Preek over Lucas 15:20
2004-05-09 v.m.
Ds. A. van der Dussen
De rennende vader
Liturgie:
♪ Gezang 461
♪ Psalm 136:1, 2, 11, 13
♪ Gezang 434:1, 2, 5
Inleiding
Het gaat me vanmorgen niet om de belijdenis die de verloren zoon aflegt. Al helemaal niet wil ik de jongeren die zo meteen belijdenis doen met hem vergelijken, alsof ook zij vanmorgen ´thuiskomen´ na een lange zwerftocht. Nee, het gaat me bij de keuze van dit bijbelgedeelte om datgene wat er over de vader staat, namelijk dat hij zo´n enorm groot hart heeft. Ofwel: het gaat om de reden waarom je belijdenis zou doen. Waarom eigenlijk, ´ja´ zeggen tegen God? Waarom beloven dat je je leven met God wilt leiden? Toen deze jongeren en ik het daarover hadden bij de voorbereiding bij deze dienst, kwamen we hierbij uit:"Waarom? Omdat God zo´n groot hart heeft."
Dat wordt in deze gelijkenis op twee manieren aangeduid. De eerste is dat, nadat verteld is over de terugkeer van de verloren zoon, van de vader gezegd wordt:"Hij kreeg medelijden." Anders vertaald:"Hij raakte diep geëmotioneerd." En zeg nu niet:"Dat is een verhaal, een sentimenteel verhaal over een vader die verlangt naar z´n kind." Want het is meer dan een verhaal. Het is uitbeelding van wie God is. Ditzelfde woord wordt ook door de evangelist gebruikt als hij Jezus´ reactie beschrijft op de aanblik van een rouwstoet, waarbij een weduwe haar enige zoon gaat begraven, Lucas 7: 13. Het is kenmerkend voor Jezus dat Hij zo diep geëmotioneerd kan raken door mensen. Daarin laat Hij zien wie God is. God heeft een hart, een groot hart vol liefde. Op nog een andere manier wordt dat in de gelijkenis aangeduid. Het volgende dat van de vader verteld wordt is dat hij "op zijn zoon afrende." Lees daar niet overheen; het is ongewoon. In de wereld van het nabije oosten rent een oudere man niet. Nooit. Dat is beneden zijn waardigheid. Het is dan ook de omgekeerde wereld. De zóón had moeten rennen. De vader had hem dan in alle waardigheid kunnen opwachten. Maar deze vader stoort zich nergens aan. Met wapperende haren en fladderende jaspanden rent hij op zijn zoon af om hem - in zijn armen te sluiten. En weer mag gezegd worden: zo is God. Hier wordt het beeld verstoord van een God die eerbiedwaardig op zijn troon zit. De God die door Jezus vertegenwoordigd wordt, komt van zijn troon af. Hij gedraagt zich soms niet erg koninklijk. Hij bekommert zich niet om zijn waardigheid. Hij trekt op mensen aan, en wat voor mensen: zieke mensen, lelijke mensen, mislukte mensen, wilde tieners, stokoude mensen. Die rennende vader - dat is God, die in de persoon van Christus van zijn troon afkomt en bij vlagen niets koninklijks meer heeft, omdat het allerbelangrijkste voor Hem is dat Hij van mensen houdt. Daarom is een mens christen, en geen moslim, of atheïst, of niks. Omdat Jezus op deze aarde heeft rondgelopen en liet zien wie God is. Daarom doe je belijdenis, omdat de waarheid van dit verhaal je gegrepen heeft:"God is mijn Vader. Hij heeft een groot hart. Hij is bereid zeer onkoninklijke dingen te doen omdat Hij van mij houdt." Expres zeg ik het zo: de waarheid van het verhaal heeft je gegrepen. Het zwaartepunt bij belijdenis doen ligt niet bij jouw besluit om iets met God te doen. Het gaat erom dat je gegrepen wordt door Zijn liefde. Ja, en dat doet natuurlijk wel iets met je. De verloren zoon wordt niet pas zoon als hij zo welkom geheten wordt. Maar de aard van de relatie tot zijn vader verandert. En de oudste zoon is niet minder zoon dan de jongste. Maar de aard van zijn relatie tot de vader is anders, ondieper, killer. In die zin is ´belijdenis doen´ toch wel een mijlpaal. Je wordt vandaag niet Gods kind; dat was je allang! Maar als je belijdenis doet zeg je:"Nu weet ik wie God is: een Vader met een ontzaglijk groot hart." En dat doet wat met je - dat kan niet anders. Nog één ding. Soms erváár je het als christen dat God zo is. Dat is fijn. God biedt je ook speciale gelegenheden aan om het te ervaren. Ik denk aan het avondmaal: dan richt God voor jou net zo´n feestmaal aan als voor de verloren zoon. Benut het avondmaal om je door Hem te laten beminnen. Maar kijk er niet raar van op als er ook wel eens tijden zijn dat je die ervaring mist. Zo gaat dat in het christelijk leven. Wat je dan te doen staat is: geduldig te blijven luisteren naar de verhalen uit de Bijbel. Uiteindelijk putten wíj onze kennis van God niet uit onze ervaring. De ervaring kan hooguit bevestigen wat wij horen. Want waar het om gaat is dat Jezus zegt:"Luister. Ik zal jullie vertellen wie God is." Luisteren naar Jezus, heel je leven lang. Dat is het abc van belijdenis doen.
Amen
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.