Preek over Hosea 3:1
2000-08-13 v.m.
Ds. A. van der Dussen
Lijden aan liefde
Liturgie:
1.
In deze en in de volgende preken over het bijbelboek Hosea, is de boodschap dat God liefde is. Bekende woorden, genomen uit 1 Johannes 4:8, maar ook afgesleten woorden. Vanuit Hosea wordt licht op die woorden geworpen, zodat ze weer tot je kunnen gaan spreken en je verwonderen en treffen. We hebben het zo nodig dat die bijbelse boodschap, dat God liefde is, tot ons doordringt, want zo makkelijk verstrakt ons beeld van God (God op afstand, eisend), of wordt het kitscherig (God de grote Sinterklaas). Laat u vanuit Hosea ontroeren door de bijbelse verkondiging dat God liefde is.
2.
Het is een bizarre opdracht die Hosea van de HERE krijgt: een vrouw beminnen (3:1) en trouwen (1:2) die ontrouw is. Het is al erg genoeg wanneer het je overkomt, dat de partner ontrouw is en vreemd gaat. Maar wie begint daar aan die dat van tevoren weet? En nog onbegrijpelijker: hoe kan God zoiets willen? Onmiskenbaar heeft de HERE er hiermee toe bijgedragen dat Hosea ellende in zijn leven heeft gekend. Wat een hoge prijs heeft hij moeten betalen om profeet te zijn. Waarom moest dat? Waar was het allemaal goed voor?
3.
In 3:1 wordt dat aangeduid: Hosea´s verdriet en ongeluk verwijzen naar het verdriet en ongeluk van de HERE! Bemin een vrouw die zich door een ander laat beminnen. Gelijk de HERE de Israëlieten bemint die zich tot andere goden wenden.In Hosea´s liefdesleven en huwelijk wordt de relatie van de HERE tot zijn volk afgebeeld. Hosea belichaamt het lijden dat God ervaart aan zíjn liefde. Dat het draait om de liefde, blijkt daaruit dat in Hosea 3:1 vier keer het woord ´beminnen´ voorkomt. De vierde keer dat het woord gebruikt wordt lijkt afwijkend te zijn: ´druivenkoeken beminnen´, is dat niet iets anders dan een persoon beminnen? Toch niet: die druivenkoeken waren niet zomaar een lekkernij, maar golden als cadeautjes van de vreemde goden die eerder genoemd zijn. De HERE spreekt hier dus uit dat de Israëlieten verzot zijn op de lekkernijen die ze van andere goden krijgen. Van díe mensen houdt Hij
4.
Liefde. Wat bijzonder toch dat dit woord door de HERE gebruikt wordt. Hij onderhoudt geen koele, zakelijke relatie tot zijn volk, maar bemint het. Laat het op u inwerken. De Schepper van het heelal trekt op u aan met heel zijn hart. Die liefde gaat uit boven rationele overwegingen en heeft niets te maken met honorering van verdiensten. Wij mensen denken juist zo gauw in die richting: we proberen onze relatie tot God redelijk te doorgronden en zijn zo sterk geneigd haar in het kader van ´voor wat, hoort wat´ te plaatsen. Maar het is allemaal veel dieper en hoger. God bemínt ons.
5.
