Preek over Jesaja 43:1-21

2005-11-20 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Getuigen

Liturgie:

♪ Gezang 21:1, 6, 7
♪ ELB 380
♪ Psalm 31:3, 5, 15
♪ Psalm 119:30
♪ Psalm 79:5

1. Fundament

In Jesaja 43 staan woorden waar je warm van kunt worden. Zie bijvoorbeeld vs 1:

Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij. (de tekst op ons doopfont)

Zie ook vs 4:

Je bent zo kostbaar in mijn ogen, zo waardevol, en ik houd zoveel van je
dat ik de mensheid geef in ruil voor jou.

Of vs 2:

Moet je door het water gaan - ik ben bij je;
Of door rivieren - je wordt niet meegesleurd.
Moet je door het vuur gaan - het zal je niet verteren.

En dan weer vs 5:

Wees niet bang, want ik ben bij je.

Dit moet je horen, steeds weer horen. Zo door God worden aangesproken: dat legt een fundament onder je leven, dat stelt gerust, dat geeft geborgenheid.

2. Israël

Alleen - worden wij zo door God aangesproken? Worden wij zo door God aangesproken? Zeg niet te gauw "Ja, natuurlijk!" Want degene die bij zijn naam geroepen is, draagt wel de naam Jakob (vs 1). En het volk dat in Gods ogen opweegt tegen alle andere volkeren is niet het volk der Nederlanden, maar het volk Israël. Het zijn ook geen tijdloze woorden die hier klinken. God spreekt zo tot een volk dat in de schaduw leeft van het machtige Babel (vs 14), de politieke grootmacht die in de zesde eeuw voor Christus het Nabije Oosten beheerste. En wij dan? Mogen wij die woorden dan niet op onszelf betrekken om Christus' wil? Dat is waar: als je in Christus gelooft, ben je kind van Abraham, Romeinen 4:11. Wees er echter niet te haastig mee de lijn door te trekken. Want als je dat doet, dan moet je ook vers 12 op jezelf toepassen. Incasseren we dat woord van de HEER dan ook, dat we zijn getuige zijn dat Hij werkelijk God is! Slaat dat dan ook op ons?

3. De HEER zoekt een getuige

Om die vraag te beantwoorden moeten we eerst helder krijgen waarom Israël hier wordt ingeschakeld om Gods getuige te zijn. Getuigen spelen een rol voor de rechtbank. Oog- en oorgetuigen moeten vertellen wat zij gezien en gehoord hebben. Op basis daarvan kan dan vastgesteld worden wie de waarheid spreekt. Wonderlijk genoeg is het hier God de HEER, die een getuige zoekt die kan bevestigen dat Hij de waarheid spreekt. Want wat is het geval? Hij is ervan overtuigd dat Hij de enige God is, maar veel mensen betwijfelen dat. In een goddelijk zelfbewustzijn roept Hij het uit:

Ik, ík ben de HEER!
Buiten mij is er niemand die redt! (vers 11)

Maar massa's mensen zoeken hun heil bij andere goden. Dat verdraagt de HEER niet. Daarom stapt Hij als het ware naar de rechter. Hij wil dat grondig uitgezocht wordt wie er nu echt God is. Zo daagt de HEER de tegenpartij uit om inderdaad met getuigen te komen. Laten die maar bewijzen dat de afgoden inderdaad wat voorstellen, vs 9! Van zijn kant schakelt Hij het volk Israël in. Want als er één volk is dat met eigen ogen gezien en met eigen ogen gehoord heeft dat de HEER een God is die redt, dan Israël, vers 12.

4. Ieder zijn eigen waarheid?

Hier houd ik even de pas in, om u erop attent te maken dat wij tegenwoordig in zo'n ander klimaat leven. Het is mode om te zeggen, dat iedereen zijn eigen waarheid heeft. De een verwacht zijn heil van Christus, de ander is Islamiet, en niemand zal ooit kunnen uitmaken wie er gelijk heeft. Of, veel dichterbij: iedereen zoekt op zijn eigen manier geborgenheid, en probeer de ander er niet van te overtuigen dat zijn manier niet goed is! Bijvoorbeeld: in contact komen met je eigen innerlijke kracht, dat levert misschien minstens zoveel op als bidden tot God. Of: je heil verwachten van de wetenschappelijke en technische vooruitgang, dat biedt wellicht minstens zoveel perspectief als het geloof in Christus' wederkomst. Gun iedereen toch zijn of haar manier van geloven! In de Bijbel is deze benadering ondenkbaar. Hier wordt de waarheidsvraag gesteld. Met hartstocht komt de HEER er voor op dat alleen Híj God is. Door Israël als getuige in te schakelen, wil de HEER bereiken dat eens voor altijd komt vast te staan "dat Hij werkelijk God is," vers 12 slot.

