Preek over Lucas 12:13-21

2003-11-09 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Hebben

Liturgie:

♪ Psalm 67
♪ Gezang 358: 1
♪ Gezang 350
♪ Psalm 145: 3, 5

1. Hebberig

Hebben – daar draait het om in onze samenleving. Toch? Een goeie baan, een goed inkomen, een mooi huis. Niks mis mee natuurlijk. Toch klinkt het niet goed als je van iemand zegt: "Die is hebberig." Dan wordt het hebben te belangrijk. Wees eens heel eerlijk tegenover jezelf: ben jij hebberig? Jezus zegt: "Kijk uit met dat willen hebben. Want denk niet dat als je hebt, dat je dan leeft (vs. 15). Zou dat kunnen, dat je wel veel hebt, maar dat je niet leeft? En zou dat kunnen, dat God dan tegen ons zegt: "Wat zijn jullie ontzettend dom geweest!", net zoals Hij tegen de rijke man in de gelijkenis zegt "Jij dwaas!" (vs. 20) Het gebeurt niet zo vaak dat in een gelijkenis God zelf het woord neemt. Jezus maakt op deze manier duidelijk dat het nu echt opletten geblazen is. Hebberigheid kan enorme gevolgen hebben.

2. Hebben maakt eenzaam

God spreekt dat vernietigende woord aan het eind van het leven van die rijke man: "In deze eigen nacht wordt uw ziel van u afgeëist." (vers 20) Hier zit wel zoiets als het laatste oordeel in, de grote verantwoording. God zegt daarmee als het ware: "Het is nu de tijd om de balans van je leven op te maken. Ik ga vaststellen wat je van je leven gemaakt hebt." Dat is spannend. Hebben jullie daar wel eens aan gedacht, dat een keer de balans wordt opgemaakt? En dat je dan geen herkansing krijgt? En dat God dan grote woorden kan spreken? Gods eindoordeel is in dit geval vernietigend. In het Nieuwe Testament komen vier woorden voor 'dwaas' voor. Dit is een van de sterkste. Het leven van de man overziende zegt God: "Wat ben jij ongelooflijk dom bezig geweest." Waarom? Omdat hij gespaard heeft? Nee hoor, dat kan heel verstandig zijn. Kijk maar naar Jozef in Egypte: die bouwde ook schuren om de overvloed aan graan op te slaan, en dat was een uitstekende gedachte: toen de hongersnood uitbrak kwam het maar wat goed van pas! De man hier is in Gods ogen zo dwaas, omdat hij – anders dan Jozef – het graan voor niemand heeft opgeslagen. Zie vs. 20: "Wat gij gereedgemaakt hebt, voor wie zal het zijn?" Deze vraag van God sluit aan bij de manier waarop Jezus de man geschetst heeft: hij is helemaal alleen. Zie bijvoorbeeld vs. 17: "Hij overlegde bij zichzelf." Dat woord 'overleggen' heeft normaal gesproken betrekking op meerdere mensen. Letterlijk betekent het 'een dialoog aangaan'. Deze man gaat een dialoog aan – met zichzelf. Hij heeft niemand om de zaak mee te bespreken. Hij is akelig vertrouwd met het woord 'ik': Wat moet ik doen… ik heb geen ruimte … dit zal ik doen… ik zal afbreken en bouwen… ik zal bergen… ik zal zeggen…Deze man is met zichzelf alleen. Hij heeft het ook over mijn vruchten, mijn schuren, mijn goederen, mijn ziel. Tjonge, wat heeft die man veel! Maar met al dat hebben is hij intussen ook erg eenzaam. Zou dat misschien samenhangen? Zou het misschien zo zijn, dat hebben eenzaam maakt?

3. Relaties

De aanleiding voor Jezus om deze gelijkenis te vertellen is in elk geval, dat iemand niet meer met zijn broer in harmonie leeft. Ze hebben on–enig–heid over de erfenis. Deze man vraagt aan Jezus te regelen dat hij zijn deel krijgt. Let wel: hij vraagt niet aan Jezus om het conflict op te lossen. Hij is niet in zijn broer geïnteresseerd, maar in het geld. Het hebben is voor hem belangrijker dan de relatie. Dat is dan ook de reden, dat Jezus afwerend reageert. "Mens, wie heeft mij tot rechter of 'verdeler' over u aangesteld?" Jezus wil zeggen: Ik pas ervoor om verdeeldheid te brengen." Jezus vindt relaties belangrijker dan hebben. Daarom vertelt hij de gelijkenis van die eenzame rijke man. En daarom vindt God bij het opmaken van de balans die man zo vreselijk dom: "Man, nou heb je alles, maar je kunt het met niemand delen. Wat heb je dan ongelooflijk arm geleefd!" Hoe doen wij dat? Waar investeer jij in? In 'hebben' of in 'relaties'? Samen delen wat van jou is – kun je dat? Geld moet rollen om gemeenschap te stichten. We kunnen zulke fantastische dingen doen met geld. Niet eenzaam hebben, maar samen delen.

4. Niet hebben, maar krijgen

Kijkend naar die eenzame rijke man besluit Jezus met de woorden: "Zo vergaat het hem, die voor zichzelf schatten verzamelt, maar niet rijk is in God." Letterlijk luidt de tegenstelling: "voor zichzelf schatten verzamelen en niet zich verrijken voor God." Hij denkt aan al die vruchten. Hoe kwam die man daar aan? Ze groeiden op het land, als een geschenk van God. Het was In Israël de gewoonte om een deel van die vruchten terug te geven aan God. Deze man geeft niks terug. Hij is in zijn eenzaamheid ook afgesloten van God. Jezus zegt: het begint ermee dat je erkent dat het allemaal niet van jou is maar van God. We hebben niks; we krijgen alles. Als je daarbij leeft, wordt het gemakkelijker om te delen. Want voor wie laat God het allemaal groeien? Toch niet voor jou alleen?

5. De goede boodschap

Jezus vertelt het verhaal over dat eenzame, mislukte rijke leven om de man die in conflict leeft met zijn broer te waarschuwen: "Pas op, zo niet!" Wat een zorg zit daarin. Hij wil hem behoeden voor vergelijkbare dwaasheid. Proef diezelfde zorg vanmorgen, broeders en zusters, jongelui. Jezus ziet niet graag dat wij ons zo vastbijten in het hebben dat God straks het hoofd om ons moet schudden. Hoor de goede boodschap in deze woorden. Luister hiernaar. Doe er wat mee! Jezus houdt teveel van ons dan dat Hij ons laat vastlopen in de hebberigheid.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.