Preek over Jesaja 52:13-53:12
2005-03-20 v.m.
Ds. A. van der Dussen
Het trauma gedragen
Liturgie:
♪ Gezang 291:1
♪ Psalm 124:1, 4
♪ Psalm 119:66
♪ Gezang 181
♪ Gezang 254
1. Trauma
Misschien heb jij het ook wel eens meegemaakt, dat je iets verkeerds doet dat onherstelbaar is. Je zou het willen goedmaken, maar dat kan niet. Erg is dat. Vorige week ging het erover dat zulke dingen als iets vuils het leven bederven en dat ze weggenomen moeten worden door een reinigingsoffer. Vandaag gaat het over het effect dat zo iets heeft op jouzelf. Ik zal een voorbeeld geven. Een automobilist rijdt op vakantie in Frankrijk een kind aan dat onverwachts de weg op rent. Terug in Nederland hoort hij, dat het kind ten gevolge van het ongeluk blijvend verstandelijk gehandicapt is. De man stort in en moet in therapie. Geconstateerd wordt dat hij een trauma heeft. De last van zijn daad drukt op hem. Zijn leven wordt erdoor vergald. En dat terwijl hij er niets aan kon doen. Hoe veel te erger nog zal zijn daad op hem drukken als hij het ongeluk had kunnen voorkomen. Wat zie je? Zijn schuld heeft gevolgen voor hem. Hij heeft iets ergs gedaan en dat valt niet goed te maken. Dat werkt funest uit. Dat nu is in de Bijbel een belangrijk punt. Verkeerde dingen zijn niet alleen als vuil dat de wereld bederft; een mens die ze doet wordt er zelf ook door geraakt. Ze werken ook voor de dader rampzalig uit. Zo dragen wij mensen onze schuld met ons mee. We worden erdoor getraumatiseerd. Zo boeten wij voor het kwaad dat wij aanrichten. Dat is de prijs die wij betalen voor de zonde. Daarbij is het goed de schuld te betrekken, die de mensheid als geheel op zich laadt. Denk daarbij aan het menselijk onvermogen, om deze wereld beter in te richten. Het valt de mensheid als geheel aan te rekenen dat er zo'n onrechtvaardige verdeling van de welvaart is, dat volkeren oorlogen tegen elkaar voeren, enzovoorts. Wij maken deel uit van die mensheid. Zo worden wij allen geconfronteerd met een fundamenteel menselijk tekort. Dat drukt op ons. Als we het continu tot ons door zouden laten dringen, zouden we er gek van worden...
2. De dienaar
In Jesaja 53 wordt een mens getekend die getraumatiseerd is door schuld. Men heeft wel gedacht dat hier een melaatse beschreven wordt. Dat zou kunnen, vgl. vs 2b,3. Maar misschien is het heel wat anders, en moeten we denken aan iemand die zijn leven verwoest heeft door drugsgebruik, of AIDS heeft opgelopen door roekeloos seksueel gedrag. Hoe dan ook: blijkens vers 4b wordt de ziekte van deze man opgevat als een gevolg van zijn schuld. God laat hem de gevolgen van zijn verkeerde daden dragen:Wij zagen hem als een verstoteling,Door God geslagen en vernederd. Let op dat woord 'wij'. Hier is geen verteller aan het woord, maar een groep mensen. Zij kijken met afgrijzen naar die man en stellen hem hun kinderen tot voorbeeld: "Zo loopt het nu af met een mens die maar roekeloos zijn gang gaat." En dan gebeurt er iets bijzonders. Die mensen ontdekken iets. Ze komen erachter dat het anders zit. Wat blijkt? Die man is volmaakt onschuldig, vs 9b. Het is in werkelijkheid een dienaar van de HEER, 52:13; 53:11b. Het inzicht breekt door:De wandaden van ons allen liet de HEER op hem neerkomen. (vs 6b)Zo kijken deze mensen ineens anders naar die wegterende man, en naar zichzelf. Zij draaien de rollen om: niet hij is de fout ingegaan, maar wij.Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg. (vs 6a) Hoe komt die man zo getraumatiseerd? Vs 4:Hij was het die onze ziekten droeg, Die ons lijden op zich nam. Hoe dit te verstaan? In vs 10 geeft Jesaja de uitleg:Hij offerde zijn leven voor hun schuld.Dat wil zeggen: hier is iemand die in opdracht van God de gevolgen draagt van de zonden van Gods volk. Hij boet namens hen voor hun fouten en afdwalen. En daarmee worden zij voor een trauma behoed. Zie vs 5b:Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing.Die 'genezing' neemt de heel concrete vorm aan, dat Gods volk terug mag keren uit ballingschap - het grote thema van het tweede deel van het boek Jesaja. De mensen die in Jesaja 53 aan het woord zijn brengen zo hun eigen redding in verband met de boete die deze getraumatiseerde dienaar van de HEER volbrengt.
