Preek over Matteüs 5:13-16

2002-07-21 v.m.

Ds. A. van der Dussen

Missionair zijn met daden

Liturgie:

♪ Psalm 123:1
♪ Psalm 111:1, 2
♪ Gezang 350
♪ Gezang 481
Geloofsbelijdenis

1. De missionaire betekenis van het diaconaat

Het is opvallend dat de Here met de bekende typeringen van zijn volgelingen als ‘het zout der aarde’ en ‘het licht der wereld’ speciaal denkt aan hun goede werken, vers 16. Als de mensen die zien zullen ze de hemelse Vader van zijn discipelen verheerlijken, zo zegt Hij toe. Met andere woorden: de praktijk van het christelijk leven, daar gaat het om bij het beantwoorden aan je bestemming om het licht der wereld te zijn. Goede werken, die vormen de uitstraling die de mensen naar God toe wijst. Het is belangrijk om te weten dat zo het diaconaat van de gemeente ook werkt. Wij weten uit de kerkgeschiedenis dat de eerste christenen in het bijzonder zoveel toeloop kregen doordat zij opvielen door hun diaconale activiteit: ze bewezen mensen liefdediensten. Die strekten zich uit naar de gemeenteleden, maar ook naar buiten. Het onderlinge liefdebetoon was zo opvallend, dat een fervente bestrijder van het christendom (Celsus) kon zeggen: “Kijk eens hoe lief die elkaar hebben.” Maar misschien nog wel opvallender was dat de eerste christenen dingen oppakten die anderen lieten liggen. “Zo zorgden gemeenteleden voor de begrafenis van lichamen van zeelui, aangespoeld aan de Italiaanse kusten. Ze waren voor verwanten onbereikbaar en bleven dus liggen. Christenen hebben geholpen in tehuizen waar de pest heerste en waar behalve de allernaaste bloedverwanten, uit angst voor besmetting, niemand binnen durfde te gaan.” Juist dit werk trok gemeenteleden aan en deed de gemeenten groeien ondanks de vervolging. Wat een bezieling spreekt daaruit; wat een concrete navolging van Christus. De kerk was nog niet verburgerlijkt!

2. Bonhoeffer

Het is opvallend dat in de moderne tijd veel aandacht is geschonken aan deze missionaire strekking van het diaconaat. Het evangelie verkondigen aan de wereld, niet zozeer door woorden als wel door goede werken: niet weinigen raakten ervan overtuigd dat dát de weg was. Want wat zeggen woorden over ‘redding’ en ‘behoud’ als er geen concrete hulp is in geval van grote sociale nood? De kerk heeft zich met al haar gepreek alleen maar ongeloofwaardig gemaakt, wanneer het aan sociale bewogenheid ontbrak. Denk maar weer aan de oprichter van het Leger des Heils, William Booth, met zijn leus ‘soup, soap and salvation’! Het diaconaat is onontbeerlijk als wij willen beantwoorden aan onze bestemming om het licht der wereld te zijn. Een van de mensen die dat radicaal naar voren hebben gebracht is de Duitse theoloog en verzetsstrijder Dietrich Bonhoeffer. Van hem is de beroemde uitspraak “Men heeft geen recht om gregoriaans te zingen als men niet schreeuwt voor de Joden.” Hij gaat trouwens nog verder. Bonhoeffer is erg bezig geweest met de vraag, hoe je volslagen onreligieuze mensen de betekenis van Christus moet bijbrengen. Zulke mensen hebben absoluut niet het gevoel dat zij Christus of God nodig hebben. Zonder God gaat het prima! Moet je ze dat uit hun hoofd praten en ze een probleem aanpraten? Bonhoeffer vindt dat niet netjes en ook niet eerlijk. Hij is ervan overtuigd dat het evangelie een diepe zin heeft voor de mensen, maar merkt tegelijk op dat al die grote woorden ‘niks meer zeggen’. Zijn oplossing is: zwijg als kerk. Het evangelie is te kostbaar om op te dringen. Veel beter is het om er niet mee te koop te lopen. Als dat gebeurt, zal er een tijd komen dat de wereld ernaar gaat vragen. Zo zei hij: “Daarom moeten de vroegere woorden krachteloos worden en verstommen en ons christen-zijn zal tegenwoordig nog maar in twee dingen bestaan: in bidden en het doen van rechtvaardige dingen onder de mensen.” Christenen moeten stilletjes hun gang gaan en rustig wachten tot de tijd komt dat er nieuwe woorden zullen worden gevonden om zinvol van God te spreken. (Gedanken zum Tauftag von D.W.R. mei 1944)

