Preek over Hebreeën 10:32-34 en Hebreeën 13:11-16

2003-03-23 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Heimwee

Liturgie:

♪ Gezang 284
♪ Psalm 119: 64
♪ Psalm 96: 3, 6, 7

Inleiding

Vanmorgen gaat het over ´heimwee´. Dat thema heb ik gekozen onder de indruk van de deze week uitgebroken oorlog. Het strijdtoneel is ver weg; de gebeurtenissen raken verreweg de meesten van ons niet persoonlijk; in zekere zin gaat het leven voor ons heel gewoon door. Niettemin: het doet wat met mensen; het houdt mensen bezig; ze voelen er zich ongelukkig bij. Dat geldt niet alleen die mensen die gisteren tegen de oorlog gedemonstreerd hebben. Ook diegenen, die tot de conclusie zijn gekomen dat de Amerikanen en de Britten terecht ervoor gekozen hebben om tegen Irak ten strijde te trekken, zijn veelal aangeslagen en bezorgd. Met het oog op die gevoelens preek ik vanmorgen over heimwee, het verlangen naar een thuis dat je in deze onveilige wereld maar niet vindt.

1. Jezus was vreemd aan deze wereld

De brief aan de Hebreeën karakteriseert christenen als mensen die in deze wereld te gast zijn, en dus: niet thuis. Dat heimwee hóórt volgens deze brief bij christenen. Hoe dat zo? Omdat onze Heer zelf in deze wereld zijn draai niet vond. Zie vers 12: Hij heeft buiten de legerplaats geleden. Voor Hem was geen plaats in Jeruzalem. Buiten de stad lag Golgotha; daar vond Hij zijn einde. De schrijver herkent daar iets in van de wetgeving van Mozes: werd het lichaam van zondoffers ook niet buiten de legerplaats verbrand, vs. 11? Jezus paste niet in deze wereld en heeft als een uitgestotene het offer van zijn leven gebracht. Wie bij Hem horen zullen delen in dat ´er niet in passen´, vers 13: ook wij vallen als het ware ´buiten de legerplaats´. Ons toebehoren aan Christus is er de oorzaak van, dat wij in deze wereld niet een blijvende stad vinden. Achter Hem aan zijn wij op weg naar zijn eigen stad, het nieuwe Jeruzalem, 12:22.

2. De omkering

Zo is het de bedoeling dat wij als christenen leven in heimwee naar de stad van Christus. Maar de praktijk is vaak anders. Er vindt een omkering plaats: "Wij hebben hier de blijvende stad en verliezen onze interesse in de toekomende." Die omkering is in de laatste honderd jaar enorm gestimuleerd. "Voel je thuis!" was het parool. En alles wat stoorde werd weggemoffeld, in de eerste plaats de dood. Het gevoel kwam op dat wij de blijvende stad zelf kunnen bouwen en realiseren.

3. De ontnuchtering

Zo´n oorlog als die welke nu gevoerd wordt heeft een ontnuchterende uitwerking. Het is alsof wij met beide benen terug op de grond komen: deze wereld is minder ons thuis dan we dachten. Ik hoor het de laatste tijd regelmatig: van jongeren, van dertigers, van ouderen. Een gevoel van onvrede grijpt om zich heen: dit is het toch niet. En zo worden we als het ware toe gedreven naar Jezus zelf, die ons buiten de legerplaats om zo te zeggen opwacht. Worden wij er rijp voor gemaakt om radicaler dan tot nu toe onze cultuur, onze leefwereld te relativeren, en ons te richten op zijn eigen stad? Voedt God expres ons heimwee naar zijn wereld, om ons dichterbij Jezus te krijgen, die buiten de legerplaats geleden heeft? Laten we bedenken dat we met dat gevoel van teleurstelling ´dit is het niet´ ook ándere kanten kunnen opgaan. Bijvoorbeeld: cynisme. Wrokkig en bitter dit een rótwereld vinden. Of: oogkleppen op. Er van maken wat er van te maken valt. Dansen en feesten op de vulkaan, zolang hij niet tot een uitbarsting komt. Wat biedt Jezus zo gezien een veel positievere weg. Wat wordt zijn traject interessant. Altijd al nam Hij afstand en ging Hij zijn eigen weg, op naar Gods stad. Het christelijk geloof biedt een buitengewoon interessant antwoord op die ontnuchtering: achter hem aan de blijvende stad zoeken. Let op dat woord ´zoeken´. Daar zit actieve gerichtheid in. Dat is niet: afwachten tot het zover is. Nee, veel positiever: op weg gaan. Op huis aangaan! Dat ís er! Jezus wijst ons de weg!

