Preek over 2 Samuel 1

2003-10-19 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Uw Koninkrijk kome

Liturgie:

♪ Psalm 105:1
♪ Psalm 89:14, 15, 18
♪ Gezang 294

Inleiding

Verbazingwekkend. Hoe zou jij reageren als die pestkop die jou het leven vergalt, eindelijk in de kraag gegrepen wordt en een flink pak slaag krijgt? Zou je het sneu voor hem vinden? Of zou je er vrolijk van worden en opgelucht reageren: "Die krijgt tenminste zijn verdiende loon!"? Het laatste ligt voor de hand. Zo had het voor de hand gelegen dat David een loflied zingt als hij hoort van de dood van Saul, zijn aartsvijand: "Eindelijk is hij geveld, de tiran, de waanzinnige, die zoveel ongeluk te weeg heeft gebracht. God heeft mij, arme, achtervolgde David, nu dan toch recht verschaft." Maar nee. David reageert niet opgelucht. Hij zingt een klaaglied. Dat wil zeggen: hij bezingt Sauls dood als een verlies, een zware slag. David rouwt. Hij zegt helemaal niks lelijks over Saul, terwijl hij toch zo onder diens haat geleden heeft. Hij toont geen spoor van leedvermaak, van triomf, van opgekropte haatgevoelens. Deze dag, dat zijn vijand het onderspit delft, is voor hem een zwarte dag. Verbazingwekkend. Of toch niet?

1. Jonatans liefde

Nee, ergens ook weer niet. Natuurlijk is dit een zwarte dag voor David: zijn vriend Jonatan is op deze dag gestorven! Zijn vriend? Dat is zwak uitgedrukt. David heeft ongewoon veel van deze zoon van Saul, gehouden. Aangrijpend klinkt het in vers 26:Jouw dood drukt zwaar op mij, mijn broeder Jonatan, Jij was mij zo dierbaar; jouw liefde verrukte mij meer dan de liefde van vrouwen.Hadden David en Jonatan soms een homoseksuele relatie? De tekst suggereert iets anders. Letterlijk staat er: "Jouw liefde was voor mij wonderbaarlijker dan de liefde van vrouwen." Dat wil zeggen: de liefde van Jonatan was van een andere orde dan die van vrouwen, er niet mee te vergelijken. De zinnelijkheid waarvoor David bepaald gevoelig was – zie de geschiedenis van Bathseba – speelde bij de vriendschap tussen David en Jonatan juist géén rol. Dit was een ander, een ongewoner verhaal, het verhaal van een uitzonderlijk innige verbondenheid tussen twee mannen die juist ertoe bestemd leken elkaars concurrenten te zijn. Het had voor de hand gelegen dat Jonatan als troonopvolger in David een bedreiging had gezien. Maar hij had zich, tot woede van zijn vader, juist vierkant achter David gesteld. Dat is het wonderbaarlijke van zijn liefde. Daarom is dit inderdaad een zwarte dag voor David: Jonatan is dood.

2. Oorlogshelden

Nu bezingt David niet alleen Jonatans liefde maar ook zijn kwaliteiten als oorlogs–held, vs 22a. Daarin vormt Jonatan een span metSaul, vs 22b: het waren allebei oor–logshelden. Dat is het refrein van dit klaaglied over Saul en zijn zoon Jonatan, vs 17:Hoe zijn de helden gevallen (vs 19, 25,27)Hier kun je een antwoord op de vraag, hoe David toch zo over Saul kan rouwen, op het spoor komen. Wat je ook van Saul kon zeggen: het was een oorlogsheld. Zijn leven lang heeft de man gevochten tegen Israëls vijanden, in het bijzonder de Filistijnen, I Samuël 14:47–52. Als koning en als kroonprins hebben hij en zijn zoon Jonatan immens veel voor Israël betekend. Zie ook vs 24: Sauls heroïsche gevecht tegen Israëls vijanden heeft welvaart gebracht. En daarom is dit een inktzwarte dag: het verhaal van Sauls koningschap eindigt met een grote overwinning voor de Filistijnen. Sauls levenswerk is op deze dag teniet gedaan!! Dat reusachtige drama is het wat David op deze dag in de eerste plaats bezig houdt, niet zijn persoonlijke situatie. Zie vs 20: David verdraagt de gedachte niet dat het als een goede boodschap, een evangelie (vgl. I Samuël 31:9) rond gaat in de straten van de Filistijnse steden Gat en Askelon, dat Israëls koning en zijn zonen verslagen zijn. Daarom is dit niet de dag om aan zijn eigen lijden en aan zijn nieuwe perspectieven te denken. Dit is voor zijn volk een rampdag. Om Israël gaat het, vs 19, en daarom moet dit lied ook in de huizen van al die Joodse mensen gezongen worden, vs 17.