3. Verborgen

Bonhoeffer heeft deze gedachten, die hij in brieven vanuit de gevangenis onder woorden heeft gebracht, niet kunnen uitwerken. Daardoor zijn veel vragen die aan hem te stellen zijn onbeantwoord gebleven. Ook is er in de ruim zestig jaren die verstreken zijn sinds hij deze dingen schreef, veel gebeurd. Denk aan de enorme plaats die de religie van de Islam blijkt in te nemen. Hoe zou Bonhoeffer daarop gereageerd hebben? Ook zie je dat heden ten dage er inderdaad mensen zijn, die geheel onbevangen vragen naar zin en betekenis van het christelijke geloof: zij hebben in hun opvoeding inderdaad niets meer mee gekregen van het christelijke geloof. Verheugend is het te merken dat zo de tijd die Bonhoeffer verwachtte, af en toe dus lijkt aan te breken. Hoe dat ook zij: hij heeft dingen gezegd waar we nog steeds niet omheen kunnen. Hij heeft duidelijk gemaakt dat in de moderne tijd de prediking van het evangelie problematisch is geworden: velen ervaren God en godsdienst als overbodig, waardoor de religieuze taal als zodanig voor velen onverstaanbaar is geworden. Hij heeft ook terecht gezegd dat het geloof te kostbaar is om aan mensen op te dringen. Je hoeft zijn voorstel om in het publieke leven maar over God en Christus te zwijgen niet letterlijk op te volgen om toch te begrijpen dat er wat in zit. Doen ouders niet hetzelfde tegenover hun kinderen die niets van het geloof moeten hebben? Dan komt er toch een tijd dat je maar beter kunt zwijgen? De verschuiving naar een stil en verborgen christen-zijn, in afwachting van tijden dat weer naar het evangelie gevraagd zal worden, is te meer te overwegen daar de Here Jezus zelf pleit voor diaconaat ‘in het verborgene’, Mattheüs 6:1-4. De Farizeeën gaven hun aalmoezen demonstratief. Ze vestigden de aandacht op zichzelf. Ze waren opzichtig. Dat is ook voor Jezus’ volgelingen een valkuil. Het ware diaconaat wordt gedaan, niet om de aandacht op jezelf te vestigen, maar in pure liefde voor de mensen voor wie je het doet. De Farizeeën zijn met zichzelf bezig. Jezus wil dat wij totaal niet met onszelf en ons ‘image’ bezig zijn. Die woorden hebben wij ons aan te trekken. De kerk heeft in deze tijd de neiging erg met zichzelf bezig te zijn en met haar image. Als je vanuit die houding goede dingen gaat doen, bén je niet het licht der wereld. Bonhoeffer heeft gelijk: er zit inderdaad iets vreemd ‘verborgens’ aan het licht der wereld. Wat Jezus hier zegt, houdt in dat wij zonder ons zorgen te maken over het effect van ons handelen en christen zijn diaconaal zijn. Alleen dan, wanneer wij werkelijk gericht zijn op mensen in nood, en niet opzichtig bezig zijn, zullen wij opvallen. Hoe waar is dat in deze tijd van reclame, waarin het maar om één ding gaat: opvallen!

4. Het belang van diaconaat

Maar dan zal het erom gaan dat wij ons als christenen en kerk ook echt toeleggen op rechtvaardigheid. Daar ontbreekt het nogal eens aan. We zouden ons door Bonhoeffer bevestigd kunnen voelen: “Zie je wel, we hoeven helemaal niet naar buiten te treden!” Wat zouden we hem dan slecht begrepen hebben. Nee, we zijn als kerk beslist te veel met onszelf bezig, hetzij zelfgenoegzaam, hetzij nerveus onzeker over onze rol in de samenleving. Maar onverminderd klinkt het woord van Jezus: “Gij zijt het licht der wereld.” Wat heilzaam is het om daar in elk geval ook een diaconale invulling aan te geven. Doe, in het verborgene, goeie dingen met je geld. En als je niet veel geld hebt maar wel tijd: doe goeie dingen met je tijd! Schrijf via Amnesty International of Open Doors woorden van bemoediging voor mensen die gevangen zitten! Ontwaak uit de sluimer van verveling en ontwikkel visie, net zoals de eerste christenen verrassend te werk gingen vanuit de visie, dat we in deze wereld geplaatst zijn om tot een zegen te zijn, in heel concrete daden.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.