4. Verantwoordelijkheid

Intussen betekent dat niet dat je je afwendt van deze wereld. Als je langdurig bij mensen te gast bent, draai je toch ook mee in het huishouden? Dan help je bijvoorbeeld bij de afwas: je voelt je medeverantwoordelijk voor de gang van zaken. De wetenschap dat je er tijdelijk bent ontslaat je niet van de verplichting om de handen uit de mouwen te steken. Zo is het niet in strijd met ´te gast zijn in deze wereld´ om verantwoordelijkheden op te pakken. Integendeel, het gaat niet aan om er in naam van Jezus je handen van af te trekken. Ook een stad die niet blijvend is moet wel op orde worden gehouden. Zo gezien staat dat heimwee je zelfs niet in de weg om actief te zijn in de politiek. In principe moet het zelfs mogelijk zijn om als navolger van Christus president te zijn van Frankrijk, of de Verenigde Staten. Maar vanzelfsprekend is dat niet. Want kun je dan nog voldoende relativeren? Kun je dan nog zeggen: "We doen ons best, maar het echte, waar je je op aarde helemaal bij thuis kunt voelen, dat leveren we u niet!"? Het lijkt erop dat de president van de Verenigde Staten op dit moment te weinig relativeert. Aan Irak wordt na het tijdperk Saddam Hussein een hemel op aarde beloofd. Maar dat maakt nu juist veel mensen, niet in de laatste plaats de moslims, zo kwaad. Want bij die veelgeroemde Amerikaanse democratie hoort ook de import van de porno-industrie, en het denken in geld, en al die geweldfilms. "Hou die rommel alsjeblieft!" zegt de Islam, en heeft ze geen gelijk? Nogmaals, er zijn christenen die op goede gronden en met kennis van zaken tot de conclusie komen, dat de Amerikanen en Britten terecht ten strijde zijn getrokken. Hun mening is te respecteren. Misschien was het onder de gegeven omstandigheden de beste keuze. Maar verdonkeremaan niet dat deze oplossing bij lange na niet voldoet en ook niet kán voldoen. Ook de Westerse cultuur is bij lange na niet het huis waar een mens uiteindelijk de eeuwige rust in vindt. Christus heeft ook buiten de poorten van Washington geleden. Zou het niet heel christelijk zijn om dat tegen de Islam te zeggen: dat wij, westerlingen, leven van het offer dat Christus buiten onze poorten gebracht heeft? En om vervolgens in zijn spoor kritisch te zijn tegen onszelf en onze eigen zondigheid?

5. Verantwoordelijkheid in heimwee

Ik rond af. Het gaat dus samen: achter Christus op huis aan gaan, en intussen de voorbijgaande stad zo goed en zo kwaad als dat gaat op orde houden. Het zou wel eens kunnen zijn dat dat de beste houding is om positief te blijven in deze wereld. Als dit de blijvende stad moet zijn, verlies je de moed. Als er helemaal geen blijvende stad is, ook. Maar als we het perspectief hebben dat de lijdende Christus voor ons uitgaat op weg naar het hemelse Jeruzalem, dan is het te dragen dat we hier géén blijvende stad hebben. Dan word je weerbaarder tegen de onvolkomenheid van deze wereld, tegen de dood ook. Vgl. 10:34: je kunt de roof van je bezit aanvaarden wanneer je weet hebt van een beter en blijvend bezit. Zo drijft deze tijd van oorlog ons toe naar de lijdende Jezus. Hij is ons baken in een woelige zee. Hij geeft ons hoop op een eeuwig thuis, bij God, in de verzoening van al het kwaad dat aan onze handen kleeft.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.