Preek over Lucas 2
2001-12-25 v.m.
Ds. A. van der Dussen
Voor herder in de wieg gelegd, Kerst 2001
Liturgie:
Voor herder in de wieg gelegd
(Gaap)
Sorry hoor, maar ik heb vannacht ook geen oog dicht gedaan. Ja,
ik weet het: zo´n gaap is onfatsoenlijk. Ik hoor het mijn moeder
nog zeggen: "Jonathan, hand voor je mond!" Maar ja, in mijn
beroep ben je zo weinig onder de mensen dat je je goede manieren
gauw verleert. Begrijp me niet verkeerd: zo onbehouwen zijn wij
herders nou ook weer niet! Er gaan praatjes dat we zo´n beetje
halve criminelen zijn. Onzin. Oké: we zijn wat grof in de mond en
niet zo beschaafd, maar we deugen wel! Mijn vader zei altijd: "Denk
er goed aan, Jonathan: koning David is als herder begonnen." Dat
heb ik altijd onthouden...
(Gaap)
Nee, die nacht is me niet in de kouwe kleren gaan zitten. Ik ben me
werkelijk een ongeluk geschrokken. Toen het vol engelen om me heen
stond, dacht ik: "Dit is het eind van de wereld." Achteraf denk je:
"Heb ik soms gedroomd?" Maar als ik m´n kuiten voel weet ik zeker
van niet! Tjonge, wat heb ik hard gelopen vannacht. In tijden heb ik
zo hard niet gelopen. De laatste keer was dat er een leeuw
tevoorschijn kwam die het op mijn schapen gemunt had. Ja, toen
heb ik ook ontzettend hard gelopen. Maar vannacht was het een
heel stuk verder: helemaal naar Bethlehem, en dan niet in looppas,
maar rennen! En gek hè: allemaal. Ruben ook, en die is toch al een
dagje ouder. Met z´n vijven renden we naar Bethlehem. Vijf
volwassen kerels op zoek naar een baby...
Lang geleden dat ik zelf voor het laatst vader werd. Hoe lang is het
eigenlijk geleden, dat onze jongste geboren werd? Eens kijken:
Benjamin, die is nu twintig. Twintig jaar geleden stond ik zelf met
zo´n wurm in m´n handen. Moet je nou eens kijken: ´t is intussen
een boom van een vent, een kop groter dan ik. Maar om nou te
zeggen dat ik trots op hem ben... Hij heeft zich bij het verzet
aangesloten. Hij vertelt er niet veel over, maar laatst zag ik dat hij
een zwaard onder z´n kleren verstopte. Benjamin verwacht het van
geweld tegen de Romeinen. Hij heeft bloed aan zijn handen. Oké, ik
weet het, Romeins bloed, maar toch... Maar of geweld iets oplost??
Twintig jaar... Hoe zou het over twintig jaar met die baby van
vannacht zijn? Hé, ik ben vergeten te vragen hoe ze ´m gaan
noemen. Ach, we hebben dat jonge stel ook overvallen. Ik zie nog
dat meiske naar ons kijken met die grote ogen. Hoe heette zij ook
... Mirjam. Die zal zich de bevalling anders voorgesteld hebben. Een
baby in een voerbak. Dat zal trouwens niet toevallig geweest zijn
dat die engel dat tegen óns kwam zeggen. Wat hebben
burgermensen met voerbakken... Wij wisten natuurlijk meteen waar
we het zoeken moesten. Gek hè: door die voerbak had ik net het
gevoel alsof dat kind er een van ons was. Dat zei Ruben vanmorgen
nog: "Dat kind is voor herder in de wieg gelegd." Ja, als dat geen
herder wordt...
Maar dat dacht ik van onze oudste ook. Nee, die lag als baby niet
in een voerbak. Maar ik heb wel altijd gedacht dat ie ook herder
zou worden. Maar och, wat heeft die het hoog in het hoofd, onze
Simeon. Schriftgeleerde wil ie worden. Nou, knap is ie zeker. Hij
zit altijd met z´n neus in de boeken. Ik weet niet of ik er blij mee
moet zijn. Schriftgeleerden - het zijn meestal scherpslijpers.
Punten en komma´s daar houden ze zich mee bezig. Maar hebben ze
ook oog voor het leven zelf?? ´t Is mijn eigen zoon, maar ik denk
wel eens: "Jongen, jij moest eens met een lammetje op je nek
lopen..."
