Preek over Romeinen 14:7, 8
2005-05-08 v.m.
Ds. A. van der Dussen
Eigen baas zijn?
Liturgie:
♪ Gezang 228
♪ Psalm 81:7
♪ Psalm 139:4, 5, 6, 7, 8
♪ Gezang 415
1. Het geschenk van de vrijheid
In de diepzinnige eerste verzen van Romeinen 14 komt Paulus voor de christelijke vrijheid op, terwijl hij het christelijk leven tegelijk typeert als 'een Heer hebben'. Wij leven niet voor onszelf maar voor de Heer, vers 7. Wij zijn niet van onszelf maar van de Heer, vers 8. Wij zijn - dienaren van een meester, vers 4. Ofwel: wij zijn niet onze eigen baas. Daarmee heeft hij het bij veel mensen verbruid. Want als er één ding is dat mensen zich bij 'vrijheid' voorstellen en dat ze graag willen, dan is het dit: eigen baas zijn, je leven invullen zoals je het zelf wilt. Is het een wonder? In de oorlog hebben we in Nederland ervaren wat het is om je leven niet te mogen invullen zoals je het zelf wilt. We kunnen het ons niet meer voorstellen wat het was om niet naar de radiozender te mogen luisteren van eigen keuze, om in de kerkdiensten niet te mogen bidden naar eigen inzicht, om geen stemrecht te hebben, om niet hardop te mogen zeggen en schrijven wat je van de dictator vindt. Vreselijk, zulke onvrijheid. Wat een geschenk dat we daarvan bevrijd zijn. Wat nodig is het om op die vrijheid zuinig te zijn. Je leven invullen zoals je het zelf wilt: dat moet je je door niemand laten afpakken. Ook niet door Paulus? Ook niet door God?
2. Meer vrij dan ooit tevoren
Om te begrijpen waarom Paulus zo opgetogen kan zeggen dat wij niet onze eigen baas zijn, terwijl wij deze week op 5 mei juist hebben stil gestaan bij de zegen dat we 60 jaar geleden onder de knoet uit zijn gekomen, wil ik kort aanduiden wat er met de vrijheid sinds 1945 gebeurd is. Ik sluit me aan bij diegenen die vaststellen, dat de vrijheid in de naoorlogse jaren reusachtige proporties heeft aangenomen. De samenleving stelt ons in staat, meer dan ooit te voren ons leven in te vullen zoals we het zelf willen Ik wijs op vier dingen.- Onze keuzevrijheid is enorm toegenomen in de breedte. In de oorlog: enkel maar de Duitse media. Nu tientallen TV-kanalen; via Internet honderden kranten, enzovoorts. We mogen uit een heel scala van bedrijven onze energieleverancier kiezen. We mogen kiezen uit honderden vakantiebestemmingen. Er is een overstelpend aanbod van opleidingen. Kortom: voor elk wat wils.- Onze keuzevrijheid is ook in de diepte toegenomen. We mogen inzake steeds ingrijpender kwesties onze eigen keuze maken. We maken afwegingen over het begin van het leven en over het einde daarvan. We mogen kiezen of we gehandicapte kinderen wel of niet ter wereld laten komen. We mogen zelf invullen wanneer het einde van ons leven aanbreekt. - We zijn minder gebonden aan vaste relaties en patronen. We leven veel individueler. We hebben een flexibeler dienstverband. We zitten niet meer aan één bepaalde kerk vast. We kunnen makkelijker van partner wisselen. We kunnen ons leven puur vanuit onze individualiteit invullen.- Ons wordt steeds minder van buitenaf voorgeschreven welke keuzes we moeten maken. We mogen het allemaal veel meer zelf weten. Ik mag zelf bepalen wat goed en wat slecht is. De kerk loopt me niet meer voor de voeten met zijn invulling van 'goed' en 'kwaad'. Ik mag het zelf uitzoeken. Ik ben mijn eigen norm. Er is niets meer ingevuld. Ik mag mijn keuzes maken in een soort moreel vacuüm.
