Preek over Exodus 24:1, 2 en Numeri 12

2005-10-23 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Niet allemaal naar boven!

Liturgie:

♪ ELB 267
♪ Psalm 23
♪ Psalm 25:8, 9
♪ ELB 463
♪ Gezang 101
♪ Gezang 401:1, 2

1. Verschil in geloofsbeleving

Vanmorgen gaat het over verschil in geloofsbeleving. Er zijn mensen die veel van God ervaren en er zijn er die het gevoel hebben dat God ver weg is. Hoe zit dat? Sommige jongeren zijn onrustig. Ze horen anderen over 'contact met God' en weten niet wat ze zich erbij moeten voorstellen. Missen ze iets? Doen ze iets niet goed? Bij ouderen net zo. Sommigen voelen zich schuldig omdat ze naar hun gevoel helemaal niet zo'n intieme relatie met God hebben, terwijl ze anderen daarover horen. Hoe met dit verschil om te gaan? Daarover gaat het in deze preek.

2. Verschil erkennen!

In de eerste plaats: dat verschil bestaat en het is zaak om het te erkennen. In het bijbelgedeelte dat de tekst is voor deze preek is maakt dat deel uit van de boodschap: erken dat er gradaties zijn in de omgang met God. In Numeri 12 onderstreept God dat Mozes intiemere omgang met Hem heeft dan vele anderen, zelfs dan zijn broer en zus. Zie vers 8: met hem spreekt de HEER rechtstreeks, hij mag ook de gestalte van de HEER zien. Op de achtergrond van dit vers staat Exodus 24:1, 2, waar Mozes nadrukkelijk afgezonderd wordt van de 70+3, terwijl die weer afgezonderd worden van het volk. Er is een 'getrapte' omgang met de HEER. Het volk blijft beneden. Samen met 70 oudsten gaan Aäron Nadab en Abihu de berg op. Aanvankelijk mag alleen Mozes in de nabijheid van de HEER komen. Later, wanneer de officiële verbondssluiting plaats vindt, mogen de 73 één keer bij gratie de Heer zien, vers 9-11. Toch blijft blijkens Numeri 12 het verschil tussen Mozes en Aäron bestaan. In het Nieuwe Testament is het niet anders. Van de 12 discipelen mogen er slechts 3 getuige zijn van de verheerlijking van Jezus op de berg, Marcus 9:2. Vervolgens blijkt er toch ook weer afstand te bestaan tussen die drie en Jezus: zijn glorie is te veel voor hen, Marcus 9:6. In de Bijbel wordt werkelijk rekening gehouden met verschillende gradaties in de omgang met God. De een mag intiemer tot God naderen dan de ander. Zo close als Jezus met de Vader kon omgaan, zo kan geen van zijn leerlingen het. De enige die die intimiteit benaderde was Mozes.

3. Nivelleren

In Numeri 12 wordt dat verschil niet erkend. Samen met Aäron kritiseert Mirjam Mozes omdat die zich een huwelijk met een niet-Israëlitische, Midianitische vrouw permitteert. "Die Mozes denkt dat ie alles mag!" Maar weldra blijkt dat er meer aan de hand is. De ergernis zit dieper, vers 2: "Die Mozes die denkt dat ie dichter bij God staat dan wij." Hier spreekt de jaloezie van de zus, die niet verdraagt dat haar broer meer heeft met een andere vrouw dan met haar. Maar achter haar jaloezie zit hoogmoed. Zij is het tegendeel van Mozes die juist zo bescheiden is, vers 3. Terwijl Mozes zich in geen enkel opzicht beroemt op zijn bijzondere positie, dringt Mirjam zich naar voren. Zij weigert zich op de tweede plaats te laten stellen! Daarbij neemt zij Aäron op sleeptouw. Samen spreken ze hun ergernis uit over de positie die Mozes inneemt. Het is een veel voorkomende ergernis: hoe slecht kunnen mensen het hebben als anderen hun kop boven het maaiveld uitsteken. Zo brengen jaloezie en hoogmoed een tendens van nivellering voort: "Verbeeld je maar niks; we zijn allemaal gelijk." Je kunt die tendens ook in het geestelijk leven aantreffen. "Verschil in relatie tot God? Niks ervan! We zijn voor God allemaal gelijk."