3. Gods Koninkrijk

David toont zich in dit klaaglied een groot mens. Groot is het, als je je eigen privé–situatie tussen haken zet en bewogen bent over het veel grotere drama dat het levenswerk van Israëls eerste koning zo jammerlijk mislukt is. Later zien wij David op zijn kleinst, als hij als koning het vechten tegen Israëls vijanden aan anderen overlaat en zichzelf in een liefdesrelatie tot Bathseba stort, II Samuël 11. Dan gebeurt het omgekeerde: dan maakt hij alles ondergeschikt aan zijn privé–situatie. Hier vinden wij David op z´n best: als een man die dat het allerergste vindt: dat Gods Koninkrijk instort. Daarin lijkt hij op Jezus, voor wie in nog sterkere mate geldt dat dat ene Hem voor alles bezig houdt, zo dat Hij zijn eigen leven daaraan totaal ondergeschikt maakt: dat Gods Koninkrijk komt. En nu vraag ik u en jullie, of hier niet harde noten gekraakt worden over onze manier van mens– en christen–zijn. Komt dit lied niet daarom verbazingwekkend op ons over, omdat wij er zo aan gewend zijn geraakt om onze privé–situatie tot norm te maken van alles? Ik zie het in de politiek gebeuren. De meeste mensen kijken niet naar wat het algemene belang dient, maar wat in hun privé–situatie voordelig is. Ik zie het ook in de kerk gebeuren: de tendens om strikt privé te vragen: "Wat komt mij goed uit?" – niet: "Wat is goed voor de hele gemeenschap?" Ik zie het zelfs op geloofsgebied gebeuren: de neiging om God strikt te betrekken op jouw privé–situatie, zo, dat alles gaat draaien om God en de ziel. Alsof God niks met het milieu te maken heeft, en met de cultuur, en met de ontwikkelingen in deze wereld. Ik wil u en jullie oproepen om verder te kijken dan je privé–leven. Een klein voorbeeldje. De economische malaise wordt voelbaar, ook in je eigen portemonnee. Voor sommigen is dat heel sterk voelbaar. Dat is niet niks. En toch – er is meer dan dat. Indirect schaadt de economische malaise ook de voortgang van het Koninkrijk van God. Het Nederlands Bijbelgenootschap laat weten dat de verspreiding van bijbels gaat haperen, doordat de mensen minder geld kunnen geven. Laten wij alstublieft niet alleen met onze privé–problemen bezig zijn, maar ook daarmee. Ons dagelijks brood is belangrijk – absoluut! En toch zet Jezus op de eerste plaats de beden: "Uw Naam worde geheiligd; w Koninkrijk kome." Dat is ten diepste Davids zorg geweest op die zwarte dag: Gods Koninkrijk stort in; zijn naam lijdt schade. Het is uitgerekend daarom dat God met David verder kan en wil gaan, na Saul, zoals het ook uitgerekend om die fatale privé–geschiedenis met Bathseba is geweest dat ook David mislukte als koning. Davids klaaglied om de helden die gevallen zijn zet de toon voor waarlijk christelijke bewogenheid: "O, Gods Koninkrijk, hoe wordt dat bedreigd en geschaad in deze wereld, in deze tijd." Alleen waar die bewogenheid ons karakteriseert, bevinden wij ons werkelijk in de navolging van Jezus.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.