3. De Messias
Wie is deze man, deze dienaar? De Joden zijn al vroeg gaan vermoeden dat dit misschien de Messias is die komen zou. En dan komt Jezus. Hij lijdt en sterft onschuldig. Na zijn dood en opstanding gaat het zijn leerlingen dagen: is Hij soms die dienaar, die God ons geeft om het trauma te dragen van onze schuld? Heeft Hij soms zijn leven geofferd voor onze schuld? Heeft God Hem naar voren geschoven om in onze plaats te boeten? En dan breekt het evangelie door: "Mensen, de Messias is gekomen Die man die als een misdadiger gekruisigd is - Hij heeft ons trauma op zich genomen. Meer nog: Hij heeft het trauma van de gehele wereld op zich genomen. Nu kunnen wij weer leven. Onze schuld is gedragen, geboet. De HEER zegt:Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht, Hij neemt hun wandaden op zich." (vs 11b)Het evangelie van de lijdende HeerDit is het evangelie van de lijdende Heer. Ik leg enkele accenten. * Jesaja 53 is geen leerstuk, maar een belijdenis. Het evangelie dat Jezus de dienaar van God is die zijn leven voor onze schuld offert, wil ook bij ons een belijdenis worden. Het wordt een belijdenis, wanneer dat inzicht bij ons doorbreekt: Om onze zonden wordt hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Wij hebben het nog zo vaak trots en dwaas over onze 'rechten'. De lijdende Jezus herinnert ons echter aan de verkeerde dingen die wij gedaan hebben en die wij niet kunnen goedmaken. Hij toont ons het menselijk trauma, waaraan wij allen deel hebben. De lijdende Jezus wil ons tot inkeer en ootmoed brengen. * Dat God Jezus naar voren schuift om voor ons te boeten en ons trauma te dragen, is een betoon van Gods liefde. Hij wil dus niet dat wij eraan onderdoor gaan, aan onze schuld. Hij wil ons sparen. Hij verstoot ons niet. Liever verdraagt God zelf de traumatiserende gevolgen van de zonde, dan dat Hij ons eraan kapot laat gaan. Wil je weten of God van je houdt? Kijk naar de getraumatiseerde Jezus. Hij offert zijn leven voor jou.* In onze doop krijgt de belijdenis dat Jezus onze schuld gedragen heeft een bijzondere vorm. Aan de ene kant brengt de doop tot uitdrukking dat wij gereinigd zijn door het reinigingsoffer dat Christus heeft gebracht. Het water van de doop symboliseert dat wij door God tot brandschone mensen worden gemaakt, dankzij Christus. Aan de andere kant drukt de doop uit dat Christus voor ons ten onder is gegaan aan onze schuld. Ook dat wordt gesymboliseerd door het water van de doop: kopje ondergaan, erin omkomen. Daar staat tegenover dat het 'verrijzen' uit het doopwater de opstanding symboliseert. De doop beeldt uit dat wij met Christus sterven aan de zonde, om vervolgens met hem op te staan tot nieuw leven, Romeinen 6:3-5. Zo drukt de doop onze verbondenheid uit met de Heer die voor ons is bezweken aan het kwade, en ons doet delen in zijn opstandingsleven.* Het zit heel diep: het vermoeden dat onze ziekten en onze misère en onze dood onze eigen schuld zijn. Dat God zo aan ons onze zonde bezoekt. Ik zeg u in Christus' naam en om Christus' wil: dat is niet waar. Wij hoeven niet meer te boeten. Dat heeft Hij gedaan. Voor ons is leven weggelegd. Onze ziekten, onze misère en onze dood horen bij een oude wereld die bezig is te verdwijnen. Die oude wereld is taai en sterk. Maar hoe geteisterd ook door afbraak en ziekte, door trauma's en dood: niets kan ons scheiden van de liefde van God, die Hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, Romeinen 8:39. God heeft zich om Christus' wil met ons leven verzoend. Christus is in aantocht om de uitwerking van die verzoening gestalte te geven. Ons leven en de gehele wereld zal genezen worden - voorgoed.
Amen
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.