3. Crisis
Zo is het geschenk van de vrijheid voortdurend groter geworden. Toch hebben veel mensen er gemengde gevoelens bij. Vrijheid is fijn. Maar een zo hoog opgevoerde vrijheid leidt tot een crisissituatie. Je kunt onzeker worden van die enorme keuzevrijheid. Een proef, waarbij mensen konden kiezen uit wel 24 soorten jam, wees uit dat dat overstelpende aanbod verlammend werkte: men wist niet wat men kiezen moest. Scholieren zullen het herkennen. Het aantal beroepsopleidingen is duizelingwekkend groot. Hoe de goeie te kiezen? Hoe te voorkomen dat je de verkeerde kiest? Déze vrijheid maakt het leven wel moeilijk... Daarnaast zijn keuzes ook te zwaar aan het worden. Een gehandicapt kind al of niet het leven schenken: kan ik die keuze aan? Dan: we leven minder in vaste relaties. Maar daardoor zijn we ook eenzamer aan het worden, ellendig op onszelf teruggeworpen. En mijn eigen ik als norm: dat is afschuwelijk leeg. Is er dan niemand meer die tegen ons allemaal zegt: "Zo moet het?" Mogen we dan aan niemand meer vragen: "Zeg me wat ik moet doen!!"? Vgl. gezang 293:3 "Laat mij niet mijn lot beslissen: zo ik mocht ik durfde niet." Kortom: de vrijheid slaat door, draait dol. Niet voor niets klinkt alom de roep om sterke leiders, om vaste normen en waarden, om vastigheid op het werk, om... God. Want past een zo onvoorstelbaar grote vrijheid niet meer bij God dan bij mensen?
4. Christus is Heer
Daarmee zijn wij terug bij Romeinen 14, bij het Heer zijn van Jezus Christus over ons. Daarmee is een mens beter af dan bij die veel te hoog opgevoerde, lege vrijheid van onze samenleving. Waarom? Ik noem drie dingen.- We worden niet geoordeeld door mensen. We hebben enkel en alleen te maken met het oordeel van onze Heer. Alleen zijn oordeel telt!- We hoeven het niet allemaal zelf uit te zoeken in ons leven. De Heer wijst richting, geeft geboden en verboden. We mogen erop vertrouwen dat Hij weet wat goed voor ons is. Er zijn vaste, door God gegeven oordelen: "Dat is goed. Dat niet. Dat is beter." Daarmee hebben we ons niet tegenover onszelf te verantwoorden, maar tegenover onze Heer.- We hebben ons leven ten diepste niet in eigen hand, maar we zijn in leven en dood in de hand van de Heer. De heerschappij van Christus over ons leven brengt een enorme geborgenheid met zich mee.
5. Gebonden aan Christus
Laten we hiermee onze vrijheid afpakken? Ja en nee. Ja, in zoverre die vrijheid die onze samenleving ons biedt, leeg en bedrieglijk is. Daar vaart ons leven niet wel bij. We worden te eenzaam, te veel op onszelf teruggeworpen. Het evangelie pleit hartstochtelijk voor binding aan Christus. Weg met de vrijblijvendheid, weg met het 'ik zoek het zelf wel uit', weg met het 'ik leef voor mezelf'. Een mens vaart wel bij bindende relaties, waarvoor je dingen opzij zet, waarbij je je aan de ander verplicht. De meest alomvattende en daardoor meest verplichtende relatie is die met Christus. Ván Hem zijn en vóór Hem leven: dat staat inderdaad haaks op dat overspannen individualistische vrijheidsideaal van het moderne Westen. Ik moedig u en jullie allemaal aan om dat vrijheidsideaal als leeg en bedrieglijk op te geven en Christus in alles Heer te laten zijn over uw leven. Durf het aan, het heft uit handen te geven en gebonden te zijn aan Christus! Aanvaard dat je je tegenover Hem hebt te verantwoorden en niet tegenover jezelf. Wie dat doen, zullen ondervinden dat ze niet onder een dictatuur komen. Want dat is de andere kant: we laten onze vrijheid helemaal niet afpakken als we onder de heerschappij van Christus leven. Dat komt omdat Hij geen dictator is - integendeel. Deze Heer geeft zijn leven voor ons. Hij is een Heer die dient en liefheeft. Hij richt over ons de heerschappij van zijn aanvaarding op, vers 3. Hij maakt ruimte voor onze eigen keuzes en onze eigen verantwoordelijkheid, binnen zijn leiding van ons leven. Daarom prijst het evangelie dit als de hoogste vrijheid aan: leven onder de hoede van onze lieve Heer. Waar Christus Heer over een mens is, is een mens als een vis in het water. Het is het geheim van psalm 139: nergens buiten zijn bereik vallen, en dat juist ervaren als de beste conditie voor menselijk leven.
Amen
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.