Hoe kwam ik daar nou op? Hè, wat gaan m´n gedachten toch heen
en weer. Maar vannacht werd ook alles op z´n kop gezet. Ik heb
het allemaal echt niet meer op een rij. Eerlijk gezegd, ik weet al
lang niet meer wat die engel allemaal zei, maar dit zal ik nooit
vergeten: "Ik verkondig jullie grote blijdschap!" Blijdschap...
Wanneer ben ik eigenlijk voor het laatst blij geweest? Niet meer
sinds Elisabeth melaats is geworden. - Elisabeth, dat is mijn vrouw.
Ze woont niet meer bij me. Ik zie haar nog maar zelden. Ze is
onrein. De priesters zijn onverbiddelijk. Ja, de priesters... Ik vind
ze zo koud. Hebben ze nog wel hart voor de mensen? Soms denk ik
wel eens: hadden de herders het maar voor het zeggen in ons land.
Dat meen ik! Ik wil niet opscheppen hoor, maar wij hebben nog een
hart! Wij leren voor dieren te zorgen. Ik ben echt dol op m´n
beesten. Op allemaal. Ik ga voor ze door het vuur. Die mentaliteit
hè, die mis ik in ons land. ´t Is allemaal keihard.
Blijdschap: weet je dat het er ineens weer was vannacht? Dat
gebeurde op het moment dat ik die baby zag. "Er is een redder
geboren," dat zei de engel. Het zei me toen nog niks, maar eenmaal
bij die voerbak, in Bethlehem... Ik hou van Bethlehem. Hier is
David geboren. Kóning David. Ik denk wel eens: "Hij had nooit naar
Jeruzalem moeten gaan." Daar is het dan zogenaamd ´beschaafd´,
maar daar ging ie wel voor de bijl met Bathseba. Hij had herder
moeten blijven. Dan had ie Uria niet naar het front gestuurd. Dan
was ie zelf gegaan. Nee, Bethlehem - dat is de échte stad van
David. De herder-stad.
Bethlehem: daar is David geboren. En daar is vannacht die baby
geboren!! Ik kan er niet over uit. Een kind, geboren in Bethlehem.
In een voerbak. "Voor herder in de wieg gelegd," zei Ruben. "Een
redder," zei de engel. Volgens mij is dat hetzelfde. Wat kun je je
voor betere redder wensen dan een herder? Psalm 23 hè: "De HEER
is mijn herder." Ik kan daar soms zo naar verlangen, dat er iemand
is die míjn herder is. Over verlangen gesproken. Daar verlang ik
naar. Ik hoef geen priesters en geen Schriftgeleerden. Ik hoef
geen zoon die verzetsstrijder is. Ik hoef geen koning die vergeet
dat ie als herder begonnen is. Ik verlang naar een echte herder.
Een goede herder, die voor mij door het vuur gaat, en mij af en
toe eens op z´n nek neemt. Ik verlang naar God. "De HEER is mijn
herder."
Vannacht heb ik hem gezien. Ik weet het zeker. Dat jong wordt
geen priester. Dat jong krijgt het niet hoog in het hoofd. Dat jong
gaat lammetjes dragen. Dat jong gaat vechten als een leeuw. Dat
jong is voor herder in de wieg gelegd. Een goede herder. Hij zal het
nog voor z´n kiezen krijgen.´t Zou me niet verbazen als ie ooit nog
eens een keer als herder sterft. Dat zijn de besten, weet je: die
de zorg voor hun dieren met hun leven bekopen.
(Gaap)
Kom, ik ga maar weer. Ik ben veel te opgewonden om te slapen.
Straks komt m´n dochter. Die komt elke dag wat eten brengen. Ik
hoop dat ze Mirjam meebrengt. Nee, niet die jonge moeder.
Mirjam, zo heet m´n kleindochter. Die is pas drie geworden.
Bijdehand dat ze is!! Bij haar kan ik het wel kwijt, dat van
vannacht. Mijn zoons halen hun schouders op als ik het vertel. Maar
Mirjam, die zal het wel snappen, zo klein als ze is. Haar heb ik dat
liedje geleerd:
En wanneer je soms alleen bent
En je hart is vol verdriet,
Denk dan aan de goede Herder,
Hij vergeet zijn schaapjes niet.
(De organist zet het lied heel zachtjes in: "Jezus is de goede
Herder...")
Amen
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.