5. Doof en blind

Israël moet dus ten overstaan van de wereld plechtig verklaren, ja zweren, dat het zelf gezien en gehoord en ondervonden heeft dat de HEER werkelijk God is, dat je bij Hem de perfecte geborgenheid vindt. Dat moet zo moeilijk niet zijn voor Israël. Het heeft toch ook ongelooflijk veel van de HEER ondervonden? Ja, en toch valt het tegen. Want dit volk is al net zo weifelend als heel veel andere mensen. Het klaagt erover dat het maar weinig van God merkt, zie 40:27 en 49:14. Daar stoort de HEER zich aan. Hij verwijt Israël dat het zijn ogen in zijn zak heeft gehad, en dat zijn oren uitgespoten moeten worden! Ziedaar de betekenis van vers 8, dat teruggrijpt op 42:18-20. Dáárom heet Israël doof en blind: omdat ze mismoedig hun schouders over de HEER ophalen... En dat, terwijl de HEER voor hen toch werkelijk een God van redding was en is, vers 12a!

6. Uitweg uit de impasse

De zaak zit dus eigenlijk in een impasse. De HEER heeft belang bij een getuigenverklaring. Maar de getuige heeft niet veel te vertellen. Het volk waaraan God uitputtend bewezen heeft dat Hij een God is die redt, zegt somber dat het niks van Hem gezien en gehoord heeft... Betekent dat dan dat de HEER het proces gaat verliezen? Je zou het haast denken. Maar het loopt anders. Wat doet God? Hij gaat iets nieuws verrichten, vs 19. Hij gaat Israël op een nieuwe, geweldige manier redden. Zo gaat Hij de getuige helpen om alsnog een indrukwekkende getuigenverklaring af te leggen. Hoe die zal luiden? Ongeveer zo: "Wij, Israëlieten, verklaren hierbij onder ede dat wij met onze eigen ogen gezien hebben dat de HEER echt God is en dat je bij niemand beter terecht kunt dan bij Hem. Wij leefden namelijk onder de dictatuur van Babel en dachten dat dat voor altijd ons lot zou zijn, maar tot onze ongelofelijke verrassing heeft Hij ons bevrijd en in een triomftocht naar ons eigen land laten terugkeren." Zo gaat God aan het werk om van Israël als nog een sprekende getuige te maken! Vergelijk het laatste vers, vs 21:

Dit is het volk dat ik mij gevormd heb, het zal mijn lof verkondigen.

Die blinde en dove getuige zal straks heel wat te vertellen hebben!

7. Getuigen van Christus

Dit hoort er dus bij, als je Jesaja 43 op jezelf wilt toepassen. Is die geborgenheid er ook voor ons, in Christus? Nou en of. Wil God om Christus' wil ook aan ons grote dingen doen? Nou en of. Daar mogen we op vertrouwen en daar mogen we om vragen. Maar dan verwacht God wel van ons dat we bereid zijn om een getuigenverklaring af te leggen. Want de HEER is nog altijd in een proces verwikkeld. De getuigen van de afgoden roepen om het hardst hoe geweldig hun goden zijn. Onder onze eigen jongeren zijn er die het niet weten. God? Of toch maar de wetenschap, of de eigen innerlijke kracht? In die situatie kijkt de HEER de kerk diep in de ogen. Zijn wij bereid in Israëls schoenen te gaan staan? Misschien aarzelen wij. Wat moeten we getuigen? De HEER zegt dat we ons daar geen zorgen over hoeven maken. Door zijn Geest wil Hij ons de ogen openen voor zijn grote daden. En nogmaals: we mogen erop vertrouwen en erom vragen dat Hij ook heden ten dage grote dingen doet. Maar zie dan goed dat die dingen hun uitwerking moeten hebben op het proces dat Hij voert. Het kan niet zo zijn dat wij veel goeds van de HEER ervaren en dat Hij intussen de reputatie heeft van een museumstuk.

Gij zult mijn getuigen zijn,

zei Christus bij zijn Hemelvaart tegen zijn volgelingen die de kern van het nieuwe Godsvolk zouden worden (Handelingen 1:8) Te vaak hebben wij daarvan een opdracht gemaakt die wij in eigen kracht dienen te volbrengen. Maar Jesaja 43 laat ons zien dat het eerder een belofte is. Getuigen zijn, dat begint ermee dat God ons metterdaad die geborgenheid wil doen ondervinden, ja, dat wij God eerst maar eens vragen om ons wel te doen. Want hoe zouden wij Gods lof kunnen verkondigen wanneer Hij geen prijzenswaardige dingen doet? We mogen dus een appèl doen op God: "HEER, laat ons wat zien en horen. Wat moeten wij anders tegen de wereld zeggen?" Maar áls Hij dan onze gebeden verhoort, en ons de ervoor ogen opent dat Hij inderdaad de levende God is, laten wij Hem dan ook niet teleurstellen en onze positie voor het forum van de wereld innemen. Het is een positie die ons ontzettend veel belooft. Wij mogen God vragen die positie waar te maken. Vervolgens is het aan óns die positie waar te maken.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.