Maar beminnen wij op onze beurt God? Bij het volk Israël was daarvan geen sprake. De Israëlieten beminden andere goden. Volgende week zondagmiddag hoop ik uitvoerig in te gaan op de aard van deze verering van Baäl. Nu wil ik volstaan met te zeggen dat in deze afgoderij de lusten en de driften een grote rol speelden. De liefde van de HERE stuitte dus op mensen die verslingerd waren aan - wij zouden zeggen - geld, seks, welvaart. Hij kreeg geen wéderliefde. Dat wordt afgebeeld in het leven van Hosea. Hij moet een vrouw beminnen die hem níet bemint. Dat is het wezen van haar ontrouw: ze heeft haar man niet echt lief. Ze hangt aan anderen. Mogelijk is ze bij Hosea weggelopen en krijgt de profeet de opdracht om desondanks opnieuw van haar te gaan houden. Daarop zou het woord ´weder´ in 3:1 kunnen duiden. Hoe dat ook zij: Hosea moet beleven wat God beleeft. Zijn liefde wordt niet beantwoord. Ziedaar wat ´zonde´ is. ´Zonde´ gaat veel dieper dan ´een wet overtreden´, ´doen wat niet mag´. Zonde is: God in zijn liefde voor jou teleurstellen. Mensen kunnen dus ook zondigen wanneer ze zich fatsoenlijk gedragen. Alleen al dán zondigen wij, wanneer wij verslingerd zijn aan de dingen van deze wereld zonder die te beleven als geschenken van de HERE. Wonderlijk: juist doordat God ons liefheeft gaat het nauwer luisteren. Als God zich alleen maar op grote afstand met ons bemoeide zat het met onze relatie tot Hem al gauw goed. Maar nu Hij zijn hart aan ons verpandt, is ons - zoals wij het ervaren - ´gewone´ leven ineens niet meer zo goed. Daar lijdt de HERE onder. Want zijn liefde blijft. Kon Hij maar ophouden met van ons te houden. Maar dat is het hem nu juist: dat kan Hij niet. Dat zie je aan Hosea: diens ongeluk is het dat hij van die vrouw blíjft houden. Aan Hosea zie je dat God ongelukkig is in de liefde.
6.
Zo heeft het liefdesleven van Hosea dus de functie om af te beelden, duidelijk te maken, hoe het de HERE te moede is. Daarmee vraagt de HERE erg veel van deze man. Het is één ding om die boodschap in woorden over te brengen, zoals ik nu doe. Het is heel wat anders om daarbij persoonlijk betrokken te worden. De HERE sleept Hosea mee in Zijn eigen verdriet en ongeluk. Hosea krijgt deel aan het lijden van God. Dat is nogal wat. Toch is het niet uniek. Heel wat profeten hebben het persoonlijk zwaar te verduren gekregen doordat ze éénduidig voor God kozen, aan Gods kant kwamen te staan. Denk aan Elia, en Jeremia. Het is aangrijpend, dat sommige mensen zijn uitgekozen om het lijden van God aan zijn liefde te belichamen. Ze wijzen naar Hem, die op een unieke manier dat lijden belichaamde: onze Here Jezus. In zijn leven is het tot een uniek hoogtepunt gekomen: de belichaming van het conflict tussen Gods liefde en de menselijke ontrouw. Hij is er helemáál aan kapot gegaan. In Jezus zien wij hoe vreselijk het drama is, dat God mensen liefheeft en lief blíjft hebben die zijn liefde niet beantwoorden zoals Hij het mocht verwachten.
7.
Niet ieder mens hoeft zo te lijden aan Gods liefde als Hosea. Er zit iets van plaatsvervanging in: hij lijdt namens vele anderen. En zo mogen wij geloven in de unieke plaatsvervanging van de Here Jezus: Híj gaat aan de zonde kapot in onze plaats. Dat is wat wij volgende week aan het avondmaal hopen te vieren. Maar dat kan natuurlijk geen goedkope viering zijn. Laat deze preek ons tot inkeer brengen, in de letterlijke zin van het woord: dat wij inkeren tot onszelf, en toch ook iets gaan ervaren van het vreselijke dat Gods liefde door ons niet beantwoord wordt zoals Hij het zou verwachten. Hebt u daar maar eens pijn aan. En verwondert u over dat onuitsprekelijk vreemde: dat God niet ophoudt ons lief te hebben. En laat u door het avondmaal brengen tot het nieuwe in het leven, dat wij ons hart alsnog aan Hem gewonnen geven en Hém liefhebben, met geheel ons hart, en onze naaste als onszelf.
Amen
N.B. Indien U een preek anders dan voor uzelf wilt gebruiken, stelt ds. van der Dussen een e-mailbericht aan hem op prijs. Wil hem ook vermelden als bron van de preek.