Preek over De tien geboden 3

2001-01-28 v.m.

Ds. M. de Jong

Het derde gebod: Vloeken in de kerk

Liturgie:

♪ Psalm 62: 1, 4
♪ Gezang 457
♪ Psalm 145: 1, 2, 3
♪ Psalm 99: 1, 4, 6, 7, 8
♪ Gezang 434: 1, 2, 5

1.

Geliefden in onze Here Jezus Christus,Iedere christen denkt bij dit derde woord direct aan vloeken.Hier wordt ons voorgehouden dat vloeken niet mag.En in de regel houden we ons daaraan ook.We vloeken misschien wel eens, maar we maken er geen gewoonte van.Het gebeurt zelfs wel dat als anderen vloeken, we er iets van zeggen.Nee, dit derde gebod is een makkie.Het is één van die geboden, waarmee we weinig moeite hebben.Gehoorzaamheid daaraan gaat ons vrij gemakkelijk af.In dat licht is de dreigende taal bij dit gebod vreemd.De HERE zal niet onschuldig houden wie zijn naam ijdel gebruikt.Een overtreding op dit gebod laat de HERE niet ongestraft.Nu zal overtreding van geen enkel gebod ongestraft blijven.Maar bij dit gebod zet de Here het er nadrukkelijk bij.Maar waarom juist hier, bij dit derde gebod, dat dreigement?Juist hier is dat toch helemaal niet nodig, ja zelfs misplaatst!We vloeken zelf in de regel niet en vragen anderen het na te laten.Nee, als er al met nadruk gewaarschuwd moet worden, dan niet hier.Een dreigement past, wat ons betreft, beter bij het vierde gebod.Het onderhouden van de sabbat kost ons in de regel heel wat meer moeite.En ook bij het negende gebod zou wat extra druk niet verkeerd zijn.Er is nog heel wat aan vals getuigenis, roddel en laster in ons leven.Maar bij het derde woord lijkt het misplaatst, werkt het misschien zelfs averechts.Líjkt. Ik zeg het met nadruk.Wij verkijken ons op dit gebod.Het heeft meer om het lijf dan een enkel vloekwoord.Het raakt meer dan ruw en grof taalgebruik.Het gaat om meer dan krachttermen om onze woorden of daden kracht bij te zetten.

2.

Vloeken doen we vaker dan we ons wellicht bewust zijn.Ik zal het u nog sterker vertellen.Nergens wordt meer gevloekt dan in de kerk.De bekende vloekwoorden zult u daar niet horen.Wel hoor je daar veel en vaak de naam van God.Die wordt in de kerk gelukkig vaak te pas gebruikt.Maar soms toch ook te onpas.En als dat laatste het geval is wordt er gevloekt.Vloeken gaat dus veel verder dan een enkel vloekwoord.Het blijkt bij uitstek een christelijke zonde.Dit vraagt om enige toelichting. Laten we nog eens naar het derde gebod luisteren.Waar gaat het nu om bij ijdel gebruik van Gods naam?Opmerkelijk is dat hier ineens in de derde persoon gesproken wordt.Terwijl in het voorgaande de eerste persoon gebruikt wordt.Ik ben de HERE, uw God...geen andere goden voor mijn aangezicht...want Ik, de HERE, uw God ben een naijverig God...Zo spreken het eerste en tweede gebod.In het derde wordt voor het eerst de derde persoon gebruikt.Niet: Gij zult mijn naam niet ijdel gebruiken.Maar: Gij zult de naam van de HERE, uw God niet ijdel gebruikenOm welke naam het gaat, staat erbij. Zijn naam is HERE, JHWH, IK BEN.Deze naam vertelt niet hoe Hij heet, wel hoe Hij is.Gods naam is zijn reputatie, alles waardoor Hij zich heeft laten kennen.Zijn naam is openbaring, alles wat Hij van zichzelf heeft laten zien en horen.

3.

Die naam, zeg maar fáám, vertelt dat Hij liefdevol en machtig is.Ook is die naam vol van Jezus Christus, in wie Hij op mens en wereld betrokken is.Eigenlijk moet je zeggen, dat er buiten Jezus om over God niets valt te zeggen.Kruis en opstanding, sterven en leven van Jezus vormen de kern van Gods naam.Juist in deze heilsfeiten heeft Hij naam gemaakt op aarde.Tot zover over de naam van God: HERE.Nu iets over dat ijdel gebruik.IJdel is dat waarop je níet aankunt. IJdel is verwant met ijl, lucht.Het verwijst naar iets dat flinterdun is, niets voorstelt.IJdel past bij de afgoden, niet bij God.Natuurlijk gaat het bij ijdel gebruik dan om lichtvaardig gebruik, zoals de Willibrord-vertaling vertaalt.Ook kun je met Het Boek ijdel gebruik omschrijven als het noemen van Gods naam zonder goede reden.Maar dergelijke omschrijvingen pakken maar een klein deel van het ijdel gebruik.IJdel gebruik gaat veel verder; het is verkeerd gebruik of misbruik van Gods naam.En dat kun je op heel veel manieren doen.Dat gebeurt al waar mensen laatdunkend spreken over God.Alsof alles wat Hij gezegd en gedaan heeft, niets voorstelt.En soms hoef je dat niet eens te zeggen."Vloeken" kan een mens ook door over God te zwijgen.Men leeft aan Hem voorbij en negeert Hem.Een ander veel voorkomend misbruik is de naam van God gebruiken om eigen woorden en daden kracht bij te zetten.Wij gebruiken de openbaring van God (zeg maar de bijbel) om onze opvattingen en visie te onderstrepen.De HERE (Zijn woord, de bijbel) treedt op als sponsor van ons menselijk bedrijf.We spannen God en Zijn woord voor ons karretje.Daarmee maken we Gods naam tot niet meer dan krachtterm.Een bij uitstek kerkelijke, respectievelijk christelijke zonde.Het is zaak hier goed te onderscheiden.Niet élk bijbelcitaat is een vloek.Niet elke kerkelijke discussie is vloeken in de kerk.Maar het gevaar van misbruik van Gods naam is juist in dergelijke situaties niet denkbeeldig.Alle goede bedoelingen ten spijt.Hoezeer het zaak is hier te onderscheiden, laat de bijbel zelf ons zien.

