jullie. Daar zijn jullie niet de baas over. Daar ben Ik de baas over." Zie vers 5: "De Mensenzoon is heer en meester over de sabbat." Zijn verwijzing naar David liegt er niet om. In de wet van Mozes stond duidelijk dat de toonbroden voor de priesters bestemd waren. Maar David overrulet de priester en zegt: "En nu zijn ze voor mij! Ik heb ze nodig!" Ja, dat was me er eentje, David. Maar Jezus overtreft hem nog. Meer dan David is hier. "De sabbat, die is van Mij." De Joden hebben in hun traditie de gedachte ontwikkeld, dat de sabbat en de Messias bij elkaar hoorden. Als de Messias komt, dan begint de grote sabbat van de eindtijd, het grote, grote feest van de verlossing!" (Vgl. Jürgen Moltmann, Das Kommen Gottes, 53) Zo maakt Jezus inderdaad van de sabbat een messiaanse dag, een voorspel op het grote feest. Het is alsof Jezus wil zeggen: "Geef hier die sabbat, waar jullie zo'n ernstige, menselijke business van hebben gemaakt. De sabbat is van Mij, en Ik maak er een voorproefje van de verlossing van." In die broodetende leerlingen mag u iets zien van verlossing. Iets van wat al die zieken en zondaren ervaren hebben, die van Jezus genezing en vergeving ontvingen, ervaren zij nu ook, in die blije, vrije tocht door het korenveld. En zo wil Jezus dat wij allemaal in zijn omgeving en nabijheid opademen en iets ervaren van de vrijheid en blijheid bij Hem. Bij Jezus mogen we ophouden onszelf en onze business en onze vrije tijd en ons geloof zo vreselijk serieus te nemen.

6. Zondag

Daarbij helpt de zondag, de dag van zijn opstanding. Het blijft natuurlijk waar. Het leven is zwoegen, hard werken, een zeer serieuze zaak. Bloed, zweet en tranen. Ook kerk en geloof zijn een serieuze zaak, zeker. We moeten er hard aan trekken. Maar op zondag zegt de Heer: "Nu even niet." Daarom gaan we op zondag naar de kerk. Want waar anders ontsnap je aan de 24-uurs-economie van het menselijk gezwoeg? Alleen in de kerk leer je God serieuzer te nemen dan jezelf, en de opstanding dan de dood, en de genade dan de zonde. In de kerk word je uit je gewone sfeer getrokken. In de kerk treedt de Heer naar voren, om het krachtig en zelfbewust te zeggen: "Ik ben de Heer, over jouw leven, en over de wereld, en over de tijd. Vandaag is het mijn dag. Vandaag mag je een beetje leven zoals het later wordt: vrij en blij." Laten wij dan zo ook de zondag vieren. Eerst naar de kerk, om in de omgeving van de Heer getrokken te worden en bevrijd te worden van onszelf. En dan: de dag zo feestelijk invullen, dat we de Heer er 's avonds opgetogen voor kunnen danken.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.