Preek over Efeziërs 2:11 - 3:6
2005-09-11 v.m.
Ds. A. van der Dussen
Niet meer unheimisch!
Liturgie:
♪ ELB 265
♪ ELB 172
♪ Psalm 136:1, 2, 3, 4
♪ Psalm 139:14
♪ ELB 217
♪ ELB 263
♪ Gezang 1:2, 3
♪ Gezang 476:4
♪ Psalm 91:1, 2
1. Je niet thuis voelen
Wel eens heimwee gehad? Ik wel: moederziel alleen in Rwanda, in een pension waar ik niemand kende, terwijl buiten de onheilspellende sfeer hing van een naderende oorlog. Ik voelde me niet op m'n gemak, niet - thuis. De Duitsers hebben er een mooi woord voor: un-heim-isch. Dat je niet-thuis, unheimisch voelen heeft te maken met een onveilige omgeving, met on-herberg-zaamheid: een donker bos, mensen die je niet kent, het gevoel dat je ergens niet hoort, dat je moederziel alleen bent. Dat gevoel kan heel diep gaan. Ergens kan het zelfs je hele leven omvatten. Dan zit er een zekere rusteloosheid in je, een gevoel dat je niet je eigenlijke bestemming hebt bereikt. Denk aan de bekende uitspraak van Augustinus: "Ons hart is onrustig in ons totdat het rust vindt bij U, o Heer." Er is de hunkering die in de titel van het beroemde boek van Henri Nouwen verwerkt is: Eindelijk thuis. Ik citeer uit dat boek: "Ten diepste betekende 'thuiskomen' voor mij dat ik stap voor stap op weg ging naar de Ene, die mij met open armen opwacht en mij in een eeuwige omhelzing wil vasthouden." (13)
2. De eeuwige omhelzing
Dit alles resoneert mee in de tekst van vanmorgen: "Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God." Het gaat hier over mensen die die eeuwige omhelzing gevonden hebben. Eerst waren ze vreemdeling en gast. Zonder beeldspraak: "U leefde in een wereld zonder hoop en zonder God." (2:12) Daar heb je het: het unheimische van een leven in onherbergzaamheid. Je ten diepste niet thuis, niet op je gemak voelen in de wereld. Het met je zelf alleen zijn in een zwijgend, vijandig, zin-loos universum. De wereld ervaren als 'niet te vertrouwen'. Het gevoel: "Wat doe ik hier?!" Het hele leven als ten diepste unheimisch ervaren... En dan nu: huisgenoten van God zijn. Dat wil zeggen: thuiskomen. Opgenomen worden in een veilige kring. De eeuwige omhelzing. Geborgen bij God. Aanvaard door God. Beschermd door God. En dat dan niet individueel gedacht, maar opgenomen worden in een concrete gemeenschap, zoals Petrus toen hij uit de gevangenis kwam op de deur klopte van het huis waar de gemeente bijeen was en pas tot de volkomen bevrijding geraakte toen hij eindelijk naar binnen mocht en lieve mensen hem in de naam van Jezus Christus om de hals vielen (Handelingen 12). Huisgenoot zijn van God: dat ben je niet in je eentje, maar dat ben je waar lieve mensen je binnenhalen en je het gevoel geven dat je eindelijk thuis bent. Huisgenoot van God - dat ben je in de gemeente van Christus.
3. Oproep
Het is een ontroerende omschrijving van de kern van christelijk leven. Dit heeft dus te maken met ons diepste mens-zijn en met onze diepste nood. Thuiskomen. Daar gaat het om. Dat is de prediking van het evangelie, de oproep ook: "Mens, kom thuis. Ontwijk niet langer de eeuwige omhelzing. Zoek niet langer je heil elders. Nooit zul je je bestemming vinden als je je je niet in de armen laat sluiten door je Schepper. Hij wacht op je. Jij bent door Hem zo geschapen dat je niet eerder je plek vindt dan wanneer je Hem ontmoet." Zo geeft deze tekst mij dan ook aanleiding om u en jullie dringend op te roepen om dit te zoeken en je hiervoor open te stellen. Nooit zul je je menselijke onrust kwijtraken, nooit zul je de wereld voldoende herbergzaam ervaren, als je je niet in Gods armen laat sluiten. Omgekeerd ook: al is de wereld nog zo onherbergzaam - je zult je thuis kunnen voelen als je huisgenoot van God wilt zijn.
4. Appèl
Tegelijk ligt in deze tekst ook een appèl op de christelijke gemeente. Paulus vecht er namelijk voor dat die ook echt een kring is van lieve mensen die de voormalige vreemdeling hartelijk binnenhalen. Wat was het geval? Het gaat hier over onbesnedenen. En de mensen die vanouds huisgenoten van God waren, dat zijn de Joden, Abrahams kinderen. Die waren het al eeuwen gewend, huisgenoten van God te zijn, te leven in de eeuwige omhelzing. Zij moeten er verschrikkelijk aan wennen dat er nu ineens anderen op de deur kloppen. Onbesnedenen. De verleiding was groot om enig verschil te maken. Om toch een heel klein beetje afstand te houden tot die nieuwe christenen. De kinderen van Abraham - dat was toch een speciaal soort, niet? Ja, zegt Paulus, dat is ook zo. Maar wat Christus nu doet is toch heel duidelijk een eenheid van jullie maken. En dan pakt hij uit: er is iets nieuws, iets sensationeels aan de hand. De heidenen worden nu ook begenadigd, en Paulus is degene die dat mysterie onthult, 3:2. Zie 3:6:De heidenen delen door Christus Jezus ook in de erfenis, maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte op grond van het evangelie. (vers 6)Gezien tegen die achtergrond krijgt 2:19 kleur. "Burgers, net als de heiligen." Geen vreemdelingen die 5 jaar in een procedure zitten, en die je nog een beetje apart kunt huisvesten, apart van de echte Nederlanders.. Burgers. Genaturaliseerd tot huisgenoten van God. Zo dringt Paulus erop aan dat de gemeente ook metterdaad die nieuwe burgers in haar armen sluit, om de verzoening gestalte te geven, 2:14,18.
5. Open gemeente
Over deze dingen gaat het wanneer wij het over 'open gemeente' hebben. Jan Wit dicht ergens:Menigeen ging zelf op pad,Daar hij thuis geen vrede had.Eeuwig heimwee spoort hem aan;Laat ook hem het woord verstaan. (ELB 263)Die zijn er, ook in Eindhoven. Mensen die eeuwig heimwee kennen en worden voortgedreven door dat unheimische gevoel. "Menigeen ging zelf op pad..." Of moeten we het nog sterker zeggen, en is momenteel nog steeds dat mysterie gaande, dat God nieuwe mensen laat delen in het heil van de kerk? En is dit waar we aan moeten wennen, als gevestigde kerk waarbinnen we al sinds mensenheugenis Gods huisgenoot zijn? Dat God nog steeds dat geweldige doet, dat Hij de scheidslijn opheft, en buitenkerkelijken binnenkerkelijk wil maken en één wil maken met ons, in de eeuwige omhelzing? Zie het zo, broeders en zusters. Door eeuwig heimwee worden ze voortgedreven. Wij weten wat het is om te leven in de eeuwige omhelzing. En nu gaat het alleen maar hier om: dat ze er bij ons kennis mee mogen maken en er bij mogen horen.
Amen
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.