4.

We hebben vanmorgen 1 Samuel 4 gelezen.Israël is daar in strijd verwikkeld met de Filistijnen.Een strijd waarin ze zegen van Godswege mogen verwachten.Had God immers niet beloofd dat Hij de volken van Kanaän voor Israël zou verdrijven?En zoals in de dagen van Jozua de ark van het verbond met Israël meeging, zo nu ook.Het is alleszins begrijpelijk, wat Israël hier doet.Het lijkt ook sprekend op wat er bij de intocht in het land gebeurde.Maar er is een wereld van verschil.Bij de intocht onder Jozua ging de ark van het verbond voorop!!En Israël moest toen afstand bewaren.Tussen de ark en het volk een afstand van 2000 el (een kilometer!).De HERE ging voorop. Hij nam het initiatief. Israël volgde.Hoe anders is dat hier. De HERE wordt er achteraf bijgehaald.Pas als het mis dreigt te gaan, moet de HERE komen helpen.Ook van het bewaren van afstand merk je hier niets.De ark krijgt een plaatsje in het midden (!!) van de legerplaats.Israël juicht, maar toont weinig respect voor de ark.Bij de Filistijnen, lijkt meer ontzag te zijn.Zij worden bang voor God en zijn naam (7-8).Hoezeer er gevloekt werd door Israël blijkt op twee manieren.In de eerste plaats uit de reactie van de Filistijnen.In tegenstelling tot de dagen van Jozua zijn ze niet verlamd door de naam van de God van Israël. Ze rapen alle moed bij elkaar en trekken ten strijde en overwinnen.Ook de naam van een pasgeboren kind laat horen hoe Israël hier vloekt.Ikabood: de eer is weg. Zo moet hij heten zegt zijn moeder.In deze naam laat de moeder horen hoe het er met Israël voorstaat.

5.

En dat terwijl ze toch wel iets anders aan haar hoofd had.Haar man en zwager waren in de strijd omgekomen.Haar schoonvader had bij het slechte nieuws zijn nek gebroken.En zij zelf dreigde bij de bevalling het leven te verliezen.Dat alles lijkt voor haar op dit moment niet te tellen.De eer is weg. Gods naam is te grabbel gegooid.Israël heeft God tot verlengstuk van haar eigen denken en handelen gemaakt.God wil het. God met ons. God achter ons.God werd de vlag die hun lading moest dekken.En daarmee werd de HERE gedegradeerd tot een vlag op hun modderschuit.Zo werd en wordt er in de gemeente gevloekt.Dit derde gebod wijst bij uitstek op christelijke zonden.Een waarschuwing die we ons ter harte mogen nemen.We letten op een vloekwoord van een collega of buurman.Maar christelijk misbruik van Gods naam zien we over het hoofd.We zeven de mug uit en zwelgen de olifant door.Maar als de zaken er zo voor staan kun je maar beter zwijgen.Nee, dat is zeker niet de bedoeling.We mogen Gods naam, Zijn openbaring bekend maken.We mogen getuigen van de hoop die in ons is.We kunnen elkaar en de wereld vertellen van Gods liefde in Christus.We worden uitgenodigd om een goed getuigenis van de HERE te geven.Het derde woord moedigt ons verder aan een gemeente te zijn die zo vaak en zo veel als het kan verwijst naar God.In de erediensten, de opvoeding, ons handelen en ons spreken.Het derde woord vraagt ons iets na te laten: vloeken (in de kerk).Daarnaast worden we echter opgeroepen vooral ook iets te doen.Dat leert ons bijvoorbeeld de Heidelbergse Catechismus.Het derde gebod vraagt ons Zijn naam te belijden, aan te roepen en te prijzen.

6.

Goed van God spreken in woord en daad.Hem loven en prijzen in gebed en lied.De HERE complimenten maken waar het kan.Zo waarschuwt het derde gebod voor misbruik van Gods naam.Die naam dient niet als krachtterm gebruikt te worden, maar voor eerbetoon.Het is niet God als sponsor van ons (bedrijf).Wel vraagt het derde woord, dat wij reclame maken voor God. De gemeente als pr voor God.Tenslotte.Uit het dreigement dat bij dit derde woord klinkt blijkt dat dit woord voor God heel zwaar weegt.Hij zal niet onschuldig houden, wie zijn naam ijdel gebruikt.Laat een goed gebruik van Gods naam voor ons ook zwaar wegen.Laat uw en mijn leven in dienst mogen staan van eerbetoon voor de HERE.

Amen

N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. de Jong een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.