4. Twee manieren

Dat nivelleren kan op twee manieren. Om het in de termen van Exodus 24 te zeggen: je kunt eisen dat iedereen beneden blijft en dat niemand de berg opgaat, de nabijheid van de HEER tegemoet. Of je kunt eisen dat iedereen naar boven gaat, de berg op. In het eerste geval haal je anderen naar beneden. In het tweede geval krik je jezelf op. Laat mij het concreter maken. Wij horen steeds meer van christenen die bijzondere dingen beleven in de omgang met God. Stefan Paas vertelt dat een aantal van de mensen die op zoek zijn gegaan naar God en uiteindelijk zijn toegetreden tot de kerk, bijzondere spirituele ervaringen hebben gehad. Denk aan dromen, visioenen, wondertekenen. (De werkers van het laatste uur, 60) De tendens tot nivellering kan zo uitwerken, dat gevestigde kerkleden dat wantrouwen. "'t Zal wel nep zijn." Zulke nieuwkomers krijgen ook te verstaan dat zij zich maar gauw moeten aanpassen. Maar mogen wij zo vanuit onze eigen beleving het verschil ontkennen? Vraagt de bescheidenheid niet, dat wij er rekening mee houden dat God anderen meer bijzondere ervaringen gunt dan ons? Dwing elkaar dus niet om allemaal beneden te blijven! Maar nu de andere manier van nivelleren: allemaal naar boven, de berg op. "Wat jullie kunnen, dat kunnen wij ook." Dan vindt er een stormloop plaats op dat bijzondere. Maar ook dan is de bescheidenheid zoek. Allemaal de berg op? Allemaal aanspraak maken op dromen en visioenen en wondertekenen? Allemaal die rechtstreekse omgang met God, waarbij je zijn leiding bijna met handen tasten kunt? Kom nou toch! Dan heb je het echt te hoog in het hoofd! Dan kun je je ook van alles gaan inbeelden...

5. Evangelie

In Numeri 12 maakt de HEER duidelijk dat Hij van dat nivelleren niets moet hebben. Hij pakt Mirjam hard aan: zeven dagen wordt ze zo ver als maar mogelijk uit zijn nabijheid geduwd, vers 15. Ze zal weten dat er gradaties zijn! Ze lijkt op de man in de gelijkenis die op de ereplaats gaat zitten en vervolgens op de minste terecht komt, Lucas 14:7-9. Laat dat ons een les zijn. Neem de plaats in die God je geeft. Haal anderen niet naar beneden; dring je zelf niet naar boven. In die les zit ook evangelie. Het is niet alleen zo, dat we niet allemaal naar boven mogen. Het is ook zo, dat we niet allemaal naar boven hoeven. Het tegenovergestelde van hoogmoed is vertwijfeling. Veel christenen zijn onzeker en beschuldigen zichzelf: "Wat is er toch met mij dat ik niet zo kan meepraten over bijzondere spirituele ervaringen." Voor hen heeft Numeri 12 een troostrijke boodschap. "Jij beste christen, die het fijn vindt om naar een goede preek te luisteren maar nooit een visioen krijgt, die graag een mooi gezang meezingt maar zich niet veel kan voorstellen bij vervoering, die dankbaar aan het avondmaal zit, maar zenuwachtig wordt van de vraag of je wel een persoonlijke relatie met Christus hebt - laat je niet naar beneden duwen. Laat je ook niet aanpraten dat je naar boven moet. Neem ootmoedig en blijmoedig het plekje in dat God je geeft. Dan